Uw zoekacties: Verzameling L.J.S. Ducelliee, 1798 - 1826

2302 Verzameling L.J.S. Ducelliee, 1798 - 1826 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Lucas Johannes Spandaw Ducelliee (1772 - 1818) is ongetwijfeld een veelzijdig man geweest.
Zijn ouders waren Lucas Johannes Spandaw Ducelliee zijn Everhardus Ducelliee, predikant onder meer te Farmsum (1745 - 1817), gehuwd met Juliana Johanna Spandaw
Zij kregen kregen een zoon L.J.S. Ducelliee: Lucas Johannes Spandaw Ducelliee, arts, notaris en maire van Delfzijl (1772 - 1818) en gehuwd met Wilhelmina Abresch (1770 - 1863).
Uit dit huwelijk werd een dochter geboren Aletta Andrea Spandaw Ducelliee (1798 - 1881) en zij was gehuwd met Jan Eyes Muller (1791 - 1870).
Met de hoogste graad, als doctor medicinae, heeft hij geneeskunde gestudeerd. Hij oefende het beroep van notaris uit en was bovendien van 1 augustus 1811 tot 24 mei 1814 maire (burgemeester) van de gemeente Delfzijl.
In 1811 waren de Nederlanden ingelijfd bij het Franse keizerrijk en voor de plaatselijke besturen of gemeenten werden nieuwe regelingen van kracht. De leiding over de gemeenten werd toevertrouwd aan een maire, geassisteerd door één of twee adjuncten. Een municipale raad werd belast met de controle van de rekening en de begroting.
L.J.S. Ducelliee werd in 1811 maire en M.C. Diephuis en H.J. van der Werf werden adjunct-maires van de gemeente Delfzijl, dat naast de vesting Delfzijl ook de dorpen Farmsum, Weiwerd, Heveskes, Oterdum, Meedhuizen en Uitwierde omvatte alsook enkele gehuchten.
In 1798 viel Delfzijl nog onder het plaatselijk bestuur van Farmsum en van 1808 - 1811 was er sprake van een plaatselijk bestuur van Farmsum én van een plaatselijk bestuur van Delfzijl.
Tijdens zijn burgemeesterschap bleef Ducelliee ook het ambt van notaris uitoefenen (inv. nr. 14) en trad soms nog op als geneesheer (inv. nr. 13).
Hoewel de verjaardag van de Franse keizer in augustus 1813 nog op grootse wijze werd gevierd, in Delfzijl en elders, leidden diens militaire nederlagen ertoe, dat in november van datzelfde jaar kozakken Groningen binnentrokken.
De Franse commandant te Delfzijl, P. Maufroy, weigerde echter de vesting Delfzijl over te geven, liet zijn Franse militairen strooptochten houden en uitvallen doen en dreigde de zeesluizen te openen en het land onder water te zetten, wanneer de belegeraars de vesting zouden bestormen. Ducelliee bleef ondertussen in de vesting fungeren als burgemeester, terwijl voor het bevrijde gedeelte van de gemeente Delfzijl H. Bellinga werd aangewezen om als burgemeester op te treden.
Pas na een zes maanden durende belegering en nadat de troonsafstand van Napoleon Bonaparte bekend was geworden, was de Franse commandant bereid de vesting op te geven en op 23 mei 1814 met zijn manschappen te vertrekken. L.J.S. Ducelliee en H. Bellinga werden opgevolgd door de nieuwe burgemeester J.J. Vos.
De nieuwe burgemeester van Delfzijl wachtte een zware taak. De financiële positie van de gemeente was volstrekt onduidelijk en er was sprake van een schuldenlast. Vele inwoners waren verarmd of berooid. Slechts moeizaam kon Ducelliee, die zelf ook in ernstige financiële problemen verkeerde, ertoe gebracht worden opheldering te verschaffen. Ten slotte concludeerde de gemeenteraad in 1818 tot een vordering van meer dan 2000 gulden op Ducelliee. Aan de koning vroeg de gemeente om kwijtschelding van rijksbelastingen en om het opleggen van uitstel van betaling aan, tegen de gemeente procederende schuldeisers.
De verzameling van stukken van Ducelliee is destijds overgedragen aan het Rijksarchief en in 1991 opgenomen in de registratie.

Openbaarheid
De archiefbescheiden, waarvan de omvang 0,45 meter aan planklengte beslaat, zijn volledig openbaar.
Inventaris
6. Stukken betreffende het op orde brengen van de financiën van Delfzijl en Farmsum, na Ducelliees ontslag
54 Rekeningen van de gemeente Delfzijl, 1809 - 1811. Met bijlagen
2302 Verzameling L.J.S. Ducelliee, 1798 - 1826
Inventaris
6. Stukken betreffende het op orde brengen van de financiën van Delfzijl en Farmsum, na Ducelliees ontslag
54
Rekeningen van de gemeente Delfzijl, 1809 - 1811. Met bijlagen
Datering:
1809 - 1811. Met bijlagen
Omvang:
1 omslag
Organisatie: Groninger Archieven

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van de verzameling van stukken van L.J.S. Ducelliee
Bewerker:
P.H.J. Woltjer
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2006
Omvang:
0,50 m standaardarchiefberging
Archiefvormer(s):