Op initiatief van dr. E.A. Kreiken, voorzitter van de roei- en zeilvereniging 'Het Spaarne' te Haarlem, kwamen vertegenwoordigers van de roeiverenigingen 'De Delftsche Sport' te Delft, 'De Laak' te 's-Gravenhage en 'Die Leythe' te Leiden op 20 mei 1925 met elkaar overeen om jaarlijks in het najaar een onderlinge wedstrijd te organiseren voor minder geoefende roeiers van kleine verenigingen om niet teveel af te steken bij de ploegen van de studentenverenigingen. Deze wedstrijd zou worden gevolgd door een gezamenlijk diner en een feestavond. De eerste proef op 10 oktober 1925 slaagde boven verwachting. Daarom werd op 18 december van dat jaar door de genoemde verenigingen 'De Vereniging voor herfstwedstrijden van burgerroeiverenigingen in het Westen' opgericht, welke naam later werd gewijzigd in 'Westelijke Roeibond'. De voorzitter van 'De Laak', F.C. van der Meer van Kuffeler, stelde het concept van de statuten en van het huishoudelijk reglement op. Bij het samenstellen van het huishoudelijk reglement had men als voorbeeld de Herbstregatte in Duitsland, waarin slechts roeiers mochten uitkomen die nog nooit een wedstrijd hadden geroeid. Rekening houdend met de praktijk in Nederland vond de W.R.B. een compromis in de vorm van artikel 11 (deelnemers aan de nummers voor beginnelingen mochten tot op de dag van de wedstrijden geen eerste nationale of internationale prijzen in de betreffende bootsoort hebben behaald en niet in een gladde giek of skiff aan nationale of internationale wedstrijden hebben deelgenomen).

Dit artikel werd in 1932 als volgt geformuleerd: 'Beginneling is ieder die tot op de dag van de wedstrijden geen eerste nationale of internationale prijzen heeft behaald en niet in een gladde boot aan nationale of internationale wedstrijden heeft deelgenomen. Het bestuur kan in bijzondere gevallen hiervan vrijstelling verlenen'. De Westelijke Roeibond trad toe tot de Nederlandse Roeibond. Beurtelings traden de genoemde verenigingen op als wedstrijdgeefsters. Ze hadden voor dat jaar tevens de leiding in het bondsbestuur. In december 1927 trad de Schiedamse roeivereniging 'De Schie' toe als lid tot de Westelijke Roeibond. In de periode 1915-1918 had de Vijf Provinciën Tour, destijds door het Comité voor wherry-wedstrijden uitgeschreven, veel succes omdat toen de landsgrenzen gesloten waren. In januari 1929 was de Nederlandse Roeibond bezig een 'Commissie voor de Rondvaart' te organiseren om deze propaganda-roeitocht te doen herleven. De Westelijke Roeibond was in deze commissie vertegenwoordigd door F.C. van der Meer van Kuffeler en wilde naast de grote ook kleinere tochten maken. Zij stelde aan de commissie jaarlijks een prijs beschikbaar voor de mooiste serie foto's van deze tocht. Voor het invitatienummer bij de onderlinge wedstrijden van de Westelijke Roeibond werden andere, ook buitenlandse, verenigingen uitgenodigd.

Dit nummer was meestal 'achtriemsgieken' en steeds een succes. Om de kosten van de wedstrijden te bestrijden was men al in 1927 begonnen met f 3.000,- voor dit doel te reserveren. De verenigingen van de Westelijke Roeibond wonnen het Kampioenschap van Nederland in de gestuurde vier: 'Het Spaarne' in 1928, 'Die Leythe' in 1929 en 'De Laak' in 1930. Laatstbenoemde ploeg behaalde de derde prijs op de Europese kampioenschappen te Luik. Ook de damesploegen hadden succes. De opkomst voor de wedstrijden was steeds groot en de samenwerking tussen de vijf verenigingen steeds zeer goed. Tengevolge van het regeringsbesluit tot opheffing van de onderbonden werd de Westelijke Roeibond op 31 december 1940 vervangen door het district Westen van de Nederlandse Roeibond. Deze bond stelde de regels vast voor het bestuur en de werkzaamheden van het district, benoemde het districtsbestuur en bepaalde welke verenigingen van het district deel uitmaakten. Het reglement voor de districten werd in overleg met de besturen der voormalige onderbonden samengesteld en bevatte slechts de standregels die aan de districten de vrijheid lieten de hun opgedragen werkzaamheden naar eigen inzicht uit te voeren. In 1940 was behalve de al eerder genoemde vijf verenigingen ook de Zaanlandse Zeilvereniging lid van de Westelijke Roeibond. In de tweede helft van september 1941 werd ook de studentenvereniging 'Njord' tot het district Westen toegelaten.

In de correspondentie van 1951 wordt het district Westen nog genoemd als officiële naam, in de briefwisseling van 1956 wordt weer de naam 'Westelijke Roeibond' genoemd. Dan zijn daarbij 'Het Spaarne', 'De Delftse Sport', 'Die Leythe' en 'De Laak' aangesloten. Op het einde van dat jaar trad ook de Goudse vereniging toe en werd samenwerking gezocht en gevonden met de Roeibond voor Rotterdam en omstreken in een gecombineerde vergadering van beide bonden op 18 december 1956 te 's-Gravenhage. Het archief van de Westelijke Roeibond werd samen met het archief van 'De Laak' in 1926 en volgende jaren aan de gemeente 's-Gravenhage in bewaring gegeven.