Uw zoekacties: Borg Farmsum, 1246 - 1912

619 Borg Farmsum, 1246 - 1912 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1 De Borg Farmsum
619 Borg Farmsum, 1246 - 1912
Inleiding
1.1
De Borg Farmsum
Organisatie: Groninger Archieven
De hierachter volgende inventaris is wederom zijn ontstaan verschuldigd aan een der vele aanwinsten, waarin ht Rijksarchief in Groningen zich gedurende het laatste decennium heeft mogen verblijden.
In de jaren 1891, 1892 en het begin van 1893 schonken de erven van wijlen jhr. D.G. Hora Siccama van de Harkstede, te Utrecht, aan het Rijksarchief in Groningen een groot aantal kisten en kartonnen dozen, gevuld met verschillende handschriften, vooral met charters van allerlei tijd en aard *  .
De omvangrijke collectie bevat in hoofdzaak familie-papieren van het geslacht Rengers, waarin tevens die van ettelijke Ommelander families, als Ripperda, Entens, Clant, Kater, van Starkenborch e.a., door verwantschapsoorzaken hun plaats hebben gevonden.
Dit alles kwam ten slotte door aanhuwelijking in het bezit der familie Siccama, die er een deel van haar archief heeft bijgevoegd *  .
De gehele verzameling, in vroegere tijden door verschillende bezitters in hun verschillende behuizingen bewaard, kwam tenslotte bijeen op het huis te Farmsum en wordt dus niet ten onrechte met die naam aangeduid.
Toen mij de (voorlopig globale) inventarisatie van deze collectie werd opgedragen, was het terstond duidelijk, dat de schifting dezer "rudis indigestaque moles" heel wat tijd in beslag zou nemen.
Was de bewaring der stukken, op weinige uitzonderingen na, zeer goed, van orde was geen spoor te vinden. Op enkele liassen van kwitanties en dergelijke na, lag alles in merkwaardige verwarring door elkaar. In dorso van sommige stukken wezen enkele letters en cijfers wel op een vroegere inventarisatie, dan, deze orde was reeds zolang gestoord, dat daaraan geen leidraad ter rangschikking kon worden ontleend.
Nadat de lectuur der documenten en een globale schifting naar de families,aan wie zij behoord hadden, had plaats gevonden, bleek het, dat sommige stukken niet in deze verzameling thuis behoorden. Daar vele leden der genoemde Ommelander families nagenoeg erfelijk verschillende waardigheden bekleedden, zoals die van redger, overste schepper en dergelijke, was het begrijpelijk, dat officiële protocollen en andere stukken, tot de rechtspraak of het bestuur van een of ander zijlvest behorende, hierheen waren afgedwaald. Die delen en stukken werden teruggebracht tot de Rechterlijke- of Waterschapsarchieven, waartoe zij oorspronkelijk hadden behoord, en waarin zij nu een lacune op gewenste wijze aanvulden.
Ook waren er tal van andere stukken, welker herkomst of verband zo weinig was na te gaan, dat men geneigd werd een der vroegere bezitters als een verzamelaar van professie te beschouwen.
Belangrijk was, behalve enkele stukken van andere kloosters, hieronder een chartularium of copiarium van het oude klooster ter Apel (ca. 1500), waarin van elders onbekende stukken voorkomen, en dat thans weder deel uitmaakt van het kloosterarchief, waartoe het behoort.
Ook de overige documenten werden, zoveel mogelijk, opgezonden naar de archieven, waar zij thuis behoorden, o.a. naar Leeuwarden, Deventer en Utrecht.
Wat nu de verdere inventarisatie betreft, kwam het mij wenselijk voor hetzelfde systeem te volgen, dat bij het archief der familie van Ewsum in toepassing was gebracht. Evenals daar is ook hier een reconstructie beproefd der persoonlijke archieven van de leden der verschillende geslachten, in deze collectie vertegenwoordigd.
Was het archief van elk der familieleden vastgesteld, dan werd dit, evenals bij het familie-archief van Ewsum, in zes rubrieken gesplitst, natuurlijk voorzover er stukken tot die onderverdeling behorende voorhanden waren.
Men kreeg alzo:
1°. Stukken, betrekkelijk ambten en waardigheden;
2°. Stukken, betrekkelijk familie-relaties;
3°. Ingekomen en uitgegane brieven;
4°. Stukken, betrekkelijk het vermogen of de bezittingen;
5°. Stukken, betrekkelijk processen;
6°. Stukken van gemengde aard.
Dat het dikwijls niet gemakkelijk was vast te stellen tot welk lid ener familie een of ander stuk had behoord, ligt voor de hand. De inhoud en strekking van het stuk kwamen daarbij het meest in aanmerking, een dorsale aantekening gaf ook niet zelden de gewenste uitkomst, terwijl aan sommige stukken, door kennis van familieomstandigheden, met grote waarschijnlijkheid hun plaats kon worden aangewezen.
Het was er intussen verre af, dat alle, of ook maar de meeste stukken op deze wijze konden worden ondergebracht. Van het grote overschot behoorden vele stukken blijkbaar wel tot het huisarchief Farmsum, maar waren niet tot een bepaald lid ener familie terug te brengen.
Van deze documenten is een tweede afdeling gevormd, waarop de boven beschreven indeling eveneens is toegepast, 't geen weinig moeilijkheden opleverde en de uniformiteit bewaarde.
Doch ook nadat deze documenten hun plaats hadden gevonden, was de voorraad stukken niet uitgeput. Er bleef een hoeveelheid papieren over, die blijkens verschillende kentekenen, behoord hadden tot de archieven van sommige kerken. Daar de Ommelander Heeren ook in het kerkelijke verschillende waardigheden en grote invloed bezaten, zijn ook deze stukken, hun, de collatoren of bezitters van het patronaatrecht, toegezonden, onder hun particuliere papieren bliijven berusten. Hieruit is een derde afdeling gevormd, waarin bij iedere kerk de tot haar behoord hebbende stukken werden teruggebracht. Uit de aard der zaak konden de onderverdelingen hier minder talrijk zijn dan bij de beide eerste afdelingen: drie rubrieken volstonden, t.w.:
1°. Stukken betreffende kerkelijke dienst en adminstratie;
2°. Stukken betreffende de bezittingen;
3°. Stukken betreffende processen.
Hiermee was het archief-materiaal, in meer eigenlijke zin, ondergebracht. Maar het was niet te verwonderen, dat bij zulk een uitgebreide collectie tal van delen en papieren, gedrukt en ongedrukt, aanwezig waren, welke, geen eigenlijke archivalia zijnde, een plaats moesten vinden in de Bibliotheek van het Huisarchief Farmsum. Aan deze bibliotheekstukken is de vierde afdeling ingeruimd.
Naar de inhoud en de strekking der boeken en papieren lag navolgende indeling voor de hand:
a. Stukken van historiografische aard;
b. Stukken betreffende verschillende zijlvestenijen;
c. Clauwboeken en daaraan verwante stukken;
d. Stukken van kerkelijke aard;
e. Stukken van rechtskundige aard;
f. Stukken van maatschappelijke of economische aard;
g. Stukken van genealogische en heraldieke aard;
h. Kaarten;
i. Varia.
Wat enkele detailpunten der inventarisatie aangaat, b.v. het brengen der testamenten tot het archief van de erflater, e.a. meen ik te mogen verwijzen naar het dienaangaande opgemerkte in mijn inleiding voor de Inventaris van het familiearchief van Ewsum.
Overeenkomstig de hedendaagse eis ener goede inventarisatie is ook deze inventaris voorzien van een op de gebruikelijke wijze vervaardigde regestenlijst, t.w. van de aanwezige charters, niet van de brieven, getuigenverhoren en dergelijke stukken.
Die lijst gaat tot het jaar 1600. Voorzeker is de keuze van dit jaarcijfer willekeurig; doch, anders en met meer uitbreiding handelende, moest ik vrezen, dat de belangrijkheid der regestenlijst in omgekeerde reden zou staan tot haar volume. Regesten te vervaardigen van allerlei min belangrijke en daarbij talrijke stukken uit de 17de en 18de eeuw, zou onnodig tijdverlies zijn geweest.
Om het gebruik gemakkelijker te maken en het vinden der namen, in de soms over verschillende archieven verdeelde stukken, te bevorderen, is een alfabetische index vervaardigd.
Bij het bewerken van deze inventaris, uitgebreider en moeilijker van samenstelling dan die der familie van Ewsum, mocht ik weder mijn voordeel doen met de voortdurende hulpvaardigheid van de archivaris Mr. Feith, wiens deskundige steun mij van grote waarde is geweest.
Mr. C.P.L. Rutgers,
Commies-Chartermeester.
Groningen, in Lentemaand 1900.
1.2 Supplement
Regestenlijst
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 648

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het huisarchief Farmsum (met supplement)
Bewerker:
C.P.L. Rutgers en J. Meinema
Behoort tot collectie:
Rijk
Omvang:
1577 charters 8,5 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Het supplement was eerder Toegangsnummer 620. Die toegang is toegevoegd aan deze toegang.
Categorie: