Uw zoekacties: Openbaar slachthuis Gemeente Den Haag

0516-01 Openbaar slachthuis Gemeente Den Haag ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Voorgeschiedenis
Inrichting van het bedrijf
Taken
Ontwikkeling van het bedrijf
0516-01 Openbaar slachthuis Gemeente Den Haag
Inleiding
Ontwikkeling van het bedrijf
Organisatie: Haags Gemeentearchief
Bij de ingebruikneming van het Slachthuis was het verzorgingsgebied beperkt tot de gemeente 's-Gravenhage welke toen iets meer dan 280.000 inwoners telde. Via het Slachthuis werd in 1912 het eerste volle bedrijfsjaar 12 miljoen kilo vlees in consumptie gebracht. En er volgde een geleidelijke stijging tot 15 miljoen kilo in 1917, het jaar waarin voor het eerst een kleine winst werd gemaakt. De Eerste Wereldoorlog zorgde echter spoedig voor een stagnatie in deze stijgende lijn. De inkomsten verminderden sterk door verschillende regeringsmaatregelen zoals de rantsoenering van vlees en een slachtverbod. Ook liepen de uitgaven sterk omhoog door de stijgende kosten van materialen en energie. Met name de loonkosten stegen enorm als gevolg van de geldontwaarding. De crisis voor het Slachthuis duurde voort tot 1920.
Had de overheid aan de ene kant het slachthuis beperkingen opgelegd, aan de andere kant zorgde zij juist voor werk. Het bedrijf was namelijk door de autoriteiten belast met de zorg voor de landelijke distributie van vlees en de inzameling van vet. Uit deze jaren stamt eveneens de inrichting van een groot deel van het koelhuis als vrieshuis. In overleg met de regering was hiertoe besloten, waardoor een grote voorraad bevroren vlees achter de hand kon worden gehouden in geval van nood. Het duurde tot 1921 voordat de vleesomzet weer de omvang had bereikt van die in 1917. Nu echter telde 's-Gravenhage al 350.000 inwoners. De tarievenherziening van 1921 zorgde voor een inkomstenstijging. Door de invoering werd de rekening van 1921 weer met een voordelig saldo afgesloten.
Op 20 mei 1922 werd de gemeente 's-Gravenhage bij Ministeriële Beschikking aangewezen als 1e kantoor voor de invoer van buitenlands vlees en de directeur van het Slachthuis werd op 24 mei van dat jaar als Rijkskeuringsveearts belast met de keuring van deze invoer.
In 1932 werd een hoogtepunt bereikt in de vleesomzet namelijk 26 miljoen kilo. Vanaf dit moment ging de omzet door de veranderde economische en internationaal politieke ontwikkelingen achteruit. In 1945 was de omzet gedaald tot 3 miljoen kg. Het duurde tot 1951, twee jaren na de afschaffing van de als gevolg van de oorlog ingevoerde vleesdistributie, voor de vleesomzet het niveau van 1932 weer bereikte. Na 1951 steeg de consumptie jaarlijks tengevolge van de groeiende welstand van de bevolking. De belangrijkste omzetvergroting werd echter bereikt door de enorme stijging van de uitvoer van vlees en met name van vleesconserven naar het buitenland. De outillage van het Slachthuis leende zich uitstekend voor het verrichten van exportslachtingen. In 1961 bereikte de omzet een nieuw hoogtepunt met 42 miljoen kg. Het inwonersaantal van het verzorgingsgebied was inmiddels gegroeid tot ruim 700.000.
Het Slachthuis, oorspronkelijk gebouwd voor de Haagse slager was van karakter veranderd. In de jaren '60 en '70 groeide het uit tot een vleeshandelscentrum met een omzet van 75 miljoen kg. per jaar, voornamelijk gericht op de export. Langzamerhand werd het Slachthuis bevolkt door een groot aantal grossiers die hun bedrijf op het terrein vestigden. Het aantal slagers dat nog zelf hun dieren kocht en op het Slachthuis liet slachten nam sterk af. Het meeste vlees werd via de handel gekocht, zelfs van andere slachthuizen. Het Slachthuis was een voornamelijk dienstverlenend bedrijf geworden dat materiaal en verwerkingsruimten beschikbaar stelde aan (groot)handelaren en tal van firma's. Eind jaren '70 bood het Slachthuis werk aan een kleine 1000 man, waarvan 150 in gemeentedienst. De overigen waren verdeeld over ongeveer 60 kleine en grotere bedrijven van verschillend pluimage, zoals grossiers, afvalhandelaren, vleesvervoerbedrijven, slachtploegen, huidenhandelaren, hondenvoerverwerkende bedrijven, een vrieshuis, een vetsmelterij en een toeleveringsbedrijf van slagersbenodigdheden.
Door allerlei technische veranderingen, zoals de invoering van koelsystemen in vleestransportwagens, verdween de noodzaak het geslachte vlees enige tijd in de koelhuizen van het Slachthuis te bewaren. Slagers konden net zo goed terecht in verder gelegen maar goedkopere slachthuizen. De stijgende lijn die het Openbaar Slachthuis enige jaren volgde sloeg, mede door de economische crisis van de jaren zeventig, om in een dalende. De concurrentie tussen de verschillende slachthuizen in de provincie werd steeds scherper. Via overleg tussen gedeputeerde staten en vertegenwoordigers van gemeenten waar openbare slachthuizen waren gevestigd, probeerde men tot een efficiëntere opzet van de slachthuisvoorzieningen in de provincie te komen. *  Ook werd er in november 1974 een werkcommissie ingesteld om concentratie van vleeskeuringsdiensten in de provincie te bewerkstelligen *  Ondertussen groeide het exploitatietekort van het Slachthuis. In 1980 bedroeg dit circa f. 1.800.000.
Per 1 januari 1975 trad een gewijzigde Vleeskeuringswet in werking. Voortaan werd de Vleeskeuringsdienst door het Rijk gefinancierd. Het Rijk betaalde de gelden aan de Gemeente die het vervolgens aan de Vleeskeuringsdienst ten goede liet komen. De Gemeente bleef ondertussen wel 100% verantwoordelijk voor de exploitatie van het verliesgevende slachthuis. Het college van burgemeester en wethouders zocht naarstig naar een andere oplossing. Op 23 juni 1980 ging de Gemeenteraad in principe akkoord met het voorstel het Slachthuis over te dragen aan een vennootschap van particuliere gebruikers. Moeizame onderhandelingen volgden met de Overleggroep Bedrijfsleven Haags Slachthuis, samengesteld uit de belangrijkste slachthuisgebruikers (met als het grote strijdpunt de erfpachtvoorwaarden van het terrein). Een uiteindelijke beslissing viel in de raadsvergadering van 15 december 1980; toen werd het besluit genomen het Slachthuis per 1 januari 1981 over te dragen aan het Residentie Slachthuis BV. De Keuringsdienst bleef echter bestaan en werd als Keuringsdienst voor slachtdieren en voor vlees geëxploiteerd door de gemeente.
Beiden was geen lang leven gegund. In 1985 werd de Residentie Slachthuis BV. failliet verklaard en op 20 februari 1986 de inboedel geveild. De Keuringsdienst voor slachtdieren en voor vlees werd ingevolge het raadsvoorstel van 25 februari 1985 ingaande 1 februari 1985 overgedragen aan de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees.
Het archief
Geraadpleegde bronnen
Geraadpleegde literatuur
Stukken van algemene aard
Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
Documentatie
Bijlage 1: Uitwerking van de archiefcode
Uitwerking van de archiefcode (inv.nr. 197) gebruikt voor de ordening van de correspondentie van de directie, inv.nrs. 198-206
1. Bedwelming van slachtdieren
2. Begroting
3. Beoordelingscommissie zedelijkgedrag
4. Bestraffingen en scheidsgerecht
5. Centrale inkoop
6. Contracten met desbetreffende correspondentie
7. Dienstcommissie
8. Dienstkleding (algemeen)
9. Dienstorders en bekendmakingen
10. Dierenbescherming
11. Eedsafleggingen
12. Heffing van rechten
13. Hinder
14. IJs en gedestilleerd water
15. Invoer uit het buitenland: A. Correspondentie, B. Verantwoording keuringen en keurlonen, C. Keuringsvoorschriften
16. Justitiële aangelegenheden
17. Keuringsaangelegenheden (binnenland): A. Aanschrijvingen en mededelingen van Inspectie en Departement,. B. Correspondentie met de Inspecteur van de Volksgezondheid, C. Aangelegenheden met andere gemeentelijke keuringsdiensten, D. Diversen
18. Keuringsovereenkomsten met de buitengemeenten: A. Algemene zaken, B. Leidschendam: C. Rijswijk, D. Voorburg, E. Commissie herziening keuringskring
19. Klachten
20. Landbouwcrisisorganisatie
21. Maatregelen inzake luchtbescherming: A. Andere maatregelen in oorlogstijd, B. Veterinaire luchtbescherming
22. Militaire zaken en Haagse burgerwacht
23. Nederlandse zuivelcentrale
24. Ritueele slachtingen
25. Slachthuiscommissie
26. Slachthuisreglement
27. Slagersorganisaties
28. Slagersvakcursussen
29. Verdelging van ongedierte en onkruid
30. Verkooplokaal
31. Verzekeringen
32. Waterreiniging
33. Weegwerktuigen
34. Woonwagenkamp
35. Exportkeuring: A. Algemene stukken departement, B. Bijzondere stukken, directie van de Veeartsenijkundige dienst of directeur van de Landbouw, C. Keuringsbeslissingen uit te voeren reuzel, D. Keuringsvoorschriften en uitvoeringsbepalingen, E. Week , maanden kwartaalstaten, F. Diversen
36. Veewet: A. Correspondentie en aanschrijvingen Inspecteur van de veeartsenijkundige dienst, B. Andere zaken
37. Diversen: A.Secretarie, Ab. Maatregelen bij oorlogsgevaar, B.Gemeentelijke bedrijven en diensten, Bc. Gemeentelijke crisisen distributie diensten, C.Officiële lichamen (Alfabetisch gesplitst op beginletter naam geadresseerde), D.Niet officiële lichamen (Alfabetisch gesplitst op beginletter naam geadresseerde), E.Kabinet
38. Instituut van Directeuren
39. Vereniging van slachthuisdirecteuren
40. Statistisce gegevens
41. Personeelsaangelegenheden: A.Aanstellingen, B.Capitulanten, C.Collectieve contracten, D.Dienstroosters, E.Diversen F.Eervolle vermeldingen, G.Loonbijslagen, H.Inhoudingen, I.Mutaties, J.Nevenwerkzaamheden, K.Ongevallenwet, L.Ontslagen, M.Overwerk en toeslagen, N.Pensioenbijdragen, O.Reglementen losse werklieden, P.Salarisregeling, Q.Sollicitaties, R.Stembureau, S.Vacantieregeling, T.Verboden verenigingen, U.Dienstkleding, V.Vergoeding vervanging ambtenaren, W.Ziekengeld, X.Dienstplicht, Y.Ambtenaren en werklieden reglement, Z.Wachtgeldregeling. AA. Bevorderingen, AB. Belastingzaken, AC. Spaarregeling, AD. Veiligheidscommissie, AE. Vergoeding van kastekorten
42. Vestigingswet kleinbedrijf
43. Koelaangelegenheden
44. Destructie
45. Verordening op de verkoop van buitenlands bevroren vlees
46. Verordening keuringsdienst
47. Offerten en leveranties
48. Levensmiddelencommissie: A. Distributie van varkens, B. Algemene vleesdistributie
49. Beslagleggingen en vorderingen in verband met de mobilisatie 1939
50. Steenkolen
51. Veevoeder
52. Olieproducten
53. Verhuringen
54. Cantine
55. Benzine distributie
56. Cursus keurmeester

Kenmerken

Datering:
1907-1986
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het Openbaar slachthuis en de Keuringsdienst voor slachtdieren en voor vlees te 's-Gravenhage, sinds 1981 Keuringsdienst voor slachtdieren en voor vlees te 's-Gravenhage
Omvang in m¹:
47,5
Auteur:
J. Berghoef
Openbaarheid:
Beschrijvingen openbaar, stukken gedeeltelijk openbaar