Uw zoekacties: Hervormde gemeente Winsum, 1653 - 1969

333 Hervormde gemeente Winsum, 1653 - 1969 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Kerkelijke organisatie
Deelgemeenten
Winsum-Obergum-Bellingeweer-Maarhuizen
333 Hervormde gemeente Winsum, 1653 - 1969
Inleiding
Deelgemeenten
Winsum-Obergum-Bellingeweer-Maarhuizen
ead-typering:
bioghist
Organisatie: Groninger Archieven
De predikantsplaatsen van de hervormde gemeenten Winsum, Obergum, Bellingeweer en Maarhuizen zijn na 1594 aanvankelijk gecombineerd geweest. Op de eerste provinciale synode, de 14e juli 1595 gehouden, was uit de genoemde dorpen alleen Johannes Artopaeus van Winsum aanwezig. De rust blijkt na de roerige tijden van de Hervorming nog niet te zijn teruggekeerd in Winsum, want de aanwezige predikanten besloten Artopaeus in zijn dienst te schorsen, totdat hij aan een onderzoek had voldaan. Bijna een jaar later, op de tweede synode (11 mei 1596) was over zijn lot nog niet beslist. Opnieuw zou zijn leven en zijn leer worden onderzocht. Bij gunstige uitslag mochten de dienaren van de classis hem toelaten. Zo niet, dan stond het hun vrij hem een functie als schoolmeester toe te kennen. Over het onderzoek horen we verder niets meer *  .
Een paar maanden later, op 4 september 1596, keuren burgemeesters en raad van Groningen "de gedaene beroepinge" van Johannes Groeningensis, in de twee kerspelen Winsum en Obergum, goed *  . Gezien de datum waarop het leven en de leer van Johannes Artopaeus nog ter discussie stonden en de datum waarop de bovengenoemde goedkeuring van de stad werd verleend, is het aannemelijk dat Johannes Groeningensis en Johannes Artopaeus dezelfde zijn. Daaropvolgend richt Joachim Strahtman zich op 20 oktober 1596 tot burgemeesters en raad met het verzoek om beroepen te worden als predikant in Winsum *  . Volgens een aantekening van de 21e oktober op de achterkant van de brief, werd hij gekozen tot predikant in Winsum en Obergum. In 1601 werd Joachim Strahtman als predikant, afkomstig van Winsum, te Leer in Oost-Friesland beroepen *  . Op 11 juli 1601 beroepen burgemeesters en raad van Groningen, als "unici collatores der kercke tho Winssum", Arnoldus Reinbachius *  . Nog steeds blijkt niet dat de predikant, behalve Winsum en Obergum, ook Bellingeweer en Maarhuizen bediende.
Een eerste aanwijzing daarvoor geven de handelingen van de provinciale synode van 8 mei 1609: "der pastor tho Winsum hefft Oberum, Benningweer, Marhusen". Omstreeks 1620 is Reinbachius overleden. De leden van de hervormde gemeente Winsum en Obergum richten zich dan tot burgemeesters en raad met de vraag of zij samen met de collatoren van Obergum een nieuwe predikant willen beroepen. De leden stellen voor de predikant van Wetsinge, Zuidhorn of Saaxumhuizen voor deze functie te kiezen *  . Op 13 september 1621 beroepen de gezamenlijke collatoren van Winsum, Bellingeweer, Obergum en Maarhuizen de predikant van Saaxumhuizen, Petrus Crusius, tot "pastoor, prediger, sielsorger offte dienaer des Gotlicken woorts" *  . Dit stuk is niet alleen bijzonder interessant omdat hieruit duidelijk blijkt dat de predikantsplaatsen van Winsum, Obergum, Bellingeweer en Maarhuizen gecombineerd zijn, maar ook omdat de collatoren met naam en toenaam worden genoemd.
De beroeping voor het kerspel Winsum wordt namens burgemeesters en raad van de stad Groningen gedaan door Bartold Wicheringhe. Voor Bellingeweer doet Onno Tamminga de beroeping. Tammo Coenders "president" van de hoofdmannenkamer treedt, als beheerder van de goederen van het klooster Wijtwerd, op namens Maarhuizen. De bezittingen van de Johannieter commanderijen, waaronder die te Wijtwerd, werden in 1595 niet, zoals de goederen van de overige kloosterorden, direct door de provincie in beslag genomen. De commandeurs bleven hun goederen zelfstandig beheren. Meteen na het overlijden van de laatste commandeur van Wijtwerd op 23 februari 1618, wilde de provincie deze kloostergoederen wel in bezit nemen. Dit werd echter verhinderd door Caspar van Ewsum, die zelf aanspraken op de commanderij maakte. Zo begon in 1618 een proces, dat tot in 1624 zou duren, tussen de provincie enerzijds en Caspar van Ewsum anderzijds over het bezit van de Johannieter commanderij te Wijtwerd. Hangende dit proces legde de hoofdmannenkamer beslag op de kloostergoederen. Uit het feit dat hoofdman Tammo Coenders, als beheerder van de kloostergoederen van Wijtwerd, namens Maarhuizen de beroeping van Petrus Crusius doet, mag worden afgeleid, dat ook de collatierechten van de kerk te Maarhuizen tot de goederen van het klooster Wijtwerd behoorden *  .
Het collatierecht van Obergum werd uitgeoefend door Peter Folkerts en Gerlacus Verrucius, als gecommitteerden tot de kloostergoederen. Deze commissie, die werd benoemd tot administratie van de door de provincie geconfisqueerde kloostergoederen, heeft gefunctioneerd van 1604 tot 1621. Aangezien de gecommitteerden tot de kloostergoederen en niet-zoals in het geval Maarhuizen-de hoofdmannen het collatierecht te Obergum uitoefenden, mag worden verondersteld dat het niet een Johannieter commanderij was, maar een klooster van een andere orde die de collatierechten van Obergum heeft bezeten. Kijken we welk klooster dat geweest kan zijn, dan zullen eerst de betrekkingen tussen de parochie Obergum en het nabij gelegen klooster van de Dominicanen te Winsum onderzocht moeten worden. Dat er betrekkingen hebben bestaan blijkt als op 27 maart 1580 het klooster aan Christoffer van Ewsum wordt afgestaan. De kloosterkerk met het kerkhof wordt bestemd tot parochiekerk voor Obergum en Winsum. Er zal een jaarlijkse rente worden gereserveerd voor het levensonderhoud van een pastoor en de collatierechten zullen berusten bij Christoffer van Ewsum, Onno Tamminga en Eilko Onsta, als zijnde "fundatoren, collatoren ende patronen" van het klooster *  .
Het is opvallend dat in het eerder genoemde verzoekschrift van Joachim Strahtman Ulrich van Ewsum en Eilko Onsta als collatoren te Obergum worden genoemd *  . Na het voltooien van deze inventaris volgde begin 1989 een aanwinst van stukken, aangetroffen op de zolder van de pastorie te Bellingeweer. Bij deze stukken bevond zich een akte daterend van vóór de Hervorming. In dit stuk (inv.nr. 4) worden als collatoren te Obergum genoemd: Roleff van Munster, jonker te Sauwerd en Allert Tamminga, hoofdeling te Bellingeweer en Winsum. Roleff van Munster was getrouwd met Ida Onsta. Hij komt in 1576 in het bezit van de Onstaborg te Sauwerd. Opmerkelijk aan deze akte is, dat hier al sprake is van een combinatie. Wegens het overlijden van de koster van Obergum en omdat die van Winsum "tho der uterste armoet gekomen" is, wordt Hyeronymus Janssen aangesteld als koster van Winsum èn Obergum. Petrus Crusius is de laatste predikant geweest die het gecombineerde ambt van Winsum, Obergum, Bellingeweer en Maarhuizen heeft vervuld. Tijdens zijn ambtsperiode (1621-1652) heeft Bellingeweer een eigen predikant gekregen. Na zijn dood kregen Obergum samen met Maarhuizen, en Winsum ieder een eigen predikant.
Bellingeweer
Winsum
Ranum
Obergum
Maarhuizen
Verwerving
Inventarisatie
Bijlagen
Geraadpleegde literatuur
Overzicht van combinaties van predikantsplaatsen en gemeenten
Predikanten te Winsum
Predikanten te Bellingeweer
Predikanten te Obergum
Predikanten te Ranum

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de hervormde gemeente Winsum {ca.1590}, 1653-1820, Winsum en Bellingeweer 1820-1966, Bellingeweer en Ranum 1668- 1820, Obergum en Maarhuizen 1683-1820, Obergum,
Bewerker:
C. Tromp
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1990 (bewerkt 2016)
Laatste uitvoer:
02-07-2021
Omvang:
4,09 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
In 2016 inv.nr. 312 toegevoegd (aanwinst 2014.062)