Na de Reductie van 1594 behield de nieuw gevormde hervormde gemeente Zuidbroek het oorspronkelijke gebied van de voormalige parochie Zuidbroek. In 1655 echter scheidden de veenstroken die onder de naam van Boven-Muntendam bekend waren zich af; zij kregen de naam Veendam, hun gegeven door de gezamenlijke collatoren in een vergadering op het provinciehuis ter gelegenheid van de benoeming van de eerste predikant: Henricus Hermanius. Deze nam zeven jaar lang de dienst waar in een particuliere woning of schuur, tot op 5 oktober 1662 de eerste dienst in het nieuwe kerkgebouw gehouden werd. Sedert de afscheiding was het aantal inwoners van Veendam namelijk zo toegenomen, dat in 1660 bij de Staten het verzoek werd gedaan om een eigen kerk. Deze stelden ? 6.000,-- beschikbaar, onder voorwaarde voorlopig zelf de predikant te benoemen. Enige tijd later scheidde Wildervank zich op haar beurt van Veendam af en werd een zelfstandige gemeente. De tegenwoordige gemeenten Zuidbroek en Muntendam bleven verenigd tot 1 oktober 1840, toen de samenvoeging op verzoek van Muntendam werd opgeheven. Sindsdien is Muntendam een zelfstandige gemeente.

De eerste predikant van de oorspronkelijke gemeente Zuidbroek is Hermannus Borgelius geweest

(1596 -1607). De eerste predikant van Zuidbroek alleen was Idzard Tinga, gekomen in 1824, en de eerste predikant van Muntendam G.B. Reddingius, gekomen in 1841 en in 1847 naar Garmerwolde vertrokken.