De Stichting Sociaal Cultureel Werk 's-Gravenhage e.o. (SSCW) is in 1972 ontstaan uit een fusie van de Katholieke Stichting voor Sociaal Cultureel Werk (KSCW) en de sectie jeugdwerk van de Hervormde Stichting Jeugdkerkewerk. Bij de nieuwe stichting sloten zich ook na de oprichting nog diverse kleinere stichtingen van Protestants-Christelijke signatuur aan. De SSCW had als eerste taak het ondersteunen van het beheer van de club- en buurthuizen bij personeelszaken en financiële aangelegenheden. Spoedig echter richtte de SSCW zich ook op het ontwikkelen van welzijnsbeleid. Vanaf haar ontstaan werkte de SSCW samen met de Haagse Jeugdactie (HAJA) en vanaf 1974 ook met de Stichting Samenwerkende Klub- en buurthuizen (SSK). Deze samenwerking was een initiatief van een in HAJA-verband werkzame Commissie van 21, geïnstalleerd in 1970. Die samenwerking was geen succes.

Gevolg was dat de in 1968 tot stichting omgevormde gemeentelijke commissie HAJA in 1973 uitvoerende taken naar zich toe trok op het gebied van het welzijnswerk: het Ambulante Jongerenwerk. Daardoor werd de HAJA in plaats van instantie boven de partijen in de wereld van de welzijnskoepels rechtstreeks belanghebbende en concurrent. De HAJA was niet de enige spelbreker; ook de Stichting Sociaal Cultureel Werk doorkruiste het samenwerkingsstreven, door zich in 1975 uit de Stichting Samenwerkende Klub- en buurthuizen terug te trekken. Aanleiding was het meningsverschil met de overige participanten in de SSK, waarbij het streven van de SSCW om als integrale organisatie temidden van kleinere partners in het bestuur te opereren het grote struikelblok bleek. Enige jaren lang bleek alleen een heel losse vorm van samenwerkingmogelijk: de Stichting van Federatief Samenwerkende Instellingen voor Sociaal Cultureel Werk te 's-Gravenhage. In december 1975 trad de SSCW tot die federatie toe. Uit een overzicht van participanten van de SSK uit mei 1973 blijkt waar het probleem zat: de SSCW omvatte als samenwerkingsverband van het verzuilde welzijnswerk zo'n driekwart van alle uitvoerende instellingen op het gebied van club- en buurthuiswerk. Het is te begrijpen dat kleinere participanten in de SSK bevreesd waren om een aanhangsel te worden. Toch bleef de samenwerkingsgedachte levend, al duurde het tot stand komen van zo'n structuur veel langer dan de gemeentelijke beleidsfunctionarissen in 1968 gedacht hadden. Op 1 augustus 1986 ging de SSCW samen met de HAJA en de SSK op in de Stichting Haags Sociaal Cultureel werk.

Het archief is in bewaring gegeven in november 1986. Veel stukken uit de periode 1981-1982 werden niet aangetroffen. Het archief werd onzorgvuldig beheerd. Weliswaar werd al omstreeks 1978 een onderwerpscode gebruikt, maar deze werd niet goed toegepast. Het archief vertoont sporen van een organisatie waarin taken en bevoegdheden zodanig verspreid waren dat iedereen over alles geïnformeerd en geraadpleegd diende te worden: er werd massaal gekopieerd. De vele stukken die de medewerkers onder zich hielden bemoeilijken de overzichtelijkheid. Bij vertrek van een functionaris werden zijn mappen ongeschoond opgeslagen. Bij inventarisatie bleek het niet wel mogelijk om deze fouten te herstellen. Daardoor is het niet doenlijk om alle niet voor blijvende bewaring in aanmerking komende bescheiden daadwerkelijk te verwijderen, wat de raadpleegbaarheid van het archief wel bemoeilijkt. De beschrijvingen in deze toegang zijn te onderscheiden in de twee gebruikelijke categorieën: naar de vorm en naar de inhoud.

In het archief bevinden zich gedeponeerde stukken van de katholieke voorgangers van de stichting: de Stichting Katholiek Bijzonder Gezins- en Jeugdwerk, sinds 1964 het Katholiek Instituut voor Sociaal Cultureel Werk, sinds 1969 Katholieke Stichting voor Sociaal Cultureel Werk. Het leeuwendeel van die archieven, dat eerder door het Haags Gemeentearchief in bewaring werd genomen, staat beschreven in afzonderlijke plaatsingslijsten (beheersnummers 0284-01 t/m 0292-01).