2761 Dijkrecht van de kadijk van Uithuizermeeden, 1663 - 1856 ( Groninger Archieven )
2761
Dijkrecht van de kadijk van Uithuizermeeden, 1663 - 1856
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
2761 Dijkrecht van de kadijk van Uithuizermeeden, 1663 - 1856
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
Van het zeer grote dijkrecht van de kadijk van Uithuizermeeden is een onevenredig klein archiefje overgeleverd. Gelet op de gegevens over het leggen van de kadijken van Uithuizen en de Vierburen mocht worden aangenomen dat de kadijk achter het kerspel Uithuizermeeden omstreeks 1650 is aangelegd; in de brief van 19 mei 1828 aan gedeputeerde staten van Groningen (inv.nr.1) is vermeld dat de dijk in 1651 is gelegd en eind 1652 is gemeten. De lengte bedroeg toen 2360 roeden 1 voet 10 duim (de roede van 14 voeten en de voet van 12 duimen). Volgens de Tabelle der dijkregten van ca.1810 was de dijk 2522 roeden, ruim 10 km, lang.
Omstreeks 1600 moeten er door partikulieren al eigen ka- of zomerdijken op het uiterdijk zijn aangelegd getuige verspreide gegevens betreffende boerderijen in het gebied in de eerste helft van de 17de eeuw.
Het reglement van november 1663 is nagenoeg ongewijzigd overgenomen in het Reglement van 1755. Het valt op door de uitgebreidheid: op de reglementen voor de grote zijlvesten na is dit het langste stuk.
Na de stormvloed van 3/4 februari 1825, die zware schade aan de dijken van Uithuizen en Uithuizermeeden had toegebracht, is dit dijkrecht betrokken geweest bij plannen tot inpoldering van de kwelder. Een klein stuk van de kwelder vóór dit dijkrecht is in 1827 begrepen in de bedijking van de Uithuizerpolder. Het dijkrecht als geheel had daar geen baat bij; de zeedijk bleef een wakerdijk, en de afwatering, die in toenemende mate verslechterde, kon niet worden verbeterd. De bedijking van de Oostpolder, d.w.z. de kwelder tussen de Uithuizerpolder en het dijkrecht van de Vierburen, in 1840 heeft het dijkrecht van de kadijk goed gedaan. Evenals bij de dijkrechten ten zuiden van de Noordpolder en de Uithuizerpolder is gebeurd, is dit dijkrecht via de Oostpolder gaan uitwateren.
Hoewel bij besluit van provinciale staten van 5 dec. 1854 (goedgekeurd bij K.B. van 19 jan. 1855 nr.79) was vastgelegd dat de dijkrechten c.q. de uiterdijkslanden [van Westernieland tot 't Zandt] met de ten noorden ervan gelegen Noordpolder, Uithuizerpolder en Oostpolder zouden worden verenigd, - welk besluit in de reglementering van het waterschap Oostpolder (Prov. Blad 1856 nr.65) een vervolg heeft gekregen, - is het archief van het dijkrecht van de kadijk van Uithuizermeeden bij het oude bestuur achtergebleven. De resolutie van gedeputeerde staten van 12 maart 1857 nr.12, waarbij het dijkrecht nogmaals opdracht kreeg het archief in te leveren, heeft evenzo weinig resultaat gehad.
laatste wijziging 29-04-2015
7 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Literatuur
laatste wijziging 29-04-2015
7 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
laatste wijziging 29-04-2015
7 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het dijkrecht van de kadijk van Uithuizermeeden
Bewerker:
A.L. Hempenius
Behoort tot collectie:
Waterschap Noorderzijlvest
Laatste Publicatie:
1994
Bijzonderheden:
In druk verschenen als inventaris 30 in 1994 in A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten. Groningen 1994. Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 11. In deze publikatie ook de algemene inleiding en de inventarissen van de archieven van het Waterschap Hunsingo. Eerder zijn deze inventarissen gepubliceerd in J.A. Feith, Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen (Groningen/Den Haag 1901).
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 29-04-2015
7 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand