805 Commissie van superintendentie van het Hoornsche Diep, 1824 - 1859 ( Groninger Archieven )
805
Commissie van superintendentie van het Hoornsche Diep, 1824 - 1859
Inleiding
De Commissie van Superintendentie van het Hoornsche Diep ontleende haar bevoegdheden aan het Reglement betrekkelijk het Hoornsche Diep, geconcipieerd door de colleges van Gedeputeerde Staten van Groningen en Drenthe en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 september 1824, nr. 76. Het doel van genoemd reglement was, te komen tot een betere regeling van de gemeenschappelijke waterstaatkundige belangen van beide provincies, speciaal met betrekking tot de afwatering van Drentse gronden door de waterwegen in Groningen.
Reeds sinds de Bataafse Republiek had een Commissie van Directie, belast met de administratie van het Hoornsche Diep, bestaande uit en gekozen door de belanghebbenden van gronden aan het Hoornsche Diep in beide provincies, het toezicht op de waterstaatkundige verbinding tussen Drenthe en Groningen via het Hoornsche Diep uitgeoefend. In 1818 had deze Commissie van Directie bij Koninklijk Besluit van 30 juni, nr. 192, koninklijke goedkeuring verkregen; bij het nieuwe reglement van 1824 behield zij de meeste van haar vroegere taken en werd daarmee als het ware tot uitvoerend orgaan van de Commissie van Superintendentie. Zo bleef zij belast met het opmaken van voordrachten ter zake van verbetering en onderhoud van het Hoornsche Diep, met het verrichten van de verplicht gestelde schouwingen van het kanaal en de aangrenzende gebieden, en met het vaststellen van de jaarlijkse hoofdelijke omslag over de "eigenaren der geïnteresseerde gronden".
De Commissie van Superintendentie daarentegen zou het toezicht uitoefenen op en de eindbeslissingen nemen voor de Commissie van Directie.
Ook het financieel beheer werd, middels de Commissie van Superintendentie, onder rechtstreekse controle van Gedeputeerde Staten der beide provinciën gebracht. Volgens artikelen 23- 25 van het reglement van 1824 zouden twee leden van Gedeputeerde Staten uit elke provincie, benevens de Griffiers van beide Statencolleges zitting hebben in de Commissie van Superintendentie. Hieruit valt te verklaren dat veel van de werkzaamheden van de commissie niet alleen in de bescheiden van haar archief, maar ook in de stukken en dossiers van Gedeputeerde Staten is terug te vinden. Zo is er een dossier aangelegd van stukken betreffende de verbetering van het Hoornsche Diep en de regeling "volgens welke het Hoornsche Diep zal worden opgeruimd en inkomstig onderhouden (1819) (voorl. inv.nr. B III: 19) en een ander dossier met bezwaarschriften tegen het aanleggen van een verbinding van de Norgervaart met hetzij de Leekstermeer, hetzij het Peizerdiep, in verband met mogelijke wateroverlast door toenemende afwatering (1846/47) (voorl. inv.nr. B III 281).
Wegens het gereedkomen van het Noord-Willemskanaal in 1859 werd op verzoek van belanghebbenden in beide provincies, hoewel tegen het advies van de Commissie van Directie, het reglement van 1824 door besluit van Gedeputeerde Staten van Groningen en Drenthe van 10 mei 1860, nr. 64 (goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 21 juni 1860, nr. 82) ingetrokken.
Mitsdien werden de leden van de Commissie van Superintendentie onder dankzegging voor de bewezen diensten ontslagen, terwijl het verder beheer en toezicht op het Hoornsche Diep, voor zover het de provincie Groningen, betrof, werd opgedragen aan de gemeentebesturen van Groningen en Haren (Lecta Gedeputeerde Staten 17 juli 1860, nr. 44).
Het archief werd bij de provinciale griffie (E3) gedeponeerd en naderhand overgebracht naar het Rijksarchief in de provincie Groningen.
Een eerdere inventaris werd in 1991 nog enigszins aangepast.
Een register van verzonden stukken (over de periode 1847-1860 is ingebonden in het expeditieregister van de griffier (1844-1910); zie hiervoor het archief Provinciaal Bestuur (BXIV).
Zie ook archief Provinciaal Bestuur B III nrs. 19 en 281.
Daarnaast bevinden zich stukken in het archief van de gemeente Vries.
Zie bovendien nog: bibliotheek RAG, inv. AE G1.
laatste wijziging 14-04-2018
8 beschreven archiefstukken
Literatuur
P. Brood, Inventaris van de archieven van het provinciaal bestuur van Drenthe sinds 1814 (Assen, 1975), 87.
A. Kommers Pz., De ontworpene kanalisatie van Drenthe uit het ware oogpunt beschouwd en in hare waarde geschetst (Groningen, 1847).
laatste wijziging 14-04-2018
8 beschreven archiefstukken
Inventaris
1. Algemeen
805 Commissie van superintendentie van het Hoornsche Diep, 1824 - 1859
Inventaris
1.
Algemeen
laatste wijziging 14-04-2018
8 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de commissie van superintendentie van het Hoornsche Diep
Bewerker:
G.R. Bosscha Erdbrink
Behoort tot collectie:
Provincie Groningen
Laatste Publicatie:
1991
Omvang:
0,25 m standaardarchiefberging
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 14-04-2018
8 beschreven archiefstukken