Uw zoekacties: Havenschap Delfzijl, 1958 - 1986

698 Havenschap Delfzijl, 1958 - 1986 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Toelichting
1 Ontstaan van het Havenschap Delfzijl
698 Havenschap Delfzijl, 1958 - 1986
Toelichting
1
Ontstaan van het Havenschap Delfzijl
Organisatie: Groninger Archieven
Aangezien er al veel artikelen zijn gepubliceerd over het ontstaan en de ontwikkeling van de haven van Delfzijl en die van de Eemshaven en vooral over de besteding van overheidsgeld voor deze projecten, worden hier slechts enkele punten belicht die vallen in de periode 1957 - 1986. Deze punten gaan over het ontstaan, de wettelijke taken en de organisatiestructuur van het Havenschap Delfzijl met zijn afdelingen. Voor de technische aspecten van het ontstaan en de ontwikkeling van de haven van Delfzijl wordt verwezen naar de website van de huidige beheerder Groningen Seaports. Voor de industriële ontwikkeling van de gemeente Delfzijl en het Eemsmondgebied waren in de jaren vijftig van de 20° eeuw drie punten van belang. In de eerste plaats het besluit van de rijksoverheid in 1954 de Koninklijke Zoutindustrie, later Akzo, een concessie te verlenen voor de winning van zout in de in 1951 ontdekte zouthorst bij Winschoten. Het bedrijf kreeg een achtergestelde lening van ƒ 20.000.000 voor de bouw van het zogenoemde sodaproject. In de tweede plaats voerde de overheid een expliciet regionaal sociaal economisch beleid. De toenmalige minister van Economische Zaken, dr. Jelle Zijlstra, was de mening toegedaan dat de structurele werkloosheid in het Noorden alleen "door industriële projecten van een zekere allure zou kunnen overwonnen" en hij verwachtte het tot standkomen van een omvangrijke en bloeiende chemische industrie door de haven van Delfzijl te moderniseren.
In de derde plaats was van groot belang de oprichting van het Havenschap Delfzijl, dat de opvolger was van het in 1911 opgerichte Provinciaal Havenbedrijf te Delfzijl. Bij de oprichting van het Provinciaal Havenbedrijf waren de partners het volgende overeengekomen: het Rijk was eigenaar van de haven en de havenwerken (met het bijbehorende onderhoud), de gemeente Delfzijl legde industrieterreinen aan en had een actief acquisitiebeleid ten aanzien van bedrijven voor vestiging binnen de gemeente en de provincie exploiteerde het Havenbedrijf. De verdeling van bevoegdheden en taken van de drie partners stond een goede ontwikkeling van de haven in de weg. De verdeling bracht uiteindelijk tweedracht, ambtelijk gekissebis over macht en financiën te weeg. Daarom besloten dezelfde drie partijen tot een betere samenwerking. Bij de Wet van 31 juli 1957, gepubliceerd in het Staatsblad 373, werd de deelneming geregeld van het Rijk (een unicum!) aan een gemeenschappelijke regeling tot oprichting van het Havenschap Delfzijl. Het Havenschap Delfzijl waarin het rijk, de provincie Groningen en de gemeente Delfzijl participeren voor respectievelijk 50%, 30% en 20%, begon zijn werkzaamheden op 1 januari 1958. Zaken op het gebied van zeehavenbeleid en industrialisatie welke via het havenschap liepen, hadden steeds en direct de volle aandacht op de secretarie, de griffie en de departementen.
In de tweede helft van de jaren zestig werd door de Provinciale Staten van Groningen het besluit genomen tot aanleg van een nieuw haven- en industriegebied dat een complementaire functie zou moeten vervullen ten aanzien van het haven- en industriegebied van Delfzijl. Voor de realisering van deze nieuwe zeehaven, de Eemshaven, werd door het Rijk aanzienlijke financiële steun verleend. Na de nodige voorbereidingen om tot uitvoering van het project te geraken, werd op verzoek van de partners in het havenschap (Rijk, provincie Groningen en gemeente Delfzijl) de aanleg van de Eemshaven c.a. door het havenschap ter hand genomen en in 1973 voltooid. Het streven van het Havenschap Delfzijl was er op gericht de twee havens met het gehele industrieareaal onder te brengen in één bestuurlijk sterke gemeente aan de Eems. Het Parlement koos voor een ingewikkelder plan voor de Eemshaven. Via een gemeentelijke herindeling werd de Eemshaven ondergebracht in de nieuwe gemeente Hefshuizen. Door incorporatie van de Eemshaven in het Havenschap Delfzijl was een wijziging van de Wet Havenschap Delfzijl en toetreding van de gemeente Hefshuizen tot die regeling noodzakelijk. Haar positie, taken en bevoegdheden zijn geregeld in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, de gemeenschappelijke regeling Havenschap Delfzijl/Eemshaven en enige specifieke regelingen. De gemeenschappelijke regeling is per 1 januari 1990 aangegaan door de provincie Groningen, de gemeente Delfzijl en de gemeente Hefshuizen ( per 1-1-1990 opgegaan in de nieuwe gemeente Eemsmond). Het Havenschap Delfzijl/Eemshaven is de rechtsopvolger van het Havenschap Delfzijl.
2 Taak en organisatie
3 Verantwoording van de bewerking

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van het Havenschap Delfzijl
Bewerker:
T. Boekema
Behoort tot collectie:
Provincie Groningen
Laatste Publicatie:
2007
Omvang:
45,5 m standaardarchiefberging
Archiefvormer(s):