Uw zoekacties: Directeur strafgevangenis te Winschoten, 1824 - 1982 (1990)

2027 Directeur strafgevangenis te Winschoten, 1824 - 1982 (1990) ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Deze inventaris maakte oorspronkelijk als afdeling 27 deel uit van: J.J.J. Beek, J. Folkerts, H. de Raad (eindred.), Inventaris van de archieven van de instellingen van het gevangeniswezen in de provincie Groningen (1666) 1670-1961 (1978); Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 4 (Groningen, 1988). Het betrof hier de toegang op een fonds. Daarin waren de bestanddelen voorzien van een nummering met een decimale punt. Om praktische redenen is deze toegang nu gesplitst in toegangen op de afzonderlijke archieven. Voor aanhangsel en algemene inleiding behorende bij deze archieven: zie toegangsnr. 83.
Het arrondissement Winschoten diende ingevolge de bepalingen van het "Arrêté" van 1810 te beschikken over een Huis van Arrest. Als zodanig kon de gevangenis te Zuidbroek fungeren. Men achtte het echter raadzamer het Huis van Arrest te Winschoten te vestigen, de arrondissementshoofdplaats en zetel van een Rechtbank van Eerste Aanleg. In 1812 werd de gevangenis gebouwd *  . In 1814 werd een College van Regenten benoemd *  .
Het is onbekend of er daarvoor een "Conseil" heeft bestaan. Een opgave van 1822 informeert ons nader over deze gevangenis. Ze bestond toen uit een zestal "gevangenkamers" in de toren van de plaatselijke hervormde kerk, elk geschikt voor maximaal drie personen, en een "gijzelkamer" in het huis van de cipier. Behalve de eigenlijke Huis van Arrest-categorieën, huisvestte de gevangenis toen ook personen die wegens wanbedrijven correctionele straffen moesten uitzitten *  .
Deels verbleven die er slechts korte tijd, in afwachting van overbrenging naar elders. Het register van gedetineerden over de periode 1824-1836 wijst uit dat personen met straffen van drie maanden soms wel, soms niet hun straf uitzaten in Winschoten. Zwaarder gestraften gingen waarschijnlijk naar elders *  . Uit hetzelfde register blijkt dat ook gedetineerden die thuishoorden in een Huis van Bewaring, in deze gevangenis werden opgenomen. De gevangenis voldeed bij lange na niet aan de gestelde eisen.
In 1836 werden provisorisch twee extra gevangenvertrekken in het huis van de cipier ingericht, dit om het ruimtegebrek enigermate te verlichten *  . Het in 1841 verplicht gestelde kantonnale Huis van Bewaring werd gecombineerd met het bestaande Huis van Arrest. Evenals te Appingedam maakten de nodige bouwkundige aanpassingen ook hier nieuwbouw noodzakelijk *  . Het duurde nog tot 1848 voordat de bouw ook daadwerkelijk was gerealiseerd. De nieuwe gevangenis bevond zich achter het gerechtsgebouw. Het was evenals die te Appingedam geheel cellulair ingericht, wat uiteraard ook hier onpraktisch bleek.
Pas in 1875 werd door middel van een uitbreiding de nodige ruimte voor niet-cellulairen gecreëerd *  . Bij K.B. van 11 juni 1886 werd de Winschotense gevangenis (per 1 september 1886) omgedoopt tot Huis van Bewaring, tevens "voorlopig" (hulp)Strafgevangenis *  . Het "voorlopig" bleek trouwens lang te kunnen duren: namelijk tot november 1940! *  . In 1887 werd bepaald dat slechts gevangenisstraffen van minder dan één jaar in het gesticht ten uitvoer gelegd konden worden *  . Rond de eeuwwisseling kampte men opnieuw met capaciteitsproblemen. In 1900 stelde het college voor de gevangenis te vergroten, maar de Minister ging hier niet op in. Andere gevangenissen moesten te hulp springen.
Zo werd ruimte beschikbaar gesteld in de gestichten te Groningen, Leeuwarden, Assen en Heerenveen. Pas in 1930 vond de langverbeide uitbreiding van de gevangenis plaats . Per 1 maart 1910 had de cipier van de Winschotense gevangenis inmiddels de titel van directeur gekregen . Na de opheffing van de Arrondissementsrechtbank te Winschoten in 1933, bleef de gevangenis onder de oude benaming in gebruik. Men nam er nu onder meer gedetineerden in op uit gevangenissen waar ruimtegebrek was, bijvoorbeeld die te Amsterdam en Utrecht . Met ingang van 15 november 1940 werd de bestemming van de gevangenis gewijzigd in Rijksasyl voor Psychopaten, als dependance van het gelijksoortige gesticht te Avereest .
Waarschijnlijk is toen ook het College van Regenten opgeheven. In 1946 werd het Winschotense gesticht opnieuw als Huis van Bewaring en (hulp)Strafgevangenis in gebruik genomen. Politieke delinquenten werden er in de na-oorlogse jaren niet geplaatst, dit in tegenstelling tot de Groningse gestichten *  . Het is de vraag of er ook weer een college is ingesteld. In het kader van de gestichtsdifferentiatie werd Winschoten in 1953 een Gevangenis voor mannelijke veroordeelden tot straffen van niet meer dan zes maanden *  . In januari 1964 werd de Gevangenis onder de naam "Noorderschans" bestemd voor "vlucht- en gemeengevaarlijken", dit nadat men het gebouw extra beveiligd had.
Omdat al snel bleek dat de concentratie van deze probleemgroep in één Gevangenis onverstandig was, werd in augustus 1965 besloten deze gedetineerden te spreiden over meerdere gestichten *  . "Noorderschans" werd daarop tijdelijk gesloten en het personeel gedetacheerd in de Van Mesdagkliniek te Groningen *  . In februari 1967 werd het gesticht heropend als Gevangenis voor langgestraften die voor verblijf in andere gestichten nog onvoldoende sociaal aanpassingsvermogen hadden *  . Sinds ongeveer 1955 beschikte de gevangenis over een Commissie van Toezicht.
De archieven, die nog grotendeels ter plaatse berustten, zijn in meerdere gedeelten naar het Rijksarchief overgebracht, in 1965, 1975, 1981 en 1988. Een deel van het college-archief werd in 1987 aangetroffen in een tot museum ingerichte kelder van het Centraal Wervings- en Opleidingsinstituut van het Gevangeniswezen te 's Gravenhage. Archivalia uit de periode dat de gevangenis fungeerde als dependance van Avereest zijn niet aangetroffen. Het nog geheel ter plaatse berustende archief van het gesticht te Avereest bleek evenmin Winschotense archiefbescheiden te bevatten *  .
Aanwinst 2012.174 is in 2013 toegevoegd.
Bijlagen
Lijst van cipiers, sinds 1910 directeuren

Kenmerken

Beschrijving:
Archief Van De Cipier, Sinds 1810 Directeur Van Het Huis Van Arrest Te Winschoten, Sinds 1841 Huis Van Arrest En Bewaring, Sinds 1886 Huis Van Bewaring En (Hulp)Strafgevangenis, Sinds 1940 Rijksasyl Voor Psychopaten, sinds 1946 Huis van Bewaring en (hulp)strafgevangenis, sinds 1953 gevangenis
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1988 (herzien 2013)
Laatste uitvoer:
06-09-2023
Omvang:
8,1 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Deze inventaris maakte oorspronkelijk als afdeling 27 deel uit van: J.J.J. Beek, J. Folkerts, H. de Raad (eindred.), Inventaris van de archieven van de instellingen van het gevangeniswezen in de provincie Groningen (1666) 1670-1961 (1978); Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 4 (Groningen, 1988). Zie voor de inleiding, bijlagen en het algemene aanhangsel: Toegangsnummer 83. In 2013 zijn toegevoegd de nrs. 93-104