In 1900 wordt door scheepsbouwers in het gebied langs het Winschoterdiep van Hoogezand tot Groningen de Scheepsbouw Vereniging Hoogezand (SVH) opgericht. Lid hiervan worden niet alleen Groninger scheepsbouwers, maar ook scheepsbouwers uit Friesland, Drenthe en Overijssel *  . Het bestuur van deze SVH heeft in de crisisjaren herhaaldelijk een beroep op de regering gedaan om de Groningse scheepsbouw financiële steun te verlenen. Steun en toeverlaat hierbij is de eerder genoemde T.L. Mellema. In 1935 hebben zij succes: de regering is bereid steun te verlenen, echter alleen aan die werven die nog in bedrijf zijn. De directeuren/eigenaren van deze bedrijven komen regelmatig bijeen om de mogelijkheden en de problemen rond de steunverlening te bespreken. Tijdens deze bijeenkomsten wordt ook herhaaldelijk de klacht geuit dat de prijzen van de schepen te laag worden, vooral als gevolg van de harde concurrentie. De betrokkenen besluiten daarop een regeling in het leven te roepen waardoor men de prijzen van de schepen kan verbeteren. Hiertoe wordt op 16 mei 1935 de Vereenigde Groningsche Scheepswerven 'Noordergroep' (Noordergroep) opgericht. De volgende bedrijven sluiten zich daarbij aan:
- Fa. Niestern en Co
- C.V. Noord Nederlandsche Scheepswerven
- N.V. Scheepswerf "Delfzijl" v/h Gebr. Sander
- Scheepswerven Gebr. van Diepen N.V.
- N.V. Scheepswerf J. Koster
- N.V. Scheepswerf "Waterhuizen" J. Pattje
- E.J. Smit en Zoon's Scheepswerven N.V. *  .

Er wordt een reglement vastgesteld, dat voorziet in de oprichting van een zg "Centrale Post". Deze wordt bemand door de vertrouwensman T.L. Mellema. Alle aanvragen voor inschrijvingen bij aanbestedingen en opdrachten moeten gemeld worden bij deze Centrale Post, waarna een regeling in werking treedt die de concurrentie moet beperken. Bij de uitvoering hiervan is regelmatig overleg tussen de deelnemers noodzakelijk. Een andere taak is de belangenbehartiging, vooral ten aanzien van de overheid. Daarnaast wordt een overeenkomst aangegaan met een vergelijkbare groep in het Westen van het land, de Zuidergroep, waarbij tot afbakening van het werkterrein wordt gekomen. Al in 1937 wordt de groep uitgebreid. In 1941 zijn reeds 12 werven lid. In dat jaar wordt de Noordergroep echter als gevolg van Duitse maatregelen opgeheven *  . De werkzaamheden gaan echter door onder het voorwendsel van een kegelclub *  . Tot aan het eind van de oorlog worden de administratieve werkzaamheden verricht in het woonhuis van de heer Mellema, H.W. Mesdagstraat 83 te Groningen. Na de oorlog in het pand van de Bedrijfsgroep Scheepsbouw, Frieschestraatweg 53a, eveneens te Groningen.