Uw zoekacties: Familie Trip (1), 1552 - 1883

587 Familie Trip (1), 1552 - 1883 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In 1934 schonk de heer J.H.G. Wichers te Utrecht een belangrijke collectie stukken aan het Rijksarchief in Groningen, die afkomstig waren uit de boedel van zijn zwager, de heer H.R. Trip, laatstelijk notaris te Borger.
Bij de voorlopige inventarisatie van deze stukken viel al spoedig op, dat zich bij deze collectie in tegenstelling tot andere familiearchieven zo goed als geen charters bevonden. Deze bijzonderheid werd evenwel verklaard, toen in de zomer van 1948 de heer C.B.M. Wichers, zoon van bovengenoemde, aan het Groninger Rijksarchief een verzameling stukken aanbood, die hij had gevonden in een oude koffer ten huize van zijn moeder te Borger. Immers, deze nieuwe collectie bleek met de vroegere één geheel te vormen en bijna hoofdzakelijk uit charters te bestaan. Klaarblijkelijk heeft de heer J.H.G. Wichers bij de overbrenging van de familiepapieren van zijn zwager naar Utrecht deze koffer over het hoofd gezien en is deze daardoor in het oude notarishuis achtergebleven.
Met de ordening en beschrijving van dit familiearchief werd aanvankelijk de heer E.J. Werkman, indertijd rentmeester aan het Rijksarchief, belast, die daarin tijdelijk werd bijgestaan door de volontair P. Biesta. Gedeelten van het archief werden door hen beschreven, evenwel de inventarisatie moest telkens voor andere, dringender werkzaamheden worden onderbroken en in de oorlog zelfs geheel worden stopgezet.
In het najaar van 1947 kreeg ondergetekende de opdracht de inventarisatie opnieuw ter hand te nemen. De verzameling verkeerde toen in een vrij chaotische toestand. Zij had namelijk door de maatregelen, tijdens de oorlog ter beveiliging van de archieven getroffen, vele omzwervingen door het depot gemaakt en was zelfs gedeeltelijk in de kelder ondergedoken geweest; bij deze tochten waren vele dossiers en andere bijeen horende stukken uiteen geraakt en was ook van de meer algemene samenhang van de stukken weinig overgebleven.
Bovendien hadden vreemde archivalia met lust voor avontuur - tot zelfs uit het gemeentearchief toe - van de gelegenheid geprofiteerd om zich bij de collectie aan te sluiten, wat ongemerkt kon gebeuren, omdat deze een bij uitstek heterogeen geheel vormt. Tezamen gebracht door vele huwelijken en erfenissen, bevat zij zowel familiepapieren van stad-Groninger regenten en patriciërs als van Ommelander jonkers en hovelingen en aanzienlijke Drentse eigenerfden. Hoe deze tenslotte samengekomen zijn, toont de achter de inventaris geplaatste genealogische tabel aan.
In verband met de toestand van het archief was mijn eerste zorg daarin een zekere globale orde te herstellen, waarbij ik evenals bij de volgende beschrijvingsarbeid een dankbaar gebruik maakte van hetgeen reeds door mijn voorgangers was verricht. Bij deze aanvankelijke ordening poogde ik de stukken zoveel mogelijk terug te brengen tot de verschillende personen, van wie zij afkomstig waren.
Toen dit voor het merendeel mogelijk bleek, heb ik hierop ook de definitieve indeling gebaseerd. Deze indeling van de archivalia naar de personen, van wie zij afkomstig zijn, is ook gevolgd bij de stukken betreffende nalatenschappen en boedels, bij de huwelijkscontracten, ja zelfs bij de overdrachtsbrieven en andere zgn. stukken van zakelijke aard, die meestal in een afzonderlijke afdeling plegen te worden ondergebracht.
Mijns inziens wordt dit hier gerechtvaardigd door de omstandigheid, dat men te maken heeft met een verzameling van archieven (soms slechts één of enkele stukken) van vele, vaak zeer uiteenlopende personen, welke min of meer toevallig bijeen zijn gekomen. Zou men de stukken betreffende de onroerende goederen en eventueel ook de stukken betreffende nalatenschappen en de huwelijkscontracten in afzonderlijke afdelingen samenvoegen, dan zou dit het inzicht in de handelingen van elk van die personen alsook in zijn familiebetrekkingen niet ten goede komen.
Op deze indeling naar personen met echter één uitzondering worden gemaakt, nl. bij de vele aanwezige genealogieën. Hoewel deze vermoedelijk alleen van leden van de familie Trip afkomstig zijn, kon niet ten aanzien van alle worden vastgesteld, door wie zij bij de verzameling waren gekomen. Mede wegens hun meer algemene aard zijn zij daarom voorop in de inventaris geplaatst.
Ten aanzien van de stukken van ieder persoon werd zo nodig onderscheid gemaakt tussen die, welke van hem particulier en die, welke van hem in één of meer hoedanigheden afkomstig waren. Bij de eerstgenoemde groep kan men, soms evenwel met kleine afwijkingen, de volgende onderverdeling aantreffen:
Brieven;
Gedichten, verhandelingen enz.;
Diploma's en aanstellingen;
Familieaangelegenheden;
Contracten van correspondentie enz.;
Heerlijkheden en gerechtigheden;
Nalatenschappen en boedels;
Overige vermogensaangelegenheden.
Hierbij dient te worden opgemerkt, dat onder familieaangelegenheden zijn gebracht doopakten, huwelijkscontracten, testamenten en stukken betreffende overlijden en begraven, en voorts, dat bij Joost Lewe de talrijke stukken betreffende de boedels van het Huis Asinga te Ulrum en het Huis Nienoord in Vredewold ter wille van de overzichtelijkheid afzonderlijk voor de overige stukken betreffende nalatenschappen en gemene boedels zijn geplaatst.
De stukken van iemand in verschillende hoedanigheden afkomstig werden naar die hoedanigheden onderverdeeld. Evenwel werden alle stukken, die de heren Lewe en Van In- of Kniphuisen in hun kwaliteit als schepper onder zich hadden gehouden, overgebracht naar de archieven van de desbetreffende zijlvestenijen.
Nadat bovendien nog een aantal archivalia uit de collectie waren verwijderd, waarvan met zekerheid kon worden gezegd, dat zij eerst tijdens de oorlog waren verenigd, bleef nog een hoeveelheid stukken over, die niet tot het archief van de hiervoor genoemde personen kon worden gebracht. Zij werden als volgt onderverdeeld:
Brieven;
Verhandelingen enz.;
Heerlijkheden en gerechtigheden;
Overige vermogensaangelegenheden;
Stukken van diverse aard;
Kaarten.
De inventaris wordt hierna besloten met een hoofdafdeling Bibliotheek met slechts enkele nummers.
Wat de beschrijving van de stukken aangaat, moet erop gewezen worden, dat de termen dossier en bundel niet zijn gebruikt. Door de toestand, waarin het archief verkeerde, was het nl. meestal niet mogelijk om uit te maken of een aantal stukkern, die op een bepaald onderwerp betrekking hadden, al dan niet een dossier hadden gevormd.
Tenslotte zij nog meegedeeld, dat van de zegels alleen degene, die bewaard zijn gebleven, zijn vermeld en deze nog weer met uitzondering van de zegels van de stad Groningen en de contrazegels van de Staten-Generaal. Laatstgenoemde zegels, die beide veelvuldig aan de charters voorkomen, zijn zo bekend, dat hun vermelding de inventaris nodeloos zou verlengen.
Regestenlijst
Regest 199 , 1749 jan. 22: Akte van verkoop door Heerke Jans, Heertje Ubbes, Jan Jacobs als voogden over de minderjarige kinderen van Memke Poules te Eenrum aan Lubbert Geerts te Houwerzijl van hun behuizinge "zijnde een kuiperij"
587 Familie Trip (1), 1552 - 1883
Regestenlijst
Regest 199
, 1749 jan. 22: Akte van verkoop door Heerke Jans, Heertje Ubbes, Jan Jacobs als voogden over de minderjarige kinderen van Memke Poules te Eenrum aan Lubbert Geerts te Houwerzijl van hun behuizinge "zijnde een kuiperij"
Datering:
1749 jan. 22
Organisatie: Groninger Archieven

Kenmerken

Beschrijving:
Verzameling stukken afkomstig van leden van de familie Trip en vele aanverwante geslachten
Bewerker:
L.J. Noordhoff en M.C. Froger-Visser
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1981
Omvang:
1 liggende portef. buitenmod. 3 m standaardarchiefberging