Uw zoekacties: Dijkrecht van Vierburen, 1645 - 1875

2763 Dijkrecht van Vierburen, 1645 - 1875 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Afb. 1 Kaart, waarop de ligging van het waterschap
Erfgoedstuk
Geschiedenis van de archiefvormer
2763 Dijkrecht van Vierburen, 1645 - 1875
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie: Groninger Archieven
In het Oorkondenboek van Groningen en Drente komt onder nr. 218 een afschrift van een akte van 19 juni 1303 voor, waarin in overeenstemming met de oude 'zijlbrieven' van zijlvesten ondermeer bepalingen zijn opgenomen betreffende de veiligheid van de dijkrechters en de werklieden tijdens de vergaderingen en bij het dijkwerk in het kustgebied van de Tjariet tot de Delfzijlen. De eerste zin van de akte bevat de bepaling dat de dijkrechters van de vier dijkrechten ('quatuor consulatus') ieder jaar op Pinkstermaandag in het klooster Feldwerd (Oldenclooster) bijeen zullen komen om hun aanspraken op het dijkrecht te vernieuwen. De akte slaat op de vier dijkrechten van de Vierburen, Oosterwijtwerd, Holwierde c.a. en Uitwierde c.a., die volgens het Reglement van 1755 de aanzwering van de dijkrechters op Pinkstermaandag organiseren. Of dit ook voor het dijkrecht van 't Zandt geldt, is niet meer na te gaan. Bij het dijkrecht van de Vierburen hebben tussen 1654 en 1794 en waarschijnlijk ook vanaf 1823 de aanspraken en aanzweringen van de dijkrechters op de in 1303 genoemde dag, in de kerk van Losdorp, plaatsgevonden.
Het dijkrecht van de oude dijk van de Vierburen besloeg oorspronkelijk de landen van de kerspelen Godlinze, Spijk, Bierum en Losdorp; een vertegenwoordiger van het klooster Oldenclooster bij den Dam voerde waarschijnlijk de acht zijlrechters aan. Uit de aanspraken voor het zijlrechterschap vanaf 1654 is op te maken dat toen al de helft van de dijkrechters werd aangezworen op grond van een 'staande eed', d.w.z. dat alle omgaande rechten van aanspraak voor de benoeming van een dijkrechter in één hand waren gekomen. In de eerste plaats gold dit voor de provincie, die Oldenclooster representeerde, en verder waren er staande eden in Godlinze, Bierum en Losdorp. De jonkers uit de families Van Berum, To Nansum, Rengers, Ubbena, Clant en Alberda voerden hier de boventoon. In minder dan een eeuw is het aantal staande eden toegenomen tot zes, maar is de overheersing van de jonkers sterk afgenomen ten bate van vertegenwoordigers van het stedelijk patriciaat van Groningen. Hierbij moet wel in aanmerking worden genomen dat de 'heren' van Berum, de families Du Chesnoy resp. Van Maneil, van 1735 tot 1795 zeven van de acht eden controleerden.
Een ontwerp voor een reglement (okt. 1752) is gedrukt in: Copie van de consideratien door eenige gevolmagtigden van erf- en ingezetenen in de Ommelanden [okt./nov. 1754]. Groningen 1891, p. 167-173.
Het reglement voor het dijkrecht, p.85-87 van het Reglement van 1755, geeft een goed overzicht van de werkzaamheden van de dijkrechters, de secretaris-ontvanger, de waarheden en de bode. Het dijkrecht van de oude dijk waterde door tochten en maren af naar het Damsterdiep; in 1801 en 1803 is bij gerechtelijke uitspraak vastgesteld dat het dijkrecht moest bijdragen in de kosten van hergraving van het Damsterdiep (inv.nr.16).
Sinds het midden van de 17de eeuw omvatte het dijkrecht van de Vierburen ook de tussen 1645 en 1652 met een kadijk afgesloten buitenlanden, de kadijk zelf en de daarin liggende kleine en grote Bierumerpompen (inv.nr. 20). Van de oprichting van een afzonderlijke beheersvorm is geen sprake, zodat het dijkrecht van de Vierburen oud en nieuw land in zich verenigde.
De opheffing van het Zijlvest der Drie Delfzijlen en de oprichting van het waterschap Fivelingo luidde het einde van het dijkrecht in: het gebied van het dijkrecht van de oude dijk is bij Fivelingo gevoegd, het ten noorden daarvan gelegen 'dijkrecht van de kadijk' werd het waterschap Vierburen (Prov.Blad 1872 nr.50).
Een geschil tussen de waterschappen Fivelingo en Vierburen over de invordering van heemhuren van heemsteden aan de oude dijk is in 1874/75 opgelost (inv.nr.10).
Geschiedenis van het archiefbeheer

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van het dijkrecht van Vierburen
Bewerker:
A.L. Hempenius
Behoort tot collectie:
Waterschap Noorderzijlvest
Laatste Publicatie:
1994
Omvang:
0,40 meter
Bijzonderheden:
In druk verschenen als inventaris 32 in 1994 in A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten. Groningen 1994. Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 11. In deze publikatie ook de algemene inleiding en de inventarissen van de archieven van het Waterschap Hunsingo. Eerder zijn deze inventarissen gepubliceerd in J.A. Feith, Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen (Groningen/Den Haag 1901).