Uw zoekacties: Provinciale vereniging ter bevordering der paardenfokkerij, ...

848 Provinciale vereniging ter bevordering der paardenfokkerij, 1897 - 1942 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Op 1 mei 1879 werd te Roordahuizen door 20 leden van de Friesche Maatschappij van Landbouw een "Paardenstamboek" opgericht. Toen ook vanuit Drenthe en Groningen belangstelling werd getoond, besloot men in 1883 om te gaan werken voor de drie noordelijke provincies. Voor de geregistreerde warmbloedfokkerij bestond in Groningen veel belangstelling en in 1887 werden hier al meer paarden ingeschreven dan in Friesland en Drenthe samen. Dit was voor Jan Evert Scholten aanleiding collega-hengstenhouders uit te nodigen voor een bespreking op 28 februari 1888, wat resulteerde in de oprichting op 30 maart d.a.v. van de Provinciale Vereeniging ter bevordering der paardenfokkerij. Als leden traden toe J.E. Scholten, Groningen; R.B. Huizinga, Bedum; E. Doornbos, Warffum; B. ter Borg, Borgercompagnie; E. Straat, Den Andel en de hengstenverenigingen Appingedam, Grijpskerk, Kantens, Nieuwolda, Westerlee en Wildervank. Scholten werd tot voorzitter benoemd. We mogen hem beschouwen als de grondlegger van de huidige warmbloedfokkerij in onze provincie. Groningen was één van de eerste provincies die met een doelbewuste fokkerij begon.
In 1896 werd besloten in elk der drie noordelijke provincies een eigen stamboek op te richten. Er bleek teveel verschil van mening te bestaan in welke richting de paardenfokkerij zich zou moeten ontwikkelen. In Groningen werd dit het Groningsch paardenstamboek *  . Het eerste fokdoel was een elegant solide gebouwd koetspaard met hoge krachtige gangen. In de beginjaren ging men geregeld naar Oldenburg en Oost-Friesland en zelfs naar Holstein om fokmateriaal aan te schaffen. Meerdere hengsten werden met het oog op verbetering van ons warmbloedpaard ingevoerd.
Het waren vooral de heren T.E. Welt en S.E. Woldringh, respectievelijk burgemeester van de gemeenten Usquert en Kloosterburen, die zich verdiepten in de buitenlandse fokkerijen. De vereniging hield z'n keuringen aan de Korreweg, waar in 1902 op initiatief van de vereniging en met name van Scholten, een dressuurschool werd opgericht. Hier werd naast rij- en menonderricht ook aandacht besteed aan paardenfokkerij en paardengebruik en kregen de leerlingen een opleiding om de paarden zo correct mogelijk op de keuringen voor te brengen. Scholten en een ander bestuurslid namen zitting in het bestuur van de dressuurschool.
Na de eerste wereldoorlog werd het paard steeds meer gevraagd voor de landbouw en werd het fokdoel gewijzigd in: "een kortbenig, sterk en mooi gevormd landbouwpaard, met de beste krachtige vierkante gangen". R.A. Maarsingh had als inspecteur de taak dit doel te verwezenlijken. In de loop der jaren gingen de drie noordelijke paardenstamboeken fokdoelstellingen steeds meer op elkaar lijken, namelijk van het moderne Groninger paard, zodat op 23 juni 1942 werd besloten tot een fusie der drie noordelijke warmbloedpaardenstamboek en te komen tot het Noord-Nederlandsch Warmbloed Paardenstamboek. * 
Hierin bleven als provinciale afdelingen bestaan: de Provinciale verenigingen ter bevordering der paardenfokkerij in respectievelijk de provincies Groningen, Drenthe en Friesland.
De omvang van het archief bedraagt 0,50 meter. De stukken zijn openbaar.
Literatuur
Plaatsingslijst
1-22 Groningsch paardenstamboek, sinds 1915 Groningsch paardenstamboek en hulp- stamboek, 1897-1942; gedrukt met handgeschreven aantekeningen
10 Voor de inzage van deze stukken gelden langere wachttijden. Zie: kenmerken/details aflevering X (1915)
848 Provinciale vereniging ter bevordering der paardenfokkerij, 1897 - 1942
Plaatsingslijst

1-22 Groningsch paardenstamboek, sinds 1915 Groningsch paardenstamboek en hulp- stamboek, 1897-1942; gedrukt met handgeschreven aantekeningen
10
Voor de inzage van deze stukken gelden langere wachttijden. Zie: kenmerken/details
aflevering X (1915)

Kenmerken

Beschrijving:
Plaatsingslijst van het archief van provinciale vereniging ter bevordering der paardenfokkerij in Groningen
Bewerker:
B.A.C. Velema
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1995
Omvang:
0,5 m standaardarchiefberging