In 1871 verliet Marcus Marinus Duintjer zijn twee oudere broers, die een aardappelmeelfabriek runden en begon met een handelszaak voor bedrijfsbenodigheden. Op 5 maart 1871 werd zijn eerste transactie de levering van een hoeveelheid builgaas aan de aardappelmeelfabriek Linge & Co. Omstreeks 1880 sloot hij een contract met de machinefabriek Stork in Hengelo. Deze machinefabriek besloot al haar producten in de drie noordelijke provincies voortaan te leveren via Duintjer in Wildervank. Deze exclusieve vertegenwoordiging bleef bijna driekwart eeuw in stand. Heemaf, G. Dikkers & Co, Hazemeyer en de N.V. Rubberfabriek Vredestein zijn namen van andere bedrijven die al vrij snel door Duintjer werden vertegenwoordigd. Buiten het bedrijf speelde Marcus Duintjer een actieve rol bij de oprichting van een cultureel centrum in 1884, genaamd "Veenlust" te Veendam. In 1910 en 1913 kwamen zijn zonen Steven en Jurjen bij hem in de zaak. De eerste had een werktuigkundige opleiding en de tweede een koopmansopleiding genoten. Zo ontstond de naam "Firma M. Duintjer & Zonen".

De Eerste Wereldoorlog verstoorde de aanvoer van materiaal uit Duitsland. Door de slechte economische toestand en hyperinflatie in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog werd het mogelijk om in 1923 een echte "Duitse perforeermachine, richtwals en breedpers" voor een lage prijs aan te schaffen, hetgeen de productie sterk verhoogde. De producten werden verkocht onder de naam "Duperfo". In 1934 moesten er machine's voor een aardappelmeelfabriek in Lille (Frankrijk) en een bij Aarhus (Denmarken) in bedrijfklare toestand worden afgeleverd. Van deze Deense reis bracht Jurjen Duintjer een uit staalplaat vervaardigde leden-verwarmingsradiator mee. Dit leidde tot de ontwikkeling van de latere radiatorenfabriek. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwde men gasgeneratoren voor vrachtwagens, tractoren en dorsmachines. De benzine werd door de bezetter gebruikt voor vliegtuigen en tanks. Na de Tweede Wereldoorlog werd het werk sterk beïnvloed door de grillen van de conjunctuur. In 1995 sloot Duintjer Wildervank met haar handelszaak, reparatie-afdeling, gereedmakerij, perforeermachine en radiatorenfabriek de deuren.

Na de beëindiging van het bedrijf werden in 1995 (aanwinst 1995.034), in 1997 (aanwinstnr. 1997.005) en in 2000 (aanwinstnr. 2000.033) archiefbescheiden overgebracht naar het rijksarchief in Groningen. De omvang van de archiefbescheiden bedraagt 20,00 meter.

Pothoven, F. "125 jaar, Duintjer Wildervank". Drie generaties familiebedrijf in handelsgoederen, radiatoren en geperforeerde plaat. Derde herziene druk.

Genealogie Duintjer (1980).
N.B. Aanwezig in de bibliotheek van de Groninger Archieven.