Het gemeentelijk beleidsplan 1976-1980 bevatte het voornemen tot verdere stimulering van de samenwerking in de wijkgezondheidszorg. Dit voornemen werd uitgewerkt door een wijkwelzijnscoördinator in de nota "1ste-lijns gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening in Beijum, een proefproject". Op 24 januari 1978 aanvaardde het college van Burgemeester en Wethouders het proefproject en bevorderde de oprichting van een interimstichting. De stichting werd belast met de ontwikkeling van de wijkgezondheidszorg in Beijum. * 

Datzelfde jaar kwam een interimbestuur tot stand. In juni 1978 werd via een gesloten sollicatieprocedure een keuze gemaakt voor vier artsen. Op 15 november vond de officiele oprichting van de Stichting Gezondheidscentrum plaats, door het aanvaarden van de statuten. * 

De stichting stelt zich ten doel het bieden van geïntegreerde eerstelijns gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening; zij probeert dit te realiseren door: a. het stichten en instandhouden van één of twee wijkgezondheidscentra in Beijum; b. het integreren van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding in de eerstelijnsgezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, en daarbij de zelfzorg en onderlinge vrijwillige hulpverlening door de wijkbewoners te stimuleren; c. het sluiten van arbeids-, detacherings- of samenwerkingsovereenkomsten met betrekking tot de in de eerstelijns gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening werkzame disciplines, respectievelijk met betrekking tot de in de wijk daartoe werkzame of aan te trekken hulpverleners; d. het samenwerken met andere in de gemeente en de regio werkzame werkers, organisaties en instellingen op het gebied van de gezondheidzorg en maatschappelijke dienstverlening; e. het onderhouden van contact met de in de wijk werkzame werkers en instellingen uit andere welzijnssectoren. * 

De financiële middelen van de stichting bestaan uit: bijdragen en huuropbrengsten van participanten, bedragen die worden ontvangen van ziekenfondsen, bedragen die overeenkomstig het gebruik van derden kunnen worden gevorderd, subsidies en soortgelijke bedragen en tenslotte alle andere baten. * 

Het bestuur bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden, waarbij in ieder geval één lid uit de kring van de gebruikers afkomstig is. De bestuursleden worden door het bestuur benoemd. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, alsmede de plaatsvervangers. Na een periode van maximaal vier jaar is de het bestuurslidmaatschap verstreken. Aftredende bestuursleden zijn éénmaal herbenoembaar. * 

In 1982 wordt het bestuur opnieuw samengesteld. Het bestuur bestaat vanaf dat moment uit personen van de gebruikersvereniging, personeelsleden en onafhankelijke deskundigen, waarbij moet worden vermeld dat het bestuur uit minimaal negen en maximaal twaalf leden bestaat. Het bestuur besluit tot de oprichting van een aantal commissies: de beleidscommissie, de financiële commissie, de commissie huisvesting, de personeelszakencommissie, de commissie voorlichting, documentatie en presentatie en tenslotte de coördinatiecommissie. * 

De financiële situatie van het centrum blijft echter zorgelijk. Er wordt in het kader van de AWBZ subsidie aangevraagd bij de Ziekenfondsraad. Er vindt over de subsidiering overleg plaats tussen de stichting, de gemeente Groningen, het Regionaal Ziekenfonds Groningen en de Ziekenfondsraad. In 1984 wordt besloten de organisatiestructuur te evalueren. Op 20 december 1984 besluit de Ziekenfondsraad subsidie toe te kennnen. Op 3 april 1985 zegt de gemeente Groningen een eenmalige bijdrage toe. * 

In het najaar van 1986 worden tengevolge van de reorganisatie nieuwe statuten vastgesteld en de samenstelling van het bestuur gewijzigd. Het bestuur bestaat vanaf dat moment uit zes leden, waarvan er twee worden benoemd door respectievelijk het bestuur, het bestuur op bindende voordracht van de gebruikersvereniging, en het bestuur op bindende voordracht van werknemers, waarbij een arbeids- of detacheringsovereenkomst is gesloten. * 

Op 29 augustus 1989 neemt het bestuur een aantal besluiten, met betrekking tot de mogelijke ombouw van de stichting. In de nieuwe situatie wordt uitgegaan van een juridische en financieel-economische verzelfstandiging van de disciplines en worden er vanuit de stichting toetredingsovereenkomsten gesloten met de ontstane natuurlijke personen of maatschappen.
Hierbij rijzen echter de nodige problemen. Een aantal personen wenst niet de praktijk in maatschapsverband voortezetten; ook is er sprake van financiële problemen. De ombouw van de stichting blijkt dan niet meer te realiseren. Het bestuur gaat in het voorjaar van 1990 over tot de ontbinding van de stichting. * 

Na de liquidatie van de stichting blijven diverse instellingen wel gebruik maken van het gebouw aan de Isebrandtsheerd. In 1993 word een nieuw onderkomen in gebruik genomen aan de Emingaheerd. Het gebouw biedt ruimte aan de Stichting Thuiszorg Groene Kruis Stad, de huisartsenmaatschap Beijum, de tandartsenmaatschap Beijum en de apotheek Beijum. Er wordt door de Thuiszorg Stad ruimte verhuurd aan diverse instellingen. * 

Het archief is in fasen overgebracht naar het voormalige Gemeenteaarchief Groningen, in 1990 en 1997. Na samenvoeging van de gedeelten heeft het archief een omvang van ca. 4 meter. Voor de inventarisatie van het archief is voorzover mogelijk gebruik gemaakt van de op de stukken aangegeven codering.