806 Commissie inzake de exploitatie van de haven te Delfzijl, (1902) 1911 - 1950 ( Groninger Archieven )
806
Commissie inzake de exploitatie van de haven te Delfzijl, (1902) 1911 - 1950
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
806 Commissie inzake de exploitatie van de haven te Delfzijl, (1902) 1911 - 1950
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
Per 1 januari 1911 kwam de haven met het haven-emplaçement te Delfzijl (tot dusverre een door het Rijk geëxploiteerde haven) in beheer bij de provincie Groningen. Een daartoe strekkend wetsontwerp was in 1980 bij de Staten-Generaal ingediend en in 1910 aangenomen * .
Naar aanleiding hiervan besloten Gedeputeerde Staten tot de instelling van een commissie van advies, die tevens belast zou worden met het beheer van en toezicht op de haven van Delfzijl. In de commissie zouden drie (naderhand twee) leden van het college van Gedeputeerde Staten zitting nemen en als permanent lid de Havenmeester van Delfzijl. Uit de notulen van de commissie blijkt, dat aan de beraadslagingen ook vaak werd deelgenomen door de Hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Waterstaat als deskundige.
Hoewel aan de commissie "onder goedkeuring en verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten, de dagelijksche leiding van de exploitatie der haven" was opgedragen, bleef het havenbedrijf, sinds 1911 Provinciaal Havenbedrijf geheten, een afzonderlijk geadministreerde eenheid vormen. De dagelijkse leiding van het bedrijf berustte bij de Havenmeester, die ook, geassisteerd door een boekhouder, het financieel beheer voerde, zij het onder toezicht van de commissie en behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
De havencommissie, zoals zij al spoedig in de wandeling genoemd werd, begon haar optreden met het uitwerken van een ontwerp-reglement voor de haven en het havenbedrijf en met het vaststellen van tarieven voor havenrechten en het gebruik van haveninstallaties. Van deze activiteit vormt een afzonderlijk dossier van Gedeputeerde Staten in het archief van dat college de neerslag * . Ter aanvulling raadplege men de volgende gedrukte Statenbesluiten in de Provinciale Bladen:
1911/17 Reglement van Politie, 29 november 1910, nr. 17, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 25 januari 1911, nr. 4.
1911/18 Reglement op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de haven, vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij resolutie van 9 februari 1911, nr. 95.
1911/79 Nieuw reglement van politie voor de haven en havenwerken te Delfzijl, 18 juli 1911, nr. 21, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 16 september 1911, nr. 49.
1911/90 Nieuw reglement op de heffing en invordering van rechten etc., 18 juli 1911, nr. 44, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 16 november 1911, nr. 44.
1911/98 Resolutie van Gedeputeerde Staten, 28 december 1911, nr. 95, inzake vrijstelling van sommige der rechten, in het bovenbedoelde reglement vervat.
1912/40 Resolutie van Gedeputeerde Staten, 4 april 1912, nr. 4, houdende nadere bepalingen voor vrijstelling van bepaalde gebruikstarieven en havenrechten.
1912/41-42 Resolutie van Gedeputeerde Staten, 4 april 1912, nr. 5, houdende instructies voor de machinist van de haven en voor de havenbediende.
1913/63 Resolutie van Gedeputeerde Staten, 5 september 1912, nr. 43, houdende bepalingen tot verlaging van de gebruiksrechten van stoomkranen op het haventerrein.
1913/23 Gewijzigd reglement van politie voor de haven c.a. te Delfzijl, 15 juli 1913, nr. 23, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 16 september 1913, nr. 19.
1913/73 Besluit tot tariefswijziging in het reglement op de heffing en invordering van rechten etc., 15 juli 1913, nr. 22, in overeenstemming met de eerder genoemde resoluties van Gedeputeerde Staten, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 oktober 1913, nr. 56.
Naast deze organieke maatregelen hield de commissie zich bezig met plannen voor de verbetering en uitbreiding van de haven, daarbij adviserend aan Gedeputeerde Staten en in overleg tredend met o.a. de Rijkswaterstaat. Dit leidde in 1915 tot de instelling van een door de minster van Verkeer en Waterstaat benoemde Rijkscommissie inzake verbetering en uitbreiding van de haven te Delfzijl, waarin beide gedeputeerden (leden van de provinciale havencommissie) ambtshalve zitting kregen.
Het verslag van deze Rijkscommissie, dat in 1917 gereed kwam en in druk verscheen * , gaf de aanzet tot renovatie en uitbreiding van de haven en havenwerken te Delfzijl door Rijks- en Provinciale Waterstaat, welke voltooid werden in 1927.
De provinciale havencommissie begeleidde deze werkzaamheden en zorgde dat de provincie Groningen harerzijds de middelen beschikbaar stelde voor verdere inrichting van het haventerrein met een weeg- en laadbrug, kranen en loodsen. Ook nam de commissie regelmatig kennis van de organisatie van de havenarbeid. Aanvankelijk geschiedde deze in een onder het het Provinciaal Havenbedrijf ressorterend stuwadoorsbedrijf, later werd zij geheel overgelaten aan particulier initiatief * .
In verreweg de meeste gevallen vormde bovendien de secretaris van de havencommissie de verbindingsschakel tussen Havenmeester en/of havenbedrijf en het college van Gedeputeerde Staten, al bevat het archief ook stukken, waar uit blijkt dat de voorzitter van de commissie deze rol incidenteel overnam.
Vanaf 1939 kreeg de havencommissie weer een ruimere taak toegemeten. Hieraan zal de belangstelling en persoonlijke inzet van de nieuwe secretaris, mr. N.G. Bolkestein, wel niet vreemd geweest zijn.
Bovendien nam de handelsaktiviteit van Duitsland toe, dat van de gunstige ligging van de neutrale haven Delfzijl steeds meer gebruik ging maken. Ook werden in verband met de Nederlandse mobilisatie maatregelen getroffen, die tot een intensiever contact tussen Havenmeester en provinciale autoriteiten leidden.
Na de Duitse inval en bezetting bleef de havencommissie nog tot april 1942 functioneren, al worden de uit die periode bewaarde archivalia begrijpelijkerwijs minder uitvoerig van inhoud. Vanaf 1938 waren trouwens al geen notulen van commissievergaderingen meer opgemaakt.
De havencommissie heeft na de bevrijding haar taak weer hervat, aanvankelijk nog onder het secretariaat van de heer Bolkestein, die in 1950 echter naar Middelburg vertrok en de onder hem berustende archiefbescheiden bij die gelegenheid ter provinciale griffie deponeerde.
De opeenvolgende havencommissies nà 1950 hebben blijkbaar geen noodzaak gezien tot het vormen van een eigen archief over te gaan, zodat de archivalia met betrekking tot de haven van Delfzijl over de periode 1950-1957 zijn opgenomen in een aantal dossiers van Gedeputeerde Staten, geordend volgens de decimale indeling van de archiefcode -welke onder nrs. H.07-H.08 nog ter provinciale griffie berusten.
laatste wijziging 12-04-2018
114 beschreven archiefstukken
Bijlagen
laatste wijziging 12-04-2018
114 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 12-04-2018
114 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de commissie van advies uit Gedeputeerde Staten inzake de exploitatie van de haven te Delfzijl
Bewerker:
G.R. Bosscha Erdbrink
Behoort tot collectie:
Provincie Groningen
Laatste Publicatie:
1997
Omvang:
0,65 m standaardarchiefberging
Licentie:
Categorie:
laatste wijziging 12-04-2018
114 beschreven archiefstukken