358 Sociëteit der Groninger Oude Vlamingen, 1738 - 1815 ( Groninger Archieven )
358
Sociëteit der Groninger Oude Vlamingen, 1738 - 1815
Inleiding
1. Ontstaan, organisatie en geestelijke taak i
358 Sociëteit der Groninger Oude Vlamingen, 1738 - 1815
Inleiding
1.
Ontstaan, organisatie en geestelijke taak
Organisatie: Groninger Archieven
laatste wijziging 10-01-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
In de eerste helft van de 17de eeuw waren er in Nederland verschillende pogingen om de diverse groepen doopsgezinden weer met elkaar te herenigen. In 1610 vond er een vergadering plaats in Harlingen tussen groepen van de stromingen der Vriezen en Vlamingen. Vele geestverwanten uit de provincie Groningen maakten hiertegen bezwaar. Tussen 1616 en 1628 vergaderde men nog enkele malen hierover. Het accent van de vergadering was intussen verschoven naar de onderlinge hereniging van groepen Jonge- en Oude Vlamingen. De vergadering van 18 - 21 september 1628 had plaats in de omgeving van Middelstum. Ze stond onder leiding van Jan Luyes, "bisschop ut de Marne". De partijen kwamen niet tot een vergelijk. Jan Luyes overleed op 21 januari 1637. Hij werd opgevolgd Ukko Walles, Oudste van Noordbroek. Hij zette de lijn van de gedachten van Oudste Jan Luyes voort. Zowel extern als intern meed Ukko Walles de discussie niet. Hij was op 6 januari 1635 een openbaar dispuut aangegaan met Theodorus à Lengell, hervormd predikant van Godlinze. Het dispuut ging waarschijnlijk over doop en de menswording van Christus. Na het dispuut voelde Thedorus à Lengell zich diep gekrenkt en bracht hierover verslag uit aan de andere hervormde predikanten in de provincie Groningen. Daarbij kwamen nog Ukko Wallis' ideeën over Judas Iskariot, die heel wel mogelijk in de hemel was gekomen, omdat hij met zijn verraad de mensheid een weldaad had bewezen. Eerst dankzij Christus' dood kon de zondige mens immers ontsnappen aan Gods oordeel.
Van 26 februari - 7 maart 1637 hielden de Oudsten en leraren van 29 (Jonge en Oude) Vlaamse gemeenten een vergadering in de stad Groningen. Binnen de groep van Oudsten maakte Jurrien Thomas uit de stad Groningen op 4 maart 1637 bezwaar tegen de denkbeelden van Ukko Walles over Judas en werd daarop niet meer toegelaten tot de vergadering. Uit deze weigering ontstond de Gemeente "Jurrien Thomasvolk" in Groningen.
De vergaderde groepen "Vlaamse Mennisten" gingen verdeeld uiteen.
De bestuurders van de stad Groningen hadden moeite met Ukko Walles' economische invloed in het Oldambt en de stadspredikanten vreesden voor herhaling van "Munsterse toestanden". Daarom werd Ukko Walles op 8 april 1637 verbannen uit de provincie Groningen.
Ukko Walles begon aann een zwerftocht door Oost-Friesland en Friesland. Af en toe kreeg hij met smeekschriften ontheffing van het bannissement en keerde enige tijd terug. Ukko Walles overleed op 15 februari 1653 te Sylmönken in Oost-Friesland.
De vergaderde groepen "Vlaamse Mennisten" gingen verdeeld uiteen.
De bestuurders van de stad Groningen hadden moeite met Ukko Walles' economische invloed in het Oldambt en de stadspredikanten vreesden voor herhaling van "Munsterse toestanden". Daarom werd Ukko Walles op 8 april 1637 verbannen uit de provincie Groningen.
Ukko Walles begon aann een zwerftocht door Oost-Friesland en Friesland. Af en toe kreeg hij met smeekschriften ontheffing van het bannissement en keerde enige tijd terug. Ukko Walles overleed op 15 februari 1653 te Sylmönken in Oost-Friesland.
De naamgeving van de groep is niet eenduidig. De leden van de groep noemden zich zelf "Oude Vlamingen", maar sommige bestuurders van overheden spraken liever over "Ukkowallisten", want dan was het eenvoudiger om maatregelen tegen hen te nemen.
In 1659 hielden de Oudste(n) en leraren van de gemeenten van Groninger Oude Vlamingen een vergadering over zuiverheid in leer en leven in Loppersum. * .
In 1730 werd Luurt Luurts, zoon van Luurt Luurts gekapitteld door de dienaren van Rasquert vanwege zijn wereldse kleding. *
In 1749 werd besloten dat iedere leraar mocht dopen en het Avondmaal bedienen, hetgeen voorheen gedaan moest worden door de "Oudste".
In 1659 hielden de Oudste(n) en leraren van de gemeenten van Groninger Oude Vlamingen een vergadering over zuiverheid in leer en leven in Loppersum. * .
In 1730 werd Luurt Luurts, zoon van Luurt Luurts gekapitteld door de dienaren van Rasquert vanwege zijn wereldse kleding. *
In 1749 werd besloten dat iedere leraar mocht dopen en het Avondmaal bedienen, hetgeen voorheen gedaan moest worden door de "Oudste".
Over de organisatorische wijziging van het begrip "Vergaderinge" in een "Sociëteit" (latijns woord voor verbond) en met de betekenis van een organsatie met vaste regels zijn geen gegevens bekend.
In 1710 wordt zij in de archiefbescheiden van de Commissie voor Buitenlandse Noden genoemd als "Ukkowalisten Sosyteit" * waarin o.a. de Oudste Alle Derks der Groninger Oude Vlamingen zitting had.
In dat jaar bestond de Sociëteit nog uit 31 gemeenten * : 15 gemeenten in de provincie Groningen, 4 in Oost-Friesland, 5 in Friesland, 4 in overijssel en 3 in Noord Holland.
Uit de notulen van de vergadering van 1738 * blijken 2 afgevaardigden van iedere gemeente: resp. Oudste of leraar en 1 diaken.Het bestuur van de vergadering bestond uit 3 personen. Het beheer van de Sociëteitskas werd meestal opgedragen aan 3 leraren als diaconen, ze worden genoemd "Administratoren der Sociëteits-Cassa" (zie schema I.)
In 1710 wordt zij in de archiefbescheiden van de Commissie voor Buitenlandse Noden genoemd als "Ukkowalisten Sosyteit" * waarin o.a. de Oudste Alle Derks der Groninger Oude Vlamingen zitting had.
In dat jaar bestond de Sociëteit nog uit 31 gemeenten * : 15 gemeenten in de provincie Groningen, 4 in Oost-Friesland, 5 in Friesland, 4 in overijssel en 3 in Noord Holland.
Uit de notulen van de vergadering van 1738 * blijken 2 afgevaardigden van iedere gemeente: resp. Oudste of leraar en 1 diaken.Het bestuur van de vergadering bestond uit 3 personen. Het beheer van de Sociëteitskas werd meestal opgedragen aan 3 leraren als diaconen, ze worden genoemd "Administratoren der Sociëteits-Cassa" (zie schema I.)
Het loslaten van de functie van de Oudste vond men kennelijk moeilijk. De naam van de functie werd gewijzigd in "Algemene Opziener". De taken werden in de vergadering van 1755 vastgesteld. Zijn voornaamste taak bleef wel: het toezicht houden op de uitvoering van de regels ten aanzien van het geloof en leven bij de gemeenten en hun leraren. Er zouden na een proefperiode zes van deze Algemene Opzieners worden aangesteld.
In 1766 waren twee van de gekozen opzieners reeds overleden. In de vergadering van 1766 werd besloten het aantal van Algemeen Opzieners niet aan te vullen, maar de Sociëteit in vier klassen te verdelen.
Deze verdeling werd in 1767 vastgesteld:
1. Klasse Overijssel: gemeenten Hengelo, Borne, Deventer, Haarlem en Zaandam, onder de leiding van Wolter ten Cate, wonende te Hengelo:
2. Klasse Groningen en Vrieslandt: gemeenten der stad Groningen, Drielst [IJlst], Sneek, Knype, Mildam, Dragten en Enkhuizen, onder leiding van Harmen Scholtens uit de stad Groningen.
3. Klasse Homsterlandt: gemeenten Humsterland, Houwerzijl, Ulrum, Rasquert, Leermis, Loppersum, Appingedam, Middelstum en Zyldijk, onder de leiding van Tiet Popkes van Gaaikemaweer
4. Klasse Groningerlandt: gemeenten Uithuizen, Sapmeer, Noortbroek, Beerta en de Oost-Vriesche gemeenten: Geuns en Norden, onder leiding van Lubbert Egges van Uithuizen. Na het overlijden van Lubbert Egges zal de gemeente Uithuizen gevoegd worden bij de Homsterlandse klasse.
In 1766 waren twee van de gekozen opzieners reeds overleden. In de vergadering van 1766 werd besloten het aantal van Algemeen Opzieners niet aan te vullen, maar de Sociëteit in vier klassen te verdelen.
Deze verdeling werd in 1767 vastgesteld:
1. Klasse Overijssel: gemeenten Hengelo, Borne, Deventer, Haarlem en Zaandam, onder de leiding van Wolter ten Cate, wonende te Hengelo:
2. Klasse Groningen en Vrieslandt: gemeenten der stad Groningen, Drielst [IJlst], Sneek, Knype, Mildam, Dragten en Enkhuizen, onder leiding van Harmen Scholtens uit de stad Groningen.
3. Klasse Homsterlandt: gemeenten Humsterland, Houwerzijl, Ulrum, Rasquert, Leermis, Loppersum, Appingedam, Middelstum en Zyldijk, onder de leiding van Tiet Popkes van Gaaikemaweer
4. Klasse Groningerlandt: gemeenten Uithuizen, Sapmeer, Noortbroek, Beerta en de Oost-Vriesche gemeenten: Geuns en Norden, onder leiding van Lubbert Egges van Uithuizen. Na het overlijden van Lubbert Egges zal de gemeente Uithuizen gevoegd worden bij de Homsterlandse klasse.
In 1775 was alleen de Algemeen Opziener Wolter ten Cate nog in leven en men koos te zijner assistentie in iedere klasse een z.g. commissaris. Na het overlijden van Wolter ten Cate in 1796 heeft men ook deze vakature van Algemeen Opziener niet meer aangevuld. De commissarissen leidden toen de Sociëteit tot haar opheffing op 28 juni 1815. De Verenigde Doopsgezinde Gemeente te Groningen handelde lopende zaken af en nam de door de Sociëteit aangegane financiële verplichtingen over.
laatste wijziging 30-05-2022
50 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
laatste wijziging 30-05-2022
50 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Sociëteit der Groninger Oude Vlamingen
Bewerker:
S. Koorn
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2010
Laatste uitvoer:
30-05-2022
Omvang:
0,7 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Betreft bewerking van een eerdere versie uit 1975, toegevoegd aanwinst 1990.50 en aanvullende kopieen uit Deventer aanwinst 2002), zie nrs. 27-46. Uit toegang 1425 is gehaald nr. 1327 en aan deze toegang toegevoegd als inv.nr. 8
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 30-05-2022
50 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand