Uw zoekacties: Bondsspaarbank te Winsum, 1854-1983 (1984)

2202 Bondsspaarbank te Winsum, 1854-1983 (1984) ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Algemene inleiding op de geschiedenis van spaarbanken in Nederland
1. Oprichting
2. Doelstelling
3. Samenwerking
4. Overheidsingrijpen
5. Modernisering
2202 Bondsspaarbank te Winsum, 1854-1983 (1984)
Algemene inleiding op de geschiedenis van spaarbanken in Nederland
5.
Modernisering
Organisatie: Groninger Archieven
Toenemende werkzaamheden en concurrentie dwongen de banken tot een modernere bedrijfsvoering en vanaf de jaren vijftig ook tot mechanisatie. Het kantorennetwerk werd in de tweede helft van de jaren in rap tempo uitgebreid, een trend die zich in de daaropvolgende decennia onverminderd voortzette. In de jaren vijftig en zestig werden ook mobiele kantoren (spaarbankauto's of rijdende bijkantoren) ingericht, die op verschillende standplaatsen zitting hielden. Daarnaast werden de verschillende spaarvormen aanzienlijk uitbereid, waardoor de spaarbank zich ontwikkelde tot 'gezinsbank'. De particulier kon bij deze bank voor al zijn geldzaken terecht: verzekeringen, deviezen, het boeken van reizen en het afsluiten van hypotheken, voor giro- en betaalrekeningen met cheques en later de pinpas, en tenslotte ook voor persoonlijke leningen. Door deze ontwikkelingen nam het onderscheid tussen spaarbanken en algemene banken snel af.
Eind jaren vijftig en zestig werden bij verschillende banken elektronische boekhoudmachines ingevoerd, die verschillende administratieve handelingen in één konden verrichten. Door middel van op de machines aangesloten ponsbandapparaten konden bovendien delen van de administratie, bijvoorbeeld de renteberekening, elders worden verricht. de Spaarbank voor de Stad Amsterdam introduceerde als eerste in 1965 een computer waarmee drie loketmachines 'on-line' waren verbonden. Ook Rotterdam kon zich een eigen computer veroorloven, maar voor veel kleinere spaarbanken was de automatisering wegens de enorme kosten een probleem. Dit noodzaakte de banken tot samenwerking. In 1965 richtten enkele spaarbanken de Coöperatieve Administratiecentrale voor Spaarbanken (C.A.S.) op, waarbij veel kleinere banken zich aansloten. De centrale speelde in de automatisering van de spaarbankadministratie een voortrekkersrol. In 1972 besloot het C.A.S. tot aanleg van een landelijk netwerk waardoor alle spaarbanken 'on-line' met een centrale computer verbonden waren. Hiertoe bouwde het C.A.S. een nieuw computercentrum te Woerden, het latere Computercentrum Bondsspaarbanken. In de eerste helft van de jaren zeventig hadden alle aangesloten spaarbanken via balieterminals rechtstreeks toegang tot de gegevens van rekeninghouders.
Een grote stimulans tot automatisering vormde de enorme toename van girale betalingen. Naast de PCGD richtten de handelsbanken en boerenleenbanken in 1967 de Bankgirocentrale op, waarbij de spaarbanken zich in 1969 collectief aansloten.
6. Concentratie
7. Geschiedenis van het archief en de verantwoording van de inventarisatie
8. Verantwoording van de inventarisatie