In verband met de sterke prijsstijging van bouwmaterialen besloten de gemeenten Den Haag, Rotterdam en Amsterdam tot samenwerking in een NV t.b.v. woningbouw, materialen voor straataanleg en riolering. Op 13-4-1918 werd de NV Centrale Bouwmaterialenvoorziening CBV opgericht met als doel: aankopen en verkopen en eventueel bewerken en vervaardigen van bouwmaterialen (...). Aandeelhouders waren de gemeenten Den Haag, Amsterdam en Utrecht, het Departement van Waterstaat en de Vereniging van Nederlandse gemeenten.

Het kantoor was gevestigd aan de Mauritskade 33 te Den Haag en in januari 1920 werd een bijkantoor te Amsterdam geopend. In de statuten was reeds voorzien in liquidatie van de NV wanneer de "abnormale economische omstandigheden" zouden ophouden te bestaan. Sterke protesten van de gevestigde bouwmaterialenhandel en het tweeslachtige karakter van de CBV (inkoopcentrale voor aangeslotenen maar ook aannemer van hun projekten) leidden in 1922 tot het besluit de NV te liquideren. In 1928 was de liquidatie voltooid.
Meer informatie over de NV CBV is - behalve in het archief zelf uiteraard - te vinden in het beheersdossier bij het Haags Gemeentearchief.

Het archief, dat ongeveer 70 kisten omvatte, werd in 1928 opgeslagen op de zolders van het Haagse stadhuis. Nadat het grootste gedeelte vernietigd was, werd het hieronder beschreven gedeelte in 1929 aan het Nederlands Economisch Historisch Archief te Den Haag overgedragen. Het NEHA gaf het archief in 1974 aan het Gemeentearchief in bewaring. De stukken zijn zonder beperkingen te raadplegen.