Uw zoekacties: Bouwvergunningen gemeente Groningen (1), (1856) 1863 - 1916 (1918)

2129 Bouwvergunningen gemeente Groningen (1), (1856) 1863 - 1916 (1918) ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Ontwikkelingen in de bouwverordeningen
2129 Bouwvergunningen gemeente Groningen (1), (1856) 1863 - 1916 (1918)
Inleiding
Ontwikkelingen in de bouwverordeningen
Organisatie: Groninger Archieven
De oudste bouwvoorschriften van de stad Groningen zijn opgesteld omstreeks het jaar 1425 *  . In deze voorschriften werd het accent gelegd op de brandveiligheid van de huizen en de handhaving van de rooilijn. Voorgeschreven werd dat buitenmuren en dakbedekking gebouwd moesten worden met brandwerende materialen zoals leem en steen. Ook aan de opbouw van schoorstenen werden specifieke eisen gesteld. Het bouwen van houten huizen werd dus strikt verboden. Later werden de Heren van de Kluft (in andere steden ook rooimeesters genoemd) aangesteld voor het toezicht op de naleving van de voorschriften en mochten bij overtreding hiervan boetes opleggen. "Dat niemandt in dese Stadt ofte Stads Tafel enige oude Woninge sal mogen afbreken en daer in plaetse andere nieuwe Timmeringe doen ten in saecke van de Heeren van de Kluft daer toe specialycken versocht zijnde al voren swettinge en rojenge na behoren sullen zijn aengewesen by poena van ..." *  Om het brandgevaar in te dammen mocht de swettinge (de afstand tussen twee naast gelegen huizen) niet kleiner zijn dan 1 voet en 3 duim (ong. 40cm) *  . Geëisd werd dat er alleen gebouwd mag worden aan de openbare weg vanwege de bereikbaarheid van de brandweer.
In de bouwvoorschriften van het jaar 1822 was een vergunning nodig voor het plaatsen van deuren en ramen, die over de openbare passage naar buiten openslaan en ook voor "uitstekende schoorsteenen en kagchelpijpen". In dat jaar vielen de gemeentelijke bouwvoorschriften onder het politiereglement *  . Vooor "het afbreken van eenige oude timmering of een nieuwe timmering te beginnen" was een beschikking van B. en W. nodig.
In de bouwverordening van 1856 werd een vergunning vereist voor zowel "het afbreken van een bestaand timmer- of metselwerk, of een nieuw te beginnen" *  . Tevens was een vergunning nodig voor het herstellen van een potkast of voor het plaatsen van een steiger of schutting. In artikel 65 wilde B. & W. dat een schriftelijke kennisgeving bij hen werd ingediend als men van plan was "aan de openbare straat een bestaand timmer- of metselwerk te veranderen of te herstellen" *  . Later werd ook voor een stoep een vergunning vereist: "Herstelling of verandering van een potkast, stoep of uitstek aan de openbare straat mag niet geschieden zonder een vergunning van Burgemeester en Wethouders" *  .
In de periode 1856 - 1916 is er zeven keer een nieuwe bouwverordening vastgesteld. De bepalingen werden uitgebreid en verzwaard op het gebied van de gebruikte bouwmaterialen, de grootte van de leefruimten werden omschreven en een gevel tot 18 meter hoogte werd toegestaan. Ook was er ontwikkeling aan welke eisen bouwtekeningen moest voldoen. Volgens de verordening van 1856 was het overleggen van een bouwtekening niet verplicht. Desondanks werden er incidenteel tekeningen bij B. en W. ingeleverd. Vanaf 1871 werd bij nieuwbouw of ter vervanging van een bestaand gebouw een schetstekening vereist *  . Deze tekening gaf de bouwlocatie met de direct naastgelegen omgeving weer en was bestemd voor het controleren van de bepalingen inzake de rooilijn, de toegankelijkheid van brandblusmiddelen en de afloop van regen en huiswater. In de vernieuwde bouwverordening van 1884 werden twee tekeningen vereist bij nieuw- en wederopbouw: de situatietekening en een door de aanvrager gewaarmerkte "platte grondteekening" van de woning op een schaal van minstens 1 : 250 *  . Door een herziening van de bouwverordening in 1886 werd naast de situatietekening en de plattegrond ook een gewaarmerkte verticale doorsneetekening (op een schaal van 1 : 250) van de woning worden ingeleverd. Deze drie tekeningen moesten ook vanaf laatstgenoemd jaar ingeleverd worden bij plannen voor gedeeltelijke vernieuwing van de woning *  . De verordening van 1891 schreef voor dat de plattegronden en verticale doorsneden getekend moesten worden op een schaal van 1 : 100 i.p.v. 1 : 250 om de maten beter te controleren. Vanaf 1905 moest ook een opstandtekening (meetkundige voorgeveltekening) worden ingeleverd *  .
Archiefvorming
Taken en taakuitvoering
Bewerking en indexering
Informatie voor de gebruiker
Bouwdossiers

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van bouwvergunningen van de gemeente Groningen
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
2008
Laatste uitvoer:
16-04-2021
Omvang:
62 meter
Samenvatting:
Timmervergunningen en bouwvergunningen alsmede bouwaanvragen, behorende tot het archief van het gemeentebestuur van Groningen, 1816-1916 (Toegangsnummer 1399).
De toegang is gebaseerd op een in 1973 gemaakte alfabetische index op gegevens in de registers van aanvragen van bouwactiviteiten Toegang 1399 inv. nr. 7451 - 7452. Later zijn gegevens uit de vele series bouwaanvragen, aanwezig in diverse dossiers, aan de toegang toegevoegd. Voor zover dat mogelijk was, is verwezen naar stukken in andere archiefbestanddelen, als deze achterhaald konden worden. Van een gedeelte van de geïndiceerde bouwaanvragen bleek uitsluitend nog de inschrijving in de eerdergenoemde registers beschikbaar.