Uw zoekacties: Rijksverkeersinspectie District Noord, 1978 - 1991

2523 Rijksverkeersinspectie District Noord, 1978 - 1991 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1 Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
2523 Rijksverkeersinspectie District Noord, 1978 - 1991
Inleiding
1
Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
ead-typering:
bioghist
Organisatie: Groninger Archieven
De Rijksverkeersinspectie (RVI) werd bij Koninklijk Besluit van 12 juni 1936, Staatsblad 573, opgericht. Aanvankelijk had de RVI een sterk verkeerstechnische handhavingstaak; vanaf 1939 kreeg zij ook marktordenende taken, eerst in het personenvervoer, later ook in het goederenvervoer. De taken van de RVI omvatten vanaf die tijd:
- Toezicht houden op de nakoming van voorschriften op het terrein van vervoer, wegverkeer (tot 1949), spoorwegen, arbeidsomstandigheden (arbeids- en rusttijden) en gevaarlijke stoffen;
- Adviseren over, dan wel verlenen van bedrijfsvergunningen en uitvoeren van andere marktordenende taken;
- Leveren van beleidsondersteuning aan de minister van Verkeer en Waterstaat (V&W) en aan lagere overheden.
Daarnaast had de RVI in de periode 1940 - 1950 een belangrijke distributiefunctie met betrekking tot de verdeling van auto's, vrachtwagens, benzine e.d.
In 1946 werd de RVI een buitendienst van het Ministerie van V&W. Tot 1949 was de formele zelfstandigheid van de RVI groot. Vanaf 1949 echter werd de directeur-generaal van het Directoraat-Generaal van het Verkeer tevens inspecteur-generaal van het Verkeer (zie Staatsblad 1949, J. 184). In 1980 kreeg de RVI weer een zelfstandige leiding, met aan het hoofd een inspecteur-generaal, later een directeur. In 1987 werd de RVI gefuseerd en in 1992 geïntegreerd met het Korps Controleurs Gevaarlijke Stoffen en met het Spoorwegtoezicht. Als gevolg van de fusie was de RVI van 1989 tot 1992 een onderdeel van de Rijksinspectie voor het Vervoer (RIV).
De laatste tien jaar hadden de handhavingstaken, ten koste van de marktordenende, aan belang gewonnen.
Het controle-apparaat van de RVI werd voor bijna 50% ingezet op het goederenvervoer over de weg. Door middel van deze controle gaf de RVI uitvoering aan haar strafrechtelijke handhavingstaak, dat wil zeggen het toezicht op de naleving van de regelgeving en spoorde, indien aan de orde, strafbare feiten op. Net als in het vervoer over de binnenwateren, werden 'integrale controles' verricht: alle relevante wetgeving werd door controle-ambtenaren van de RVI gecontroleerd. Zo werd bv. in het kader van de Wegenverkeerswet (WVW) gekeken naar een eventuele snelheidsbegrenzer en sinds 1995 naar overbelading. De tachograaf, die de rij- en rusttijden registreert, was een hulpmiddel in die controle. De rol van de tachograaf wordt op termijn mogelijk overgenomen door de boordcomputer, om zo de handhaafbaarheid van de regelgeving te verbeteren. De RVI droeg, in het verlengde van haar handhavingstaak, tevens bij aan de evaluatie van het handhavingsbeleid.
Tot 1991 bestond de handhaving uit het houden van weg- en bedrijfscontroles. Deze reguliere controles vonden vaak plaats in samenwerking met andere diensten uit binnen- en buitenland. Opsporingsambtenaren van de Dienst voor Inspectie en Informatie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (I-SWZ) voerden de bedrijfscontroles bij ondernemingen in het eigen vervoer uit. Met de invoering van de Wet Goederenvervoer over de Weg (WGW) in 1992 nam de RVI een signaleringssysteem in gebruik. In dit systeem vond registratie plaats van alle zogenoemde kernovertredingen: overtredingen van de rij-, rust- en diensttijdbepalingen van de Rij- en Rusttijdenwet (RTW) en het Rijtijdenbesluit (RTB). Indien bij een wegcontrole een eerste kernovertreding van een bepaalde onderneming werd geconstateerd, volgde niet automatisch een proces-verbaal, maar werd de onderneming door middel van een waarschuwingsbrief op de hoogte gesteld van het feit dat zij in het systeem was opgenomen. Het systeem beoogde preventief te werken. Maakte een onderneming zich echter herhaaldelijk schuldig aan het begaan van kernovertredingen, dan volgde een uitgebreid bedrijfsonderzoek.
Sinds 1991 paste de RVI tevens de zogenaamde Nieuwe Controle Methodiek (NCM) toe, die met name gericht was op de handhaving van de rijtijdenwetgeving in het goederenvervoer. Met deze methodiek gaf de RVI uitvoering aan het concurrentievoorwaardenbeleid, zoals dat in de WGW was opgenomen. Preventie had in dit nieuwe handhavingsbeleid hoge prioriteit. De NCM kende de volgende drie fasen: de a-selecte wegcontroles, de daaropvolgende deelmarktonderzoeken en tenslotte de herhalingsonderzoeken. In de eerste fase werden door middel van grote a-selecte steekproeven gegevens verzameld omtrent de naleving van de bepalingen van de rijtijdenwetgeving. Bij deze controle-acties, die twee maal per jaar werden gehouden, ging het met name om de kernovertredingen ten aanzien van rij-, rust- en diensttijden. Aan de hand van de resultaten van een reeks van controle-acties werd de deelmarkt bepaald waar relatief de meeste overtredingen plaatsvonden. Deze indeling naar deelmarkt vond plaats op basis van de soort goederen die tijdens de staandehouding werden aangetroffen. In de tweede fase werden bedrijven binnen de geselecteerde deelmarkt over een periode van zes weken onderworpen aan een uitgebreid onderzoek met betrekking tot alle in dienst zijnde chauffeurs. Deze zogenoemde deelmarktonderzoeken waren sinds 1991 de belangrijkste vorm van bedrijfsonderzoek. De derde fase bestond uit herhalingsonderzoeken. Dit waren bedrijfscontroles bij bedrijven waar bij de deelmarktonderzoeken zogenoemde dubbele-normovertredingen waren geconstateerd. Op basis van de uitkomsten van (herhaling) van de diverse fasen concentreerde de controle zich op die deelmarkten van de transportsector, waar de bepalingen van de Rijtijdenwet stelselmatig werden overtreden.
De RVI was verdeeld in districten en District Noord was er één van. Organisatorisch zijn er niet veel veranderingen geweest, hieronder een overzicht *  :
1981.
District Groningen:
Afdeling Goederenvervoer over de weg;
Afdeling Goederenvervoer te water;
Afdeling Personenvervoer;
Afdeling Algemene Zaken;
Afdeling Controle.
Vanaf 1984 - 1991 bleef de indeling hetzelfde.
District Noord:
Afdeling Goederenvervoer;
Afdeling Personenvervoer;
Afdeling Algemene en Personele Zaken;
Afdeling Controle.
2 Verantwoording van de bewerking

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Rijksverkeersinspectie District Noord van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2011
Omvang:
2,1 meter