672 Johannes Cannegieter,hoogleraar te Groningen, 1770 - 1804 ( Groninger Archieven )
672
Johannes Cannegieter,hoogleraar te Groningen, 1770 - 1804
Inleiding
1. Johannes Cannegieter (1731-1804)
672 Johannes Cannegieter,hoogleraar te Groningen, 1770 - 1804
Inleiding
1.
Johannes Cannegieter (1731-1804)
-
De status van hoogleraar garandeert nog geen opname in het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek. Vergeefs zoekt men daar naar de naam van de Groningse hoogleraar Johannes Cannegieter * , hoewel deze toch niet zou détoneren in het gezelschap van zijn familieleden die er wèl een plaats vonden: zijn acht jaar oudere broer Herman (1723 - 1804) die in 1750 benoemd werd tot hoogleraar in de rechten te Franeker en zijn vader Hendrik (1691 - 1770), bekend filoloog, archeoloog en historicus. Sinds 1763 was deze, daartoe aangesteld door de Gelderse staten, officieel geschiedschrijver van Gelderland. Hendrik permitteerde zich meer dan eens de luxe een hem aangeboden hoogleraarschap af te slaan en bleef wat hij in 1720 al was: rector en professor aan de Latijnse school te Arnhem * .
Uit zijn huwelijk met Rachel Muijs werd Johannes op 10 februari 1731 te Arnhem geboren. Hij volgde de Latijnse school in zij geboortestad en ging in 1750 rechten studeren te Franeker, waar zijn broer Herman professor was. In 1753 staat hij in het album studiosorum ingeschreven als candidaat in de rechten * . Het jaar daarop verdedigde hij zijn proefschrift " Dissert, continens expos. difficillimorum nonnullarum iuris Rom. capit. ". Teruggekeerd naar Arnhem, vestigde hij zich daar als advocaat, hetgeen hij bleef tot zijn benoeming aan de Groningse universiteit. In 1768 verscheen te Utrecht zijn " Dom. Ulpiani fragmenta libri Regularum singularis et incerti coll. Legum Mosaicorum et Romanorum, acc. Disquisitio de notis et siglis veterum et Observationum miscellan. liber singularis " * .
Toen de Groningse hoogleraar in het burgerlijk recht D.G. van der Keessel eind 1769 zijn vertrek naar Leiden had aangekondigd, stelden de curatoren van de universiteit Willem V op de hoogte van de vacature en boden hem een lijstje van acht kandidaten aan.
De stadhouder koos Cannegieter, aan hem de voorkeur gevend boven Georgius Jordens, professor te Deventer, Petrus Bondam, professor te Harderwijk, Hermannus Oosterdijk, advocaat voor het hof van Utrecht, Laurens Pieter van de Spiegel, raad van Goes, Menzo Gordon, advocaat in Den Haag, Paulinus Philippus de Dompiere de Jonquires, eveneens advocaat in Den Haag en Henricus Cras, advocaat in Leiden. Eind december 1769 kreeg Cannegieter bericht van zijn aanstelling tot hoogleraar. Zijn jaarsalaris bedroeg 1000 gulden * .
Op 5 mei 1770 werd Cannegieter in de senaat geïntroduceerd. Zij inaugurale rede hield hij op 13 juni. Vijf dagen later volgde zijn eerste " lectio publica " * . Beperkte Cannegieter zich aanvankelijk tot de inleiding tot de rechtswetenschap en Romeins recht, vanaf 1773 gaf hij ook colleges over strafrecht. Later volgden voordrachten over rechtsgeschiedenis, Gronings recht, rechtspraktijk en " statistiek des Vaderlands " * . Te oordelen naar zijn studies over hunebedden en Romeinse inscripties had hij ook belangstelling voor archeologie. De invloed van zijn vader zal daaraan niet vreemd zijn geweest * .
laatste wijziging 14-04-2018
24 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 14-04-2018
24 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van stukken afkomstig van Johannes Cannegieter als hoogleraar te Groningen
Bewerker:
I. Matthey
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1974
Omvang:
0,13 m standaardarchiefberging
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 14-04-2018
24 beschreven archiefstukken