Kenmerken

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Inleiding

1.1 De Borg Farmsum

1.2 Supplement

laatste wijziging 15-05-2019

1.812 beschreven archiefstukken

13 gedigitaliseerd

totaal 452 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

1 Archiefbescheiden van bepaalde personen

Inventaris

2 Archiefbescheiden, die niet tot bepaalde personen zijn te herleiden

3 Archiefbescheiden van verschillende kerken in bezit van bewoners van de borg

4 Werken in de bibliotheek bibliotheek

5. Supplement-inventaris

laatste wijziging 15-05-2019

1.812 beschreven archiefstukken

13 gedigitaliseerd

totaal 452 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Regest 1 , 802: Carolus, Romanorum imperator, koning der Franken, verklaart aan de Oost- en West-Friezen, wegens hunne kloeke hulp tegen Lugderus hertog van Saxen en anderen, verschillende vrijheden te hebben toegekend.
Actum et datum Romæ in Lateranensi palatio anno Dominicæ incarnationis octingentesimo secundo

Regestenlijst

Regest 2 , 1246 Januari 7: Ludolfus, bisschop van Munster, verleent aan Hayo Ripperda het jus collationis der kerken van Holwyrda, Udtwyrda, Juckwart, Crewart, Marsum en Tyamswere.
Acta sunt hec Monasterii anno Domini MCCXLVI in crastinum Epiphanie Domini

Regest 3 , 1248 November 3: Guilhelmus, Roomsch koning, verklaart de vrijheden door Karel den Groote aan de Friezen verleend, te vernieuwen en te bevestigen wegens hun kloek gedrag bij het beleg van Aken.
Datum apud Aquisgranum in curia nostra magna 3° Nonas Novembris anno 1248

Regest 4 , 1285 April 8: Egbertus, prefect van Groningen, Adolfus zijn zoon, Otto miles in Groninge en Snelgerus, laycus de Skiramere, doen uitspraak in een geschil tusschen den abt en het convent de sancto Bernardo in Adwerth ter eene, en de ingezetenen van Osterwalda en Gha ter andere zijde, over een dam gelegd in den waterloop de Grouwe.
Actum et datum Groningæ anno Domini millesimo ducentesimo octagesimo quinto Dominica qua cantatur Misericordia

Regest 5 , 1295 Juni 9: De universitas de parochia Sonde en de dijkrechteren aldaar, stellen, in tegenwoordigheid van Folcardus, abt in Werum, voorschriften en bepalingen vast voor het gebruik der ingedijkte landen.
Actum in Sonde anno Domini MCCXCV die sanctorum martyrum Primi et Faeliciani

Regest 6 , 1301: A. abt van Bure, Gayko dictus Gaykinga, Bevo dictus Liudamena en de overige rechters gezegd athaman de Aftersyllfestenge brengen ter kennis en bezegelen de uitspraak door de scheidsrechters Eppo Stithenga, Menolphus Frowenga, Liudo Gaykinga en Liudolphus Liudelinga gegeven in een geschil tusschen de ingezetenen van Gedmerawalda ter eene en het convent van Bure met de ingezetenen aldaar en van Hemthrawalda over het onderhoud van een dijk, gezegd de Burgwal, ter andere zijde.
Actum anno Domini millesimo trecentesimo primo

Regest 7 , 1309 September 2: Ludolfus de Gronebeke, prefect in Groningen, de gezworen rechters van Thrantia en de consules van Fiwelgonia brengen ter algemeene kennisse, dat Rickardus en Johannes, kloosterlingen in Esse en Eneco en Nonno, inwoners van Suthlar, als scheidsrechters uitspraak hebben gedaan in een geschil tusschen de inwoners van Thrantawalda en die van Anne, over den loop der Hunesa en de visscherij in dien stroom.
Anno Domini millesimo trecentessimo nono feria tertia post Egidi abbatis

Regest 8 , 1317 Augustus 14: Hayco, abt in Werum, en de scheppers der drie Delfzijlen stellen voorschriften vast voor dat zijlvest.
Anno Domini millesimo trecentissimo decimo septimo ante Assumptionem beatæ gloriosæ virginis Mariæ

Regest 9 , 1326 Juli 11: Dominus Elardus, abt in Adawerth, Kampo, keldermeester aldaar, Folcmarus Onsitha, Liudolphus Obbama, Thitardus Godescalkisma, Ziabbo Folkirda en Aleco Dodama treffen een vergelijk in het geschil over de regeling van het redgerschap in Husdingum, tusschen de gebroeders Albertus en Eltatus Diurdisima met Abelo Melkama ter eene, en de gebroeders Allo en Hesellus cum eorum nepotibus ter andere zijde.
Actum anno quo supra (anno ab incarnatione Domini M CCC XXVI) in Husdingum ipso die Translacionis sancti Benedicti

Regest 10 , 1344 April 24: Lyudolfus, rector ecclesie in Halfwirht, verklaart dat in tegenwoordigheid van Tydbrandus, predecessor meus immediatus", Thiacko Ryperta, Dodeko Thiardissa, Hessel de Tukawerht, Poppo Glerlisma de Berhusum, Eppo Boutata, Popeco de Hek, eene overeenkomst hebben aangegaan over het redgerschap van Halwirht (Holwierde).
Datum crastina beati Georgii martyris anno Domini M CCC X LIIII

Regest 11 , 1360 Augustus 25: Syabbo, abt van het klooster in Adewerth, Outgherus, abt van het klooster in Zelewerth met hunne kloosterlingen, benevens de overheden van Groningen en Hunsgonia verklaren, dat de inwoners van Tammingheland, Liuwerderwolde en van de Suithoen en Northoen eene overeenkomst hebben getroffen betreffende punten van dijkrecht.
Datum anno Domini millesimo trecentesimo sexagesimo in crastino beati Bartholmei apostoli

Regest 12 , 1365 Mei 6: De overheid en ingezetenen van Groningen, Wold en Goe, de Acht Zijlvesten en Fivelgonia treffen eene overeenkomst over eene waterloop de Muthe geheeten, tusschen Hersenze en Muthe.
Datum et actum anno Domini millesimo trecentesimo sexagesimo quinto ipso die Joannis ante portam Lacunam

Regest 13 , 1370: De rechters der Drie Delfzijlen verklaren, na ingewonnen advies der abten van Werum en Bure de parochien Middelberth en Egnaberth op zekere voorwaarden in hun zijlvest te willen opnemen.
Datum anno millesimo trecentesimo septuagesimo

Regest 14 , 1370 October 28: Otto Polleman en Hinric Everdeszoon verklaren eene overeenkomst te hebben getroffen betreffende een leen het Nijdinghegoed geheeten, dat hun gezamenlijk was aangekomen.
Ghescreven int jaer ons Heren dusent drehondert ende zoeventich up sinte Symons ende Judendach apostolen

Regest 15 , 1376 Januari 14: Burgemeesteren en raad van Groningen verklaren, dat Alleke en Aveke dochters van Tyese Boser hebben verkocht aan Wycbold Maurissinghe een vierdedeel van eene hofstede, gelegen in de Boteringhe straat te Groningen.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent drehondert ses ende zoventich op sinte Ponciaensdach

Regest 16 , 1377 Juni 24: Harman van Covorde, jonker van Zellewert, verklaart te hebben in pand gegeven aan Ecbert Verhouwens, burger in Groningen, de grove en smalle tienden te Helpman, voor 36 oude Fransche schilden, en onder verbintenis tot leisting en andere bepalingen.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent drehondert soven ende soventich up sinte Johannesdach to myddensoemer

Regest 17 , 1378 Juni 16: De hofmeesters en de gemeene broederschap van den convente van Adwert en Burgemeesteren en raad van Groeningen verklaren een verbond te hebben gesloten tot wederzijdsche beveiliging van personen en goederen.
Gegeven int jaer ons Heeren duisent dreehondert acht ende tzoeventich des Wonsdages nha Pinxteren achten

Regest 18 , 1381 Juli 13: Tibundus, curatus ecclesie in Wirahuzum, Liudalphus, abbas sancti Johannis Ewangeliste in Merna, Rembertus, curatus ecclesie in Horahuzum ac vicoprepositus in Lydenze, verklaren dat Liudolphus en Hidda, ehelieden, met hunne zonen Meyko en Mello hebben verkocht aan Hiddo Ubbiggama, proost te Lydenze, eenig land met bijbehoorend "retskip sive scheltadoem"

Regest 19 , 1382 Mei 1: De abt en het convent van Adewert en de zijlvesten van Liuwerderwolde, van Peyse, van Roeden en Fockeswolde verklaren eene overeenkomst te hebben aangegaan over de Adwerderzijl.
Gegeven int jaer ons Heeren duisent driehondert ende twe end tachtentich op sunte Walborgendach in den Meye

Regest 20 , 1384 Juni 5: Aweke Widdama, met toestemming van zijn schoonzoon en dochter Sycherus en Teteke, nu te Widewerht vroeger te Nordawalda wonende, verkoopt aan Omo en Thiadeke zijne vrouw in het kerspel Bedum te Aylardahusum woonachtig, een steenen huis, gemeenlijk Widdama geheeten, met een erf en andere landerijen "in medio Alderdamare et viam Nordawaldmanorum."
Datum anno Domini M CCC LXXX IIII ipso die Bonifacü episcopi et sociorum ejus beatorum martyrum

Regest 21 , 1385 Juli 4: De rechters van Fivelgoo-Westerambt, de zijlrechters van de Acht Zijlvesten en van de Drie Delfzijlen verklaren met elkander een verdrag te hebben gesloten tot het keeren van het geweld en het onrecht door die van Drente en Goo gepleegd, die ,,da Ommerke an da Edykan" doorsteken.
Jewen in da jere uses Hera thusand thre hundert fif an tachtig thes Tyesdeys bynna senta Paulis achtinda

Regest 21a , 1398 (m xxx xc viii): Men maakt bekend op welke heerden het Warffhuister reetschap achtereenvolgens zal vallen.

Regest 22 , 1402 September 7: Rolef Kather, burger in Groninghen, verklaart verkocht te hebben aan Alef Schelghens eene jaarlijksche rente van 15 schilden, te beuren deels uit een huis aan de noordzijde van Brugstrate "daer der moneke huus van Marienghaerde by leghet", deels uit de "stede" van bakker Ghosen, gelegen aan de zuidzijde van de "Langherstraten, daer Harderinghehuus ende hofstede by leghet".
Gheven in den jare unses Heren dusent vierhundert ende twe up unser Vrouwenavent Nativitas

Regest 23 , 1404 Augustus 6: Alef Schelghens, burger in Groninghen, verklaart te hebben verkocht aan Bertolt Buninghe, cureet van Sente Merten de jaarlijksche rente bedoeld bij de oorkonde van 1402 September 7, waardoor deze brief is getrokken.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vyerhondert ende vyer up sente Sixtusdach

Regest 23a , 1405 Juli 25: Burgemeesters en raad in Groninghen verklaren, dat Borneer Solleder en meester Alberd, zijn zoon, een huis en een hofstede aan de Oostzijde van de Peperstrate hebben bestemd voor een gasthuis voor arme reizigers met behoud van het opzicht voor hen en hun erfgenamen.
Ghegeven in den jaer ons heren dusent vijerhondert en vive up sente Jacobsdach

Regest 24 , 1406 Januari 1: Focko to Dyke, hoofdling in sunte Petersburen, en Tammo Tyama in sunte Marienburen "in den nijen lande", verklaren, dat hun geschil met Albert Solleder, Berneerszoon, over het opbrengen van tienden in lammeren en kalveren, in der minne is gezoend en bijgelegd.
Gheheven int jaer uns Heren dusent veerhundert ende sesse up nye Jaersdach

Regest 25 , 1406 October 21: Burgemeesteren en raad in Groninghen verklaren, dat Heyne van der Brugghen en zijne zonen Henric, Lodewich, Willam, Johan, Rolef en Barolt hebben verkocht en overgedragen aan Willam Alberteszoon een steenhuis met toebehooren, gelegen in de westerzijde van Herstrate.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vyerhondert ende sesse up Elvendusent Meghededach

Regest 25a , 1407 Maart 21: De rechters van Fivelgoo-Westerampt doen uitspraak in een geschil tussen Nonneko up Hyddismahues en Ayderd van Eltismahert te Zeerijp, ontstaan door het gevangennemen van Nonneko op een tocht te Asterhusen in Ammysghe
... ende seven uppe sente Benedictisdach des hillighen abbatis

Regest 26 , 1407 October 10: Frederic van Heckum verklaart te hebben verkocht aan Yde Onsta te Zouwerd, Aeylike, Abeke, Johannes, Meynolt en Abele Onste, gebroeders, Folkersmaheerd te Hersense, die nu Haseckamaheerd is geheeten, met heerlijkheden en annexen, waaronder "kercstolen en kercweghen".
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vyerhondert ende soven up sente Victoris en Gereonisdach

Regest 27 , 1409 Mei 5: Syso Guedesing en Amele zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Evert Guedesing en Lyzebeth zijne huisvrouw twee vierendeel boter, gelegen in het kerspel van Blydensteden, in de buurtschap van Wederwillen.
Ghegheven int jaer ons Heren duzent vierhundert ende neghene des Sonnendaghs nae sunte Walburghendaghe

Regest 28 , 1410 Maart 27: Frederic, bisschop van Utrecht, verklaart Aelbert Calmer, op zijn verzoek, beleend te hebben met het Nydingegoed met alle toehooren, zooals dat binnen en buiten de stad Groningen is gelegen.
Gegeven tot Deventer in den jaeren unss Heren duysent vierhundert ende tien des soevenendetwintichsten dages in den Meerte

Regest 29 , 1410 Juni 19: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren eene overeenkomst te hebben aangegaan met de Acht Zijlvesten en met Doerpmannezijlvesten over het plaatsen van een zijl in het Groninger diep aan gene zijde van Aldingehusen.
Gegeven in den jaere ons Heeren duisent vierhondert ende tyen des Donredages na sente Vitesdach

Regest 30 , 1411 Mei 24: De abt te Werum oorkondt, dat het grootste deel zijner kerspellieden heeft verklaart, dat in het jaar 1411 voor Midvasten Menke toe Weywart heeft verkocht aan Focke Ackijngha een steenhuis met erve en landerijen, die zijne vrouw Eweke liggen had "up der waterijnghe by der westersyde by den Poste", bij welken koop waren "uutsegghers" Mense to Mude aan Menkes zijde, en Frederic toe Drywart aan de zijde van Focke.
In den jare ons Heren dusent vyerhondert ende elvene, des Soenendaghes nae onses Heren Hemelvaerdes daghe

Regest 31 , 1411 December 7: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Lammeke Huginghe en Johan van Heckum met Nanneke zijne vrouw eene scheiding hebben aangegaan van hunne mandeelige aangeërfde leen- en vrije goederen.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende elven up onser Vrouwenavent Concepcionis

Regest 32 , 1412 April 10: Wycka Boelsama te Thyudense verklaart verkocht te hebben aan Aylke Onste "de halve fenne" geheeten Boelsamacamp onder Lydense gelegen.
Ghegeven int jaer unses Heren dusent vyerhundert ende twalve des Sondaghes to Paesche achtende

Regest 33 , 1412 November 1: Hessel Tuinghe in de Merne verklaart verkocht te hebben aan Focke Ackinghe Kaminghe-huis en heem, gelegen in het kerspel van Holwerde, met de landerijen, rechten en heerlijkheden daarbij behoorende.
Ghegheven in den jar onses Heren M CCCC ende twelve up Alle Godes hillighen dach

Regest 34 , 1413 Februari 4: Heer Tyaerd, proost te Loppersum, oorkondt, dat Mense to Muden verklaard heeft "an ende over" geweest te zijn, dat Focke Ackinghe het goed to Poest aankocht, en aan den verkooper Menke behoorlijk betaling heeft aangeboden.
Ghegheven in den jaer ons Heren MCCCC ende dertyene des Saterdaghs na onser Vrouwendach Purificacio

Regest 35 , 1413 Februari 5: Burgemeesteren en raad in Groninghen verklaren, dat Johan Starner Claweseszoon en Abeke zijne moeder hebben verkocht aan de voogden van "onser Vrouwen kerken to der A" eene jaarlijksche rente van derdehalve oude Fransche schilden, uit een huis gelegen aan de zuidzijde van de "Crumme Jaete".
Ghegheven int jaer ons Heren MCCCC ende dertiene up sunte Aghatendach

Regest 36 , 1416 October 1: Schalteke Bewesma in der Merne op den Zuderdijck, Reneke en Eyse, zijne zonen, verklaren verkocht te hebben aan Eylke Anssen het recht van "redscap" met alle toebehooren, vallende op Bewesmaheert op den Zuderdijck.
Gegeven int yaer ons Heren dusent vierhondert ende sestyen op sunte Remigiusdach

Regest 36a , 1417 Mei 31 (des maendages naest Pinxteren): Heer Wabbo, abt, en de gemene conventsluiden van het klooster in de Merne dragen aan Aijlcko Onsta die landen op in Weer hamerijck en elders met de Wilgersma herdt in Veerhuester karspell en alle daarop vallende gerechtigheden, die hij door ruil en koop van heer Reijnet, voormalig abt van het klooster, verkregen heeft

Regest 37 , 1417 November 17: Symon van Diedem en Otto Dusewolt verklaren als dedingslieden eene scheiding te hebben tot stand gebracht tusschen Harman en Symon Polmans, gebroederen, van de onder hen berustende goederen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seventien des Woensdaghes na sinte Maerten

Regest 38 , 1417 December 31: Sigismundus, Roomsch koning, koning van Hongarije, Dalmatie enz. verklaart de door zijne voorgangers verleende vrijheden en voorrechten der Friezen te bevestigen, ingezetenen en landen onder zijne bescherming te nemen, alle gedane vervreemdingen te annulleeren en alle delicten naar Friesch recht te laten straffen.
Datum Constantiæ anno Domini 1417, ultimo die Decembris

Regest 39 , 1421 Maart 19: Rolof van den Cloester, anders geheeten Hondeborch, mede namens zijne zonen Johan en Relof, verklaart te hebben verkocht aan Henric ter Bruggen 50 vijmen garst uit tienden van den Utrechtschen bisschop om Groningen gelegen, welke tienden hij in leen houdt van Herman van Kuenre.
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert ende enentwijntich des Woensdages na Palmen

Regest 40 , 1422 Februari 22: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat zij overeengekomen zijn met de buren van Liwerderwolde en degenen, die daar landen hebben liggen, om de fungeerende dijkrechters van Liwerderwolde te machtigen tot het vaststellen van bepalingen van dijkrecht.
In den jaere ons Heeren duesent vierhondert ende twe ende twintich op sunte Petersdach ad Catedram

Regest 41 , 1423 Augustus 3: Johan Polmans verklaart verkocht te hebben aan Steven Tiesens eenig land gelegen "naest der overvaert in Hemmenermarc"-
Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende twintich des Dinxdachs na sunte Peter vincula

Regest 42 , 1424 Mei 18: Burgemeesteren, raad en meene meente in Groningen ter eene, en broeder Dyoerd, abt, met de kloosterlingen van den Buer en de rechters en meente van Schermerster zijlvest ter andere zijde, verklaren eene overeenkomst te hebben aangegaan, waarbij aan de stad Groningen vergund wordt met het Oesterhamrick door hunne zijl te Delfzijl uittewateren, onder zekere voorwaarden.
Ghegeven in den jaer onses Heeren dusent vierhondert vier ende twintich des Donredages nha Jubilate tusschen Paeschen end Pinxteren

Regest 43 , 1424 December 5: Prelaten, hoofdlingen en rechters van de Acht Zijlvesten, uitgenomen Crepelswolt en de meene buren van Groninger Hammerick, die te Delffzijl uitwateren, verklaren den brief door hunne voorvaderen ten jare 1343 gemaakt en bezegeld te willen instandhouden, doch met wijziging van eenige punten.
Ghegeven in den jaer onsz Heeren duisent vierhondert vier ende twintich an sunte Nicolausavende

Regest 44 , 1425 Mei 25: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Alrijck Borcharda heeft verkocht en overgedragen aan Abelo Tammijnga de "reetschap ruw ende bloet", vallende op Hayemaheert in Lydenser rechtschap.
Ghegeven in den jaer onss Heren dusent veerhundert vijff ende twintich in sunte Urbanusdaghe

Regest 45 , 1425 November 11: Burgemeesteren en raad in Gronijngen verklaren, dat de voogden van "onser lever Vrouwen kerken to der Ae", te weten Ludekin ten Holte, Gheert Hughinge, Werner de Smijt en Herman Berneerszoon, hebben verkocht en overgedragen aan jonge Clawes Grijp de jaarlijksche rente, bedoeld bij den brief d.d. 1413 Februari 5, waardoor deze brief is getrokken.
Ghegheven in den jaer onss Heren dusent vierhundert vijff ende twintich up sunte Martinsdach in den winter

Regest 46 , 1426 Mei 24: Grietmannen, richteren en meene meente in Acht Karspelen verklaren met hoofdlingen, richteren en meene meente van Hunsingo, Fijwelgo, Langhewoldt, Vredewolt en Hommercke landen en met de stad Groeningen een verbond te hebben gesloten tot wederzijdsche beveiliging tegen dieven en het helen van gestolen goed, mitsgaders over het houden van warven.
Gegeven in den jaere ons Heeren duisent vierhundert sees ende twintich des Frijdages nae den hilligen Pincxterdage

Regest 47 , 1428 Januari 22: Lambert, Gheert en Evert van Yselmuden, gebroederen, verklaren, met medewerking van Gheert Stellinck, Gheert Mulaert, Egbert Mulaert, Roloff Wannick en Otto Wannick als scheidslieden, eene scheiding te hebben aangegaan van de hun van hunne ouders aangekomen goederen.
Gegeven int jaer onss Heren dusent vierhundert acht ende twintich up sancte Vincenciusdach

Regest 48 , 1428 Juni 2: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren ontvangen te hebben van Lubbert Leuwe, met consent en van wege Jacop Beyers, proost te Loppersum, eene som van 340 gulden, besteed ter verbetering van Lubberts steenhuis in Oosterstraat.
Ghegheven inden jaer onss Heren dusent vierhondert acht ende twintich op tes hilligen Sacramentisavent

Regest 49 , 1428 Augustus 5: Hoofdlingen en meente in Hummerke en Vredewollt, Langewolt, Middagerlant en Burgemeesteren en raad en gemeene meente in Groeningen verklaren een verbond te hebben aangegaan betrekkelijk het straffen van verwondingen en dergelijke misdrijven.
Datum anno Domini veertienhondert acht en twintich, feria quinta post vincula Petri

Regest 50 , 1428 September 16: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Roelff ter Bruggen heeft verhuurd voor 100 jaren aan Herman den Backer, zijne vrouw en erfgenamen eene hofstede met "enen vrijen menneweghe", ingaende tusschen Frederix Gaykinge ende Johan Kannekens huse van den markede deurganges nordewert uut by den Jacopinen".
Ghegheven in den jaer onss Heren dusent vierhundert acht ende twintich des Donredages na des hilligen crucis Exaltationis

Regest 51 , 1429 Juli 21: Broeder Johan, hofmeester te Huxmeester voorwerk, Mento to Anzelinze, Tammo Nonnijmma, Syammo Galtekan to Woltersum, Atho en Menteko to Woltersum, zijlrechters van het "lutteke" zijlrecht, en heer Eppo Bure, priester to Weerum, Enno Hayan to Anzelinze, Wibbo ten Muda, Ebelo Egghan en Eggo zijn zoon, Albert tho Oldersum, Azego ten Post en Eppo Schelten to Woltersum, zijlrechters van het "Wester-schepelschijp" van Dorpmanre zijlvest, doen uitspraak in een geschil tusschen Eevert, proost van het klooster te Schildwolde, en Menno Thyadzekeman, wonende onder Werum, betreffende de verplichting van gezegden Menno tot het verrichten van arbeid aan den Wolddijk.
Int jaer onss Heeren dusent veerhondert neeghen ende twintich des Doonredaghes voer sunte Maria Magdalenadach

Regest 52 , 1429 Augustus 11: Evert, cureet in Kantinze, doet opgave, hoe naar oude zeden en gewoonten de oblatiën of offers in de kerk te Kantinze behooren te worden gehouden.
Ghegheven int jar ons Heren M CCCC ende XXIX crastina Laurencii

Regest 53 , 1430 Februari 19: De overrechters in Fiwelghelant roepen Hayo Ripperda op om zich op den naasten warfdag te verantwoorden naar aanleiding van een door Eweko to Oterdum ingesteld beroep tegen een te diens nadeele gewezen vonnis.
In den jaer van XXX des Soendaghes voer sunte Peetersdach ad Cathedram

Regest 54 , 1430 Maart 12: Rechteren en gemeene meente der drie deelen van het zijlvest van Aedwerderzijll, te weten het convent van Adwert, Middach en Liverderwolde, ter eene en Pontian abt met de kloosterlingen van Selwert en de gemeene buren van de Paddepole ter andere zijde, verklaren eene overeenkomst te hebben getroffen, waarbij aan het convent van Selwert en de buren van de Paddepole onder zekere voorwaarden wordt toegestaan het leggen van een grondpomp in het Westerdiep, om daardoor uittewateren in Aedwerderzijll.
Gegeven in den jare onses Heeren dusent veerhondert ende dartich in sinte Gregorius dage

Regest 55 , 1431 Juni 28: Fye Kalmers verklaart Nanneke Rotyden op haar verzoek beleend te hebben met het Nydingegoed met toebehooren, in presentie van de "stichtesmanne" Henrick ter Brugge en Herman ter Hansouwe.
Ghegeven in den jaer onss Heren dusent vierhundert een ende dertich up sunte Peters ende Pauwelsavent

Regest 56 , 1431 October 26: Tyadeke en haar zoon Eneke verklaren verkocht te hebben aan Ditmer Rengers en zijne erven eene hoeveelheids lands gelegen in de Bawert.
In den jaere unses (Heren) dusent veerhundert ende eenendertich, des Vrydages voer sunte Symon ende Judaen avent, apostels

Regest 57 , 1431 December 17: Dytmer Rengghers, proost te Fermissum, verklaart, dat het geschil van wege de zeend tusschen hem en de rechters en meente ten Damme in der minne is geëindigd, dat hij derhalve in het vervolg geen "ansprake of vorvolghenghe" zal doen in geestelijk of wereldlijk recht en er genoegen mede neemt, dat de "meene meente" ten Damme zal "bliven ende voertvaren na horen olden zeede ende woenheit".
Gheschreven int jaer uns Heren dusent veerhondert ende XXXI des Manendages voer sancte Thomas des hilleghen apostels

Regest 58 , 1432 Augustus 14: Mechildis de Schouwenborch, abbatissa monasterii sancte Marie Trans Aquas Monasteriensis, verklaart de tienden in Bafflo, Halfhomthe, Ubbegha, Redijck, Middelstum, Menekijngawere, Undernawerurn, Stijtwert en Edinghawere benevens in Tornwert, na den dood van Wilhelm Wycherinck, burger in Gronijnghen, "cujus decime quantitas est et ab antiquo consuevit esse, ut scilicet pro quolibet vitulo et agno", te hebben opgedragen aan Johannes Wycherinch, burger in Gronijnghen.
Datum anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo secundo in vigilia Assumpcionis beati Marie virginis

Regest 59 , 1433 April 26: Evert Meutekensoen en Elteke, ehelieden wonende te Woltersum, verklaren verkocht te hebben aan Ditmer Rengers, proost te Fermssum, eene hoeveelheid lands, gelegen in het kerspel Wittewerum.
Int jair ons Heren dusent vierhondert dre ende dertich des Sonnendages na beloken Paesschen

Regest 60 , 1434 Juni 23: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Werner Backens heeft verkocht en overgedragen aan Roelf Wybens een steenhuis met zijne hofstede en verder toebehooren, gelegen in de oosterzijde van de Guldenstraat.
Ghegheven in den jaer onss Heren dusent vierhondert vierendertich in sunte Johannis Baptistenavende Nativitatis

Regest 60* , 1434 September 16: Burgemeesteren en raad der stad Groningen en Haye en Boele Ryperda, hoofdlingen tot Fermessum, verklaren een zoen te hebben gesloten over den doodslag van Wilhem Wicheringh en de schade, welke de burgers der stad Groningen van Haye en Boele hebben geleden, met bepalingen over de wederzijds te verleenen hulp en bescherming, erkenning van het stapelrecht van Groningen enz.
Ghegeven in den jaer onss Heren dusent vierhondert vier ende dertich in sunte Lambertusavende

Regest 61 , 1434 November 10: Burgemeesteren en raad in Groninghen en de buren van de Westerhamricken ter eene en broeder Dyurd, abt to den Bure, met zijne kloosterlingen en de meente van Schermster zijlvest ter andere zijde, verklaren eene overeenkomst te hebben gesloten, waarbij aan de stad Groningen op zekere voorwaarden wordt vergund met het Westerhamrik door hunne zijl te Delffzile uitte wateren.
In den jaer onss Heeren dusent vierhondert vier ende dartich op sunte Martensavent in den winter

Regest 62 , 1435 Maart 26: Pontianus, abt te Selwert, met zijne kloosterlingen en de gemeene buren van den Paddepoel beloven aan den abt en de kloosterlingen van Aedwert dat het Wirmerhemrick in het vervolg door hunnen grondpomp in het Aedwerderzijll zal mogen uitwateren.
Int jaer onses Heeren dusent veerhondert end vijf ende dartich op sinte Ludgerusdach

Regest 63 , 1436 April 29: Sybrandus de Hasstha, clericus Trajectensis, notarius, oorkondt dat Dodo, abt van het klooster Floridus Campus, voor hem eene nadere verklaring heeft afgelegd in zake het compromis in het geschil tusschen Eylke Onnema en Edze Tuwinge, betreffende erfenissen en bezittingen in Fywelingelande, waaronder genoemd wordt Baukemaheert.
Acta fuerunt hec in opido Groningen in curia monasterii de Adewert, dicta op ten Holm, anno millesimo quadringentesimo tricesimo sexto mensis Aprilis die vicesima nona

Regest 64 , 1436 April 30: Hysse Lomkama te Aylerdamahusz in het karspel van Usquart verklaart verkocht te hebben aan Ode to den Dycke een stuk land gelegen in Tornwerderhamrik "to Menthada provende behof to Mijddelstum".
Int jaer uns Heren M CCCC XXXVI des naesten Manendaghes vor sunte Phillippus ende Jacobusdach apostelen

Regest 65 , 1437 Juni 29: Roedolph, bisschop van Utrecht, geeft eene bevestiging van den brief, d.d. 1407 Januari 25, waarbij zijn voorganger bisschop Frederic een deel van een erf en goed bij Groningen gelegen, had verpacht aan Heyne ter Bruggen en kinderen, en verklaart thans datzelfde erf, onder zekere bepalingen, te hebben verpacht voor den tijd van 50 jaren aan Johan ter Bruggen.
Gegeven toe Vollenhoe int jair onss Heren dusent vierhondert soeven ende dertich op sant Peters ende Pouwelsdach

Regest 66 , 1439 September 27: Dutmer Rengers, proost toe Fermissum, Focco Schulkama, Bolcko to Deelffsilen, Boweko Schroder ten Damme, Herko toe Wierdum, scheppers van Dorpmannezijl, en de zijlrechters van die zijl doen in hoogste instantie uitspraak in een geschil tusschen Aldert tho Oesterwerum en consorten ter eene, en de conventsbroeders van Oesterwerum ter andere zijde, betreffende de verplichting van gezegden Aldert c.s. om te arbeiden en schot te geven voor de zijl te Oterdum, welke quæstie reeds in twee instantiën door de zijlrechters te Oterdum en door die te Farmissum was berecht.
Datum int jaer ons Heeren duisent vierhondert end neegendartich des Sondags voer sunte Michelsdaghe

Regest 67 , 1440 Februari 14: Heddo to Ghershusen en Aleke zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Blijdeke Fradama eene hoeveelheid lands onder Ghershusen.
Ghescreven int jar ons Heren dusent vierhundert ende vijrtich op sunte Valentijnsdach des heyligen martelers

Regest 68 , 1440 Mei 19: Heddo tho Ghershusen en Aleke zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Blideke Fradama eene hoeveelheid lands onder Ghershusen gelegen.
Ghescreven int jar ons Heren dusent vierhundert ende viertich des Donredages nae Pinxsteredaghe

Regest 69 , 1440 Juni 17: Ewe Menekenzoon, wonende in Oldensijl, verklaart verkocht te hebben aan Blideke Fradama eene hoeveelheid lands in Stederhamric, geheeten "Luijrdisma harna."
Ghescreven int jar ons Heren dusent vierhundert ende viertich des Vrijdaghes na sunte Odulphusdach de hillighen confessor

Regest 70 , 1440 Augustus 3: Roedolph, bisschop van Utrecht, verklaart verpacht en uitgedaan te hebben aan Lambert Hach, burger in Groninghen, het heem en de hofstede te Gronenborghe met landen en onlanden daartoe behoorende en een kleine hofstede daarbij gelegen op de zuidzijde aan het diep.
Gegeven tot Utrecht int jair ons Heren dusent vierhondert ende veertich des Wondaghes na sunte Petersdach ad Vincula

Regest 71 , 1440 September 7: Petrus, abt te Werum, benevens de prior, kelre en gemeene conventslieden van dat klooster, verklaren verkocht te hebben aan Ditmar Renghers een akker "wyrtlands", gelegen op de wierde bij Edze Tuwinghe huis.
Ghegheven in den jaer ons Heren MCCCC ende XL op onser Vrouwenavent Nativitatis

Regest 72 , 1440 October 6: De gemeene zijlrechters en meente int Verendel, ten Buere en tho Ghermerwolde verklaren eene overeenkomst te hebben getroffen betreffende het onderhoud van den nieuwen dijk, gaande bijlangs het nieuwe diep.
Datum in den jaere onsz Heerenn dusentt vierhondert und viertich achte daghe nha sunte Micheell

Regest 73 , 1440 October 15: Haye Rychtsama en Syammeke zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Hidde Anste eenig land in Sybrande-fenne en Tyndenserhamrik.
Ghescreven int jaer ons Heren dusent vierhundert ende viertich des Saterdaghes na sunte Calixtusdaghe

Regest 74 , 1440 November 17: Roedolph, bisschop van Utrecht, verklaart Helprick Assekens, op zijn verzoek, na den dood zijns vaders Johan Assekens Marquardszoon, beleend te hebben met het Tetyngegoed en toebehooren, gelegen bij de stad Gronyngen.
Gegeven to Deventer int jaer onss Heren dusent vierhondert ende viertich des Donredages nae sente Martensdach in den wynter

Regest 75 , 1441 Mei 5: Remmet Ytkama verklaart bij wijze van ruil overgedragen te hebben aan Ditmer Rengers 2 "forlingen" lands, gelegen op de wierde bij Edze Tuwinges huis, en daarvoor terug te hebben ontvangen 2 "forlingen" lands, gelegen in de Haveresch.
Int jaer ons Heren M CCCC ende XLI des Vridaghes nae Crucesdaghe

Regest 76 , 1441 Mei 29: Roedolph, bisschop tot Utrecht, verklaart Roeloff van Ommen, na afstand van Fije Kalmers, beleend te hebben met het Nidingegoed, met al zijn toebehooren, zooals dat binnen en buiten de stad Gronyngen is gelegen, op dezelfde wijze als Fije dat vroeger in leen plach te hebben.
Gegeven toe Utrecht int jaer onss Heren dusent vierhondert eenendeviertich des Manendages nae onss Heren Hemelvaertsdach

Regest 77 , 1442 Maart 12: Roedolph, bisschop van Utrecht, verklaart verpacht te hebben, onder zekere bepalingen, voor den tijd van 50 jaren aan Henric Baroldes en Hille zijne vrouw, het goed geheeten Tetingegoed met toebehooren, gelegen op de Noerdesch bij Gronyngen.
Gegeven tot Utrecht int jaer onss Heren dusent vierhondert tweendeveertich op sante Gregoriusdach

Regest 78 , 1443 Februari 5.: Geleke Dyuerdisma in de Zeriip verklaart verkocht te hebben aan Zwabbe Herama te Wydewert eenig land te Zeriip, geheeten Guttynghaheert.
Ghegheven int jaer ons Heren dusen veerh(un)dert dre ende veertych up sunte Aghatadaech

Regest 79 , 1443 Februari 24: Feyo Sickinghe en Frowe, ehelieden wonende te Bafftlo, verklaren verkocht te hebben aan Lyuwert Scheltinghe en Teteke zijne vrouw, in het kerspel Bedum, eene hoeveelheid lands gelegen te Adorp, geheten "uppa Falgum", en nader in het stuk omschreven.
Ghegheven int jaer onss Heren dusent veerhundert dryenveertich up sunte Mathiasdach des hillighen apostels

Regest 80 , 1443 Mei 13: Aelyko Rypekama en Wysseka, ehelieden te Aldenzijll, verklaren verkocht te hebben aan Blydeke Voradama een heerd, Ottamaheert geheeten, met alle heerlijkheden, rechten en verdere annexen.
Datum anno Domini M CCCC quadragesimo tercio ipso die beati Servacii episcopi

Regest 81 , 1444 Maart 1: Ode toe den Dycke in Petersburen verklaart te hebben gegeven aan de prebende "uppa da Medum" in "da Ostra ampt" Ripperdaheert met zijn toebehooren en bovendien eenig land gelegen "buta den dijck in der ostra kofenna", waarbij getuigen zijn: Liuda Mennama, Focko Meckama, wedmannen in Petersburen, Abelo Ponta, Iteko Rekumma en Gheert Schomaker.
Gegeven int jaer uns Heren dusent veerhundert veer unde veertich, des Sondages als men singhet Invocadit

Regest 82 , 1444 April 8: Eppo ter Truchleden en Wabbeke zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Blideke Faradama en Reyner haren zoon eene hoeveelheid lands in Ghershuser karspel.
Ghescreven int jar ons Heren M CCCC ende XLIIII des wonsdages nae Palmedach

Regest 83 , 1444 Mei 25: Heer Peter, abt to Wittewerum, heer Duyrt, abt ten Buer, Gelmer Canter, zijlrechter tot Scharmer Delfzijl van wege de twee hamrikken te Gronningen, Claes Menoldes, olderman van beide genoemde hamrikken, Evert Entens, Edse Tuinga, Tadeke to Sjuxum, volmachtig van Emo Okema, "de van Slochter", samen rechters to den Delfsijlen stellen de voorwaarden vast, waarop aan "de Sandsaters, geheten Ompteda Tjat, de tot Ompteda Tjatsijle plegen uthtowateren", vergund wordt in het vervolg uittewateren in het zijlvest der Drie Delfzijlen en te behooren tot "den Dorpsijle".
Gegeven in den jare onses Heren 1444 op St. Urbanus pawesdach

Regest 84 , 1444 November 26: Burgemeesteren en raad in Groningen geven uitspraak in een geschil tusschen Johannes Klant, als klager ter eene, en Idze Tuwinge, beklaagde ter andere zijde, betreffende den eigendom van een deel van Gaykummaheert met toebehooren, gelegen te Kantense in Husingelande.
Ghegeven ende ghewiist in den jaer onss Heren dusent veerhondert veerendeveertich des Donerdaghes na sunte Poncianusdach

Regest 85 , 1445 Februari 5: Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat Lubbert Sicking heeft verkocht en overgedragen aan Barold ten Bruggen het vierdedeel van eene tiende te Helpen, hem aangeërfd van zijne moeder, en het achtstedeel van die tiende hem van zijnen vader aangekomen.
Ghegeven inden jaer ons Heren dusent vierhundert vijffendeviertich up sunte Agatendach

Regest 86 , 1445 Maart 12: Mencko Tammenzoen, hoofdling te Loppersum, Popcko Uffkens en Frouwe ten Damme, IJteko Dothenge te Sierdabeerd, Focko Bernda en Thiaether te Hellem verklaren verkocht te hebben eenige "furlingen" lands, gelegen tusschen Poste en Aldersum, aan Edze Touwenghe, hoofdling ten Poeste, en Hysse zijne huisvrouw.
Ghegheven in den jaer ons Heren M CCCC ende viif ende veertich up sunte Gregoriusdach pape

Regest 87 , 1445 Mei 6: Focko Bernda en Thiaether, ehelieden te Hellem, verklaren dat Edze Touwenghe, hoofdling ten Poeste, hun aandeel in de koopsom der landerijen, vermeld in den koopbrief d.d. 1445 Maart 12 (Regestenl. no. 86) behoorlijk heeft voldaan.
Datum int jaer ons Heren M CCCC ende XLV up sunte Johannesdach ante portam Latinam

Regest 88 , 1445 Augustus 1: De abten van Werum en van Buire, hoofdlingen en zijlrechters van het zijlvest der drie Delfzijlen, stellen, met consent der meente, rechtsbepalingen en voorschriften vast voor dat zijlvest.
Gegeven in den jaere ons Heeren duisentt vierhondert vijff ende viertich up sunte Petersdach ad Vincula

Regest 89 , 1447 April 18: Ewe op Sybingaheem en Bywe, ehelieden, verklaren bij wijze van landwisseling afgestaan te hebben aan Blideke Faradama en Reyner haren zoon eene hoeveelheid lands te Huesdingen gelegen, geheeten de Pijlfenne.
Int jar ons Heren M CCCC ende XLVII de Dinxedages nae Paesche achtedaghen

Regest 90 , 1448 September 12: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Clawes Tymmerman heeft verkocht en overgedragen aan Idze Tuwinge eene hofstede in het kerspel Wittewirum te Oldersum.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent veerhondert acht ende veertich des Donredages na Nativitatis Marie

Regest 91 , 1449 Januari 16: Popeko Azegensone ten Poste, in overleg met zijne familieleden, bevestigt voor Hisse Renghers en Johan en Focke hare zonen den verkoop van Ewke Hessels steenhuis met annexe landen en heerlijkheden, door zijne ouders indertijd aan wijlen Ditmar Renghers gedaan.
Datum anno Domini milesimo quadringentesimo quadragesimo nono des Dunredaghes voer sunte Agneten daghe

Regest 92 , 1449 April 19: Abelo Heynema verklaart bij wijze van stoklegging te hebben overgegeven aan den abt van Weerum en Johan Rengers "totter Achte Sijllvestene behoeff" vier akkers land onder het kerspel tho Broke, om aldaar een nieuwen dijk te maken, met bepalingen over het schouwen van den "Emmerdijck", het schoonhouden van "de Borch" enz.
Gegeven in den jaer onses Heeren dusentt veerhondertt neegen end veertich des Saterdaeges voer Paeschachtenn

Regest 93 , 1449 April 20: Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat Rande Wicheringk heeft verkocht en overgedragen aan Albert Jarichs en Barold ten Bruggen "den alingen tynden smalen ende groven", die Johan Sickinge had op "der stad Zuutessche", te Helpman en op Helpmenessche.
Ghegeven inden jaer ons Heren dusent vierhundert negenendeviertich up Paeschachten

Regest 94 , 1449 Mei 2: Roedolph, bisschop tot Utrecht, verklaart Johan Hoerneken beleend te hebben met het Nijdinge- of Henric Everts goed, gelegen binnen Groenyngen op Folkerdingestrate-hoerne, en eenige andere landen, na daartoe gevolmachtigd te zijn door Nanneke, Sweder Evertszoensdochter, vrouw van Johan voornd., waarbij als getuigen fungeeren Ffrederic van Steenre, Willam van Steenre e.a.
Int jair onss Heren dusent vierhondert negen ende viertich des anderen dages in Meye

Regest 95 , 1449 November 29: Yteko Dothinge en Tette, ehelieden te Syrdabeert, met Johannes hunnen zoon verklaren, dat zij een gedeelte van Styamaheem in de Rijp verkocht hadden aan Mencko in den Hamme, toen Ffocko Bernda en Thyaer te Hellum, Popeko Tetekens en Frouwe ten Damme daartusschen zijn gekomen, en hebben Mencko voornd. "affghedreven van naerkoepes weghen went se ons sybber sint", zoodat de gemelde personen in het bezit van dat land zijn getreden.
Datum in den jaer ons Heren M CCCC ende XLIX up sunte Andreasavent apostoli

619 Borg Farmsum, 1246 - 1912

Regestenlijst

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren