Uw zoekacties: Roeivereniging De Laak

0045-01 Roeivereniging De Laak ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Periode (1907) 1910-1968
Roeivereniging De Laak
0045-01 Roeivereniging De Laak
Inleiding
Periode (1907) 1910-1968
Roeivereniging De Laak
Organisatie: Haags Gemeentearchief
De Roeivereniging De Laak is opgericht bij besluit van de vergadering van aandeelhouders, welke in de avond van vrijdag 29 december 1911 in een van de bovenzalen van Princess' Room aan de Kneuterdijk nr. 4a te 's-Gravenhage is gehouden.

Door deze vergadering werden ook de statuten volledig en het huishoudelijk reglement ten dele vastgesteld. In de winter van 1925 op 1926 zijn de statuten en het huishoudelijk reglement geheel herzien. De aldus nieuw ontworpen wetten werden door de algemene vergadering van 27 maart 1926 vastgesteld. Het aflopen van de duur van de vereniging op 29 december 1940 was aanleiding tot het aanbrengen van enige wijzigingen in de statuten, welke de algemene vergadering van 9 november 1940 goedkeurde. Het huishoudelijk reglement is uit de aard van de zaak herhaaldelijk gewijzigd.
De leden van de vereniging zijn verdeeld in de volgende groepen:
1. Ereleden
2. Leden - aandeelhouders
3. Werkende leden
4. Buitengewone leden
5. Begunstigende leden.
Leden - aandeelhouders zijn zij, die een of meer aandelen van f.100.- hebben volgestort. Toen tot de oprichting van de vereniging werd overgegaan, was er voor f.11.800.- aan aandelen geplaatst onder 52 aandeelhouders. In het prospectus was in het vooruitzicht gesteld, dat de contributie f.10.- zou bedragen. Aangezien per aandeel f.5.- reductie op de contributie zou worden verleend, verwierf men door 2 aandelen te nemen het lidmaatschap voor het leven. Dit voordeel gold evenwel alleen voor de zogenaamde leden - oprichters, zoals de aandeelhouders tot dusver werden genoemd, want de oprichtingsvergadering bepaalde de contributie op f.15.-. De aandeelhouders hebben het recht om bij stemmingen per aandeel 1 extra stem uit te brengen tot een maximum van 3 stemmen en de meerderheid van het bestuur te verkiezen. Omdat dit laatste op de duur, wegens de slechte opkomst van de aandeelhoudersvergadering, tot eigenaardige consequenties leidde, werd besloten van de statutenwijziging van 1940 gebruik te maken om de betreffende bepaling zodanig te wijzigen, dat de aandeelhouders aan de werkende leden, die mede stemrecht hebben, toestemming kunnen geven aan de verkiezing deel te nemen.
Tot de werkende leden behoren zij, die de leeftijd van 18 jaren hebben bereikt. Als buitengewone leden worden beschouwd zij, die de leeftijd van 14 jaren hebben bereikt, voorzover zij die van 18 jaren niet hebben overschreden, tot de vrouwelijke inwonende familieleden van werkende leden behoren of buiten 's-Gravenhage en aangrenzende gemeenten woonachtig zijn.
Het ledental, dat in het eerste jaar reeds 226 bedroeg, liep onafgebroken omhoog tot 504 in 1920. Vervolgens daalde het geleidelijk tot 324 in 1940, om daarna in de oorlogstijd snel te stijgen en in 1944 de fantastische hoogte van 656 te bereiken. Sinds de bevrijding schommelt het ledental rond de 450.
Als merkwaardigheid mag worden aangemerkt, dat De Laak nimmer een damesafdeling heeft gekend. Dames- en herenleden hadden en hebben gelijke rechten.
De contributie bedroeg na de oprichting van de vereniging f.15.- voor de werkende leden en f. 7.50 voor de buitengewone leden. Op 23 december 1919 werd door de algemene vergadering de contributie gebracht op resp. f.20.- en f.10.- en door die van 14 april 1923 op f.25.- en f.12.50. Deze laatste verhoging had tot gevolg, dat aan het einde van dat jaar 146 leden bedankten. Na de oorlog is de contributie nog tweemaal verhoogd. Op 29 maart 1947 werd de contributie vastgesteld op f.30.- en f.15.- en op 12 januari 1952 op f.35.- en f. 17.50.
De vestiging van de vereniging aan de Trekvliet heeft haar een tot dusver ongekende schuldenlast bezorgd. Het aandelenkapitaal steeg tot f.29.100.-, een 4% obligatielening ter grootte van f.22.000.- was geplaatst, terwijl er op de onroerende goederen een hypotheek van f.15.000.- rustte. Daar deze lasten voor de Vereniging te zwaar waren zag zij zich genoodzaakt in 1925 bijna de helft van het terrein te verkopen en in 1933 aan de obligatiehouders voor te stellen de rente van 4% tot 2% te verlagen gedurende 3 jaren, welke termijn in 1936 met 3 jaar is verlengd. Vooral dankzij de ruim inkomsten gedurende de oorlogstijd kon de obligatielening goeddeels en de hypotheek geheel worden afgelost. De chaotische toestand van na de bevrijding heeft de financiële verbetering in haar tegendeel doen verkeren. Het bleek ondermeer noodzakelijk f.8000.- onder hypothecair verband op te nemen. De enorme stijging van prijzen en lonen na de oorlog, welke op geen stukken na wordt goedgemaakt door de contributieverhogingen, is oorzaak, dat de vereniging zich alleen bij toepassing van de uiterste zuinigheid kan bedruipen, maar dat het haar finantieel onmogelijk is nieuw roeimateriaal aan te schaffen of ingrijpende onderhoudswerken aan het gebouw te doen uitvoeren.
Bij de oprichting werd bepaald, dat het bestuur zou bestaan uit een voorzitter, secretaris-penningmeester, vice-voorzitter, vice-secretaris-penningmeester en 1 tot 3 commissarissen. Met ingang van 1918 werd het secretaris-penningmeesterschap gesplitst. Bij de statutenwijziging van 1926 onderging ook de samenstelling van het bestuur verandering. Aan ieder van de bestuursleden werd een afzonderlijke functie toebedeeld. Zo bestond het bestuur van toen af uit een voorzitter, secretaris, penningmeester, ondervoorzitter, 2e secretaris-penningmeester, commissaris voor het roeien en commissaris voor het materieel. Sinds het begin van 1918 laat het bestuur zich bijstaan door een Commissie voor de instructie en het roeien, sinds 9 maart 1927 Roeicommissie geheten, en door een Commissie voor het huishouden en het materiaal, welke evenwel aan het einde van 1926 is opgeheven. De leden van de Roeicommissie worden jaarlijks door het bestuur benoemd.
In het totaal werden 65 leden tot het bestuurslidmaatschap geroepen.
De vereniging heeft steeds een bootsman in dienst gehad. In overgangsperioden waren er tijdelijk twee, maar op de duur was dit niet te financieren.
Behalve de reglementair voorgeschreven jaarlijkse algemene vergaderingen zijn er, wanneer de omstandigheden dit nodig maakten, buitengewone algemene vergaderingen gehouden.
Het eerste botenhuis van de vereniging lag in de Laakhaven aan de zijde van de latere Slachthuiskade vlak ten zuidwesten van de brug in de Calandstraat. Het gebouw had een diepte van 14 meter, een breedte van 12 meter, n.l. 2 gangen elk van 6 meter, en het had 1 verdieping. De totale kosten van de oprichting van de vereniging en de bouwkosten van het botenhuis hebben bedragen f. 12.184,085. Op zaterdag 30 maart 1912 is dit gebouw door de toenmalige burgemeester van 's-Gravenhage, Jhr. Mr. Dr. H.A. van Karnebeek, erevoorzitter van De Laak, op plechtige wijze geopend.
In verband met de doortrekking van de Laakhaven, moest de vereniging een andere standplaats zoeken. Zij vond deze in de vorm van een terrein aan de Trekvliet, dat ter grootte van 3670 M2. op 1 september 1919 voor f.18.000.- haar eigendom werd. Om financiële redenen was De Laak genoodzaakt in 1925 1699 M2 daarvan voor f.11.000.- te verkopen. Op dit terrein is in de winter van 1919 op 1920 het botenhuis gezet, dat nu nog in gebruik is en dat genummerd is Binckhorstlaan 173e. Het grondoppervlak van dit gebouw is 22 meter diep, 18 meter breed, n.l. 3 gangen elk van 6 meter, en het heeft 1 verdieping. De totale bouwkosten van dit gebouw hebben bedragen f.34.605,97. Z.K.H. de Prins der Nederlanden, beschermheer van De Laak, heeft het op zaterdag 26 juni 1920 op plechtige wijze geopend.
De vereniging begon haar leven met 8 boten. Einde 1920 bedroeg dit aantal 25, terwijl thans de vloot 40 boten telt, t.w.: 1 acht, 8 vieren, 7 tweeën 1 dubbel twee, 9 skifs, 8 dubbel werries binnenboord. De Laak bezit een vrijwel volledige vloot van wedstrijdboten. In mei 1941 vaardigde de bezettende macht een verordening op het gebruik van pleiziervaartuigen uit, ten gevolge waarvan De Laak al haar boten buiten het verboden gebied, waarin zij was gelegen, had te brengen. Op aandringen van de Nederlandsche Roeibond mochten de wedstrijdboten in het botenhuis blijven en van daar uit ook worden gebruikt. Maar de toerboten moesten weg. Deze zijn ondergebracht in een schuur van de hofstede Zomerlust tegenover Allemansgeest ondér Voorschoten, waar zij zijn gebleven tot einde augustus 1941. Hierop zijn zij naar het botenhuis teruggebracht, vanwaar uit zij onder beperkende voorwaarden mochten worden gebruikt.
Om de leden te verzekeren tegen de kans op het betalen van grote schadevergoedingen, is in 1938 een schadefonds ingesteld, waaraan ieder lid jaarlijks f.1.- bijdraagt, welke premie in 1950 is verhoogd tot f.3.50.
Aanvankelijk werd het roeionderricht gegeven door in het botenhuis toevallig aanwezige terzake kundige leden. In het begin van 1916 ging het bestuur er toe over vaste instructeurs aan te stellen, die op bepaalde uren instructie gaven. Sinds het begin van 1935 evenwel worden de nieuwe leden bij 3 of 4 tegelijk toegewezen aan zich daartoe beschikbaar stellende oefenmeesters, die deze leerlingen geheel africhten en voor de roeiproef naar de hogere klasse gereed maken. In het begin van 1918 werd ingesteld een Commissie voor de instructie en het roeien, sinds 9 maart 1927 Roeicommissie geheten. Het is haar taak het gehele roeibedrijf te regelen.
Van de aanvang af heeft De Laak regelmatig aan roeiwedstrijden deelgenomen. Zij deed mee aan 180 wedstrijden en behaalde daarop 225 prijzen, waaronder 9 Nederlandse kampioenschappen, terwijl zij 7 maal de wisselbeker van de Westelijke Roeibond veroverde.
Zelf regelde zij, behalve een Roeidag, bedoeld als propaganda - demonstratie vanwege de Nederlandsche Roeibond, op de Vliet onder Rijswijk Z.H. op zondag 22 juli 1917, op de Trekvliet de herfstwedstrijden van de Westelijke Roeibond in 1926, 1931, 1936, 1941 en 1950. Op dit water worden jaarlijks in september ook de onderlinge wedstrijden geroeid. Deze zijn in 1915 voor het eerst in de Laakhaven gehouden met een deelname van 42 inschrijvingen op 5 nummers. Tegenwoordig van 42 inschrijvingen op 5 nummers. Tegenwoordig is die deelname groot ongeveer 110 inschrijvingen verdeeld over 21 nummers.
Op 24 februari 1912 werd De Laak aangenomen als lid van de Verbonden Nederlandsche Roeivereenigingen, welk verbond op 21 januari 1917 werd omgezet in de Nederlandsche Roeibond.
De Vereniging had een werkzaam aandeel in de stichting van de Westelijke Roeibond, welke op 18 december 1925 te Haarlem werd opgericht. Het bestuur van deze bond wordt gevormd door de voorzitters van de 5 aangesloten verenigingen, t.w.: Het Spaarne te Haarlem; Die Leythe te Leiden; De Laak te 's-Gravenhage; De Delftsche Sport te Delft en de Schie te Schiedam.
In 1936 is De Laak begonnen met de uitgave van een clubblad Laaknieuws geheten. Als gevolg van overheidsmaatregelen kon het in de jaren 1942-1944 niet verschijnen. Maar na de oorlog herleefde het weer. Toen de Nederlandsche Roeibond er in het begin van 1951 toe over ging het bondsorgaan Roeien weer in het leven te roepen, werd besloten dit blad ten koste van Laaknieuws als officieel orgaan te aanvaarden.
De geschiedenis van de vereniging is uitvoerig beschreven in de sinds 1913 regelmatig verschijnende jaarboeken. In de 25e jaargang voor het jaar 1937 is opgenomen een historisch overzicht over de eerste 25 jaren van het bestaan van De Laak.
Op 24 oktober 1922 is de Vereeniging L.A.A.K. opgericht, welke zich ten doel stelt voornamelijk in de winter de band tussen de leden in stand te houden. Zij bereikte dit doel door het geven van verzorgde toneel- en muziekuitvoeringen en het regelen van dans- en amusementsavonden. Bovendien organiseerde zij 's zomers dag- en lampiontochten. Na de oorlog is het nog niet mogen gelukken deze vereniging in haar oude glorie te doen herrijzen.
Archief en inventarisatie
Periode 1912-1998
Aanvulling 1912-1998 * 

Kenmerken

Datering:
(1907) 1910-2013
Beschrijving:
Inventaris en plaatsingslijst van het archief van Roeivereniging De Laak
Omvang in m¹:
12,125
Auteur:
F.C. van der Meer van Kuffeler, C.N.W.M. Glaudemans
Openbaarheid:
Beschrijvingen openbaar, stukken gedeeltelijk openbaar
Categorie:
Archiefvormer(s):