In 1984 nam het Rijksarchief in Groningen het archief van de N.V. Scheepsbouwcombinatie Nescos en naar later bleek van de Verenigde Groningse Scheepswerven Noordergroep als schenking over uit handen van Ing A.J. van Lohuizen, directeur van Nescos en secretaris/penningmeester van de Noordergroep. De omvang bedroeg 14,5 meter. Vanaf het begin van de inventarisatiewerkzaamheden was het duidelijk dat er van een "oude orde" nauwelijks sprake was, het was meer een "wanorde". Daardoor kostte het enige tijd om de verstrengeling en de afbakening van de werkzaamheden van Nescos en Noordergroep te begrijpen en de archivalia dienovereenkomstig te scheiden. Ook bleek dat er in het archief veel hiaten voorkwamen. Zo waren er nauwelijks financiële bescheiden. De heer Van Lohuizen deelde desgevraagd mee dat het resterende deel van het archief bij de enig overgebleven aandeelhouder berustte, namelijk Bodewes' Scheepswerven B.V. De directie van dit bedrijf bleek bereid te zijn het resterende gedeelte van het Nescosarchief te schenken. Deze aanvulling bevatte, behalve een deel van de vermiste financiële bescheiden, het archief tot aan de liquidatie in 1985. Ook in dit deel zijn lacunes. Het totale archief van beide instellingen bedroeg nu 20,5 meter. Aangezien er geen ordening volgens organisatie van het archief mogelijk was, is gekozen voor ordening naar functie. Tijdens de inventarisatie werd 12,5 meter voor vernietiging geselecteerd, vooral veel dubbelen, reclamemateriaal van derden, bijlagen bij de rekening, e.d. De dubbele foto's zijn geschonken aan het Noordelijk Scheepvaartmuseum.