Uw zoekacties: Familie Greving Op Grevingaheerd te Leermens en indultum van...

520 Familie Greving Op Grevingaheerd te Leermens en indultum van Leermens, 1444 - 1777 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Voor gegevens over de Grevingaheerd kan men terecht in het Borgenboek *  waarnaar ik kortheidshalve verwijs. Grevinga komt in klauwbrieven en bij de slijting van redgerrechten ook voor als Gaykemaheerd of Gayckingaheerd *  . Van der Aa vertelt in 1843 dat Grevinga toen al vernietigd was *  .
De familie Grevinge (de naam wordt ook op andere manieren gespeld) komt waarschijnlijk uit Drente. Uit een akte van 1510, waarvan het afschrift in het archief zit *  blijkt de verbinding met Leermens.
Bij deze akte sticht Doeko Grevinck een praebende in de kerk te Leermens, maar er staat ook in dat hij in Leermens geboren is. Doeko Grevinck schonk ten behoeve van de praebende de Nittersheerd met landerijen *  en andere goederen te Leermens en Zandeweer. De collatierechten van de praebende zouden toekomen aan die bloedverwant die de Grevingaheerd in eigendom had. Over deze collatierechten komen later moeilijkheden.
In 1589 verschaft pastoor Joannes Krijthe een akte van betrouwbaarheid van het afschrift van de oorkonde van Doeko Grevinck uit 1510. Een afschrift van deze akte van betrouwbaarheid bevindt zich in het archief van de Hoge Justitiekamer *  .
Na de reductie van Groningen werd de praebende een studiebeurs voor die leden van het geslacht Greving die de collatie hadden behouden *  .
Genealogische gegevens zijn over de familie Grevinck slechts sporadisch te achterhalen. Op een gegeven moment verschijnt Edzardt van Grevinck die met Elisabeth Tolebeeck getrouwd was. Deze Edzardt was aanvoerder in Staatse dienst tusssen 1580 en 1608. Hij werd in 1588 op het Wad gegrepen en kwam in 1589 weer vrij op voorspraak van zijn zwager Ulger Ulgers die met Evert Grevinck was getrouwd *  . Edzardt stond in 1594 bij het beleg van de stad Groningen onder bevel van Filips van Hohenlohe *  .
Bij de boedelscheiding tussen de familie Ulgers en de familie Grevinge in 1630 valt de Grevingaheerd ten deel aan Elisabeth Tolebeeck, weduwe van Edzardt *  . Hun zoon Edzardt, getrouwd met Elteke van Tongeren, verwierf tenslotte de heerd.
Hij en zijn broers en zuster Luert, Johan en Wytske Grevinge verkeerden over de scheiding en deling van hun gemeenschappelijke goederen *  in onmin. Luert Grevinge wilde de Nittersheerd als zijn eigendom verkopen *  en diende een rekest daartoe in bij de Staten.
Edzart en Johan Grevinge verzetten zich ertegen omdat zij volgens de Fundatiebrief uit 1510 ook recht hadden op het jus patronatus. De Staten hielden zich inderdaad aan de Fundatiebrief. In 1650 wordt er door de schuldeisers van de zoon van Edzardt Grevinge, Abel Greving, een poging gedaan om Nittersheerd te verkopen, reden voor Edzardt een verzoek in te dienen bij de Staten van Stad en Lande om de heerd niet-vervreemdbaar te verklaren en de collatie aan zijn zoon Abel te bevestigen *  . Weer besluiten de Staten dat de verzoeker zich heeft te houden aan de Fundatiebrief.
In 1660 doet de weduwe van Edzart Greving, Elteke van Tongeren, samen met haar zoon Edzard, een verzoek aan de Staten om een heerd te Zandeweer te mogen verkopen, ook dit verzoek wordt afgeslagen op grond van de Fundatiebrief *  .
De 4e Edzard Greving, zoon van Edzard Greving en zijn vrouw Anna Smeding, is driemaal getrouwd geweest *  . Hij had vele funkties. Evenals zijn vader, grootvader en overgrootvader compareerde hij voor Leermens in de landdag. Bovendien was hij Gecommitteerde Raad *  .
Fivelingo was als kwartier onderverdeeld in 3 onderkwartieren, net als de andere 2 kwartieren. Elk onderkwartier wees een gecommitteerde raad aan. De Staten-Generaal hadden in 1655 een beslissing genomen over de regeringsvorm van de Ommelanden. Deze beslissing werd gewijzigd bij reglement van 1659. In dit reglement was de taak der gecommitteerden niet nader omschreven. Zij hadden een speciale instructie *  . Hun taak leek een beetje op die van de Gedeputeerde Staten van de provincie, zij moesten opkomen voor de Ommelander vrij- en gerechtigheden, zorgen voor de financiën, accijnzen verpachten etc.
Uit het Registratieboek van heerlijke rechten in Fivelingo 1750-1943 *  en uit de "notulen" der commissie uit de Hoge Justitiekamer tot onderzoek der ommegangen in de redger-en andere rechten in Fivelingo 1752-1762 *  blijkt welke rechten de familie Grevinge pretendeerde. In de 1e Leermenster clauwe buiten de buren lagen 14 edele heerden, de 12e heerd was Gaykema- of Grevingaheerd. Hierop viel het redgerregt en het overregt *  .
In de 2e Leermenster clauwe binnen de buren lagen 5 edele heerden, de 2e heerd was Nittersheerd en de 5e heerd was Lambertus- of Lammersheerd, ook in bezit van de Grevinge's. De Nittersheerd was niet geregistreerd en in 1753 richt Edzard Grevinge een verzoek tot de HJK om de heerd geregistreerd te krijgen *  , wat door hem verdedigd wordt met de eerder genoemde Fundatiebrief. Het verzoek wordt ingewilligd.
Ook blijkt uit het Registratieboek van heerlijke rechten welke collatie en welk zijlrecht Edzard Grevinge pretendeerde en die op genoemde heerden *  vielen.
Met Georg Cirtco Christiaan Greving (+ 1796), zoon van Edzard Greving en zijn 1e vrouw Meymardina Meyer, schijnt het geslacht Greving uit te sterven. Hij wordt in 1776 nog genoemd in het "Clauwboek der Judicaturen van Leermens, 't Zandt etc.
1. Indultum van Leermens
2. Literatuur
3. Archivalia
Zegellijst
1. Philips grave van Hohenloo
2. Stadholder en hooftmannen
520 Familie Greving Op Grevingaheerd te Leermens en indultum van Leermens, 1444 - 1777
Zegellijst
2.
Stadholder en hooftmannen
Organisatie: Groninger Archieven
2. 1. Stadholder en hooftmannen van Stad en Lande van Groningen. 2. 4. 3. 1630 apr. 26. 4. was. 5. rood. 6. rond. 7. 5,8. 8. l.besch. 9. uith. 10. S.VAN GERICHTSCAMER DER STADT GRONINGEN OMMELA. 11. onsen ampts segel aen gehangen.
3. 1. Stadholder en hooftmannen van Stad en Lande van Groningen. 2. 7. 3. 1638 mei 5. 4. was. 5. rood. 6. rond. 7. 3,8. 8. 1. besch. 9. uith. 10. SIGILLVM AD CAVSAS. 11. met onsen oldenen ambts zegell aen gehangen (klein ambtszegel) 12. -.
3. Jonker en hoofdeling
4. Richter

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van de stukken afkomstig van de Familie Greving Op Grevingaheerd te Leermens en beschrijving van stukken betreffende het indultum van Leermens
Bewerker:
J. Ellerbroek-Wellinga
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1980
Laatste uitvoer:
08-04-2021
Omvang:
0,2 m standaardarchiefberging
Archiefvormer(s):