Uw zoekacties: Dekenaten in Groningen, 1955 - 2003

2326 Dekenaten in Groningen, 1955 - 2003 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Dekenaten en aartspriesterschappen tot 1853
2326 Dekenaten in Groningen, 1955 - 2003
Inleiding
1.
Dekenaten en aartspriesterschappen tot 1853
Organisatie: Groninger Archieven
In onze gebieden ontstond het dekenaat vermoedelijk in de elfde of twaalfde eeuw, als onderverdeling van de aartsdiaconaten. In de late Middeleeuwen bestond het bisdom Utrecht uit elf van dergelijke aartsdiaconaten. Het dekenaat werd gevormd door een aantal parochies binnen zo'n aartsdiaconaat. Formeel waren in een dekenaat tweevoudige bestuursfuncties te verrichten, namelijk die welke aan de bisschoppen en hun vertegenwoordigers waren voorbehouden en verricht werden door de provisor, en die welke de aartsdiakenen en hun plaatsvervangers of ondergeschikten toekwamen en verricht werden door de deken. In de praktijk echter, werden beide bestuursfuncties in het bisdom Utrecht veelal gecombineerd in één persoon. Vóór de Reformatie bestonden de bevoegdheden van de provisor/deken, die aan het hoofd van het dekenaat stond en in het bisdom Utrecht veelal door de aartsdiaken werd benoemd, onder meer uit:
-het toezicht houden op de parochies, de geestelijkheid, het kerkgebouw enz. en de bisschop daarvan op de hoogte houden (visiteren van de parochies)
- het melden van vacatures en het publiceren van bisschoppelijke verordeningen, excommunicaties, interdicten e.d.
- het kennis nemen van aanklachten in zaken die tot de kerkelijke rechtspraak behoorden en daarin beslissen indien ze niet hun bevoegdheden te boven gingen en de straffen toepassen
- het bijeenroepen en voorzitten van pastoorsvergaderingen
- het installeren van pastoors. * 
Gedurende de periode van de Hollandse Zending (1592-1853) werd de Nederlandse kerkprovincie tot 1727 bestuurd door apostolische vicarissen, nadien berustte de bestuursmacht bij de nuntius (de pauselijke gezant) te Brussel. De apostolische vicarissen deelden hun werkgebieden in overeenkomstig de bisdomindeling van 1559. 'Bisdommen' met veel katholieken werden onderverdeeld in aartspriesterschappen, de kleinere 'bisdommen' hadden één aartspriester. In het noorden hadden Friesland, Groningen een eigen aartspriester, Drenthe viel onder die van Salland. De taken van de aartspriesters konden min of meer vergeleken worden met die van de dekens voordien. Na 1727 nam de invloed van de aartspriesters, door de grotere afstand tot hun meerdere -de nuntius in Brussel- aanzienlijk toe. * 
Met het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 werd de Nederlandse kerkprovincie onderverdeeld in vijf bisdommen. Het gebied van het huidige bisdom Groningen/Leeuwarden *  viel onder het Aartsbisdom Utrecht.
Het herstel van de hiërarchie betekende vanzelfsprekend ook een reorganisatie in de lagere regionen, de dekenaten en parochies. En zoals meestal in de katholieke kerk, werden de zaken van boven naar beneden aangepakt. Als eerste werden dan ook dekenaten ingesteld. Al in de zomer van 1853 kwam het besluit af dat het aartsbisdom in vijftien dekenaten werd onderverdeeld. * 
2. Dekenaten in Noord-Nederland vanaf 1853
3. Taken en organisatie
4. Archieven en inventarisatie
5. Dekenaat Groningen en zijn voorgangers Groningen (Vereniging Dekenaat Groningen), Veendam (Dekenale Vereniging Oostelijk Groningen) en Delfzijl
Bijlagen
Bijlage 1 Dekenaats indeling (gebied) bisdom Groningen i
Bijlage 2: Dekens dekenaat Groningen en voorgangers
Bijlage 3: Overzicht parochies binnen dekenaat Groningen en voorgangers vanaf 1964

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris archief Dekenaat Groningen, 1994-2003 en zijn voorgangers Groningen (Vereniging Dekenaat Groningen), Veendam (Dekenale Vereniging Oostelijk Groningen) en Delfzijl
Bewerker:
Theo van Mierlo
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2005
Omvang:
1,80 meter standaardarchiefberging