Uw zoekacties: Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594

1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
1539   Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Inleiding
1. De Groningse parochiekerken vóór de Reductie
2. De kerken
3. De archieven
4. Inventarisatie
laatste wijziging 21-01-2022
1.477 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 72 bestanden
Regestenlijst
1-100
101-200
201-300 1464 Maart 5 - 1479 April 21
301-400
401-500
501-600
601-700
701-800
801-900
1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Regestenlijst
801-900
Datering:
1555 Juli 18 - 1594 Mei 12
Organisatie: Groninger Archieven
laatste wijziging 10-01-2020
Regest 801 , 1555 Juli 18 ("Ghegheven in den jaer unses Heren dusent vijffhundert vijff ende vijfftich den achteijnden dach Julij, doe olde Johan Hoernken, Johan Sickinghe, Hinrick Ulger ende Johan tho Lellens borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad, Taalmans, zwoorne meentw en bouwmeesteren van de gilden in Groeninghen verklaren de jaarlijkse renten van 6 Rijder gulden en van drie Joachim daler, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, en welke [van wijlen mr. Paulus Vrese] aan de stad vervallen waren, overgedragen te hebben aan de pastoor in O.L.V. kerk ter Ae, - thans mr. Roloff Valcke -, en wel in ruil voor enig pastorieland aan de oostzijde van het Reijtdiep neffens over de Krane, en dat ter verbreding van de stadsgracht afgegraven is.
Transfix bij 2 oorkonden d.d. 1540 Juni 26 (Reg. nr. 766); 1553 Augustus 25 (Reg. nr. 801).
Oorspr.; stadszegel is afgevallen. Inv. nr. 554.
Regest 802 , 1555 November 24 ("Gegeven in den jaer unses Heren dusent vijffhundert vijff ende vijfftich den veer ende twintichsten dach Novembris").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat de timmervoogden der kerken van Sunte Merten, Sunt Wolburge en Unser Lever Vrouwen ter Ae, voor hen verklaarden voor de tijd van 6 jaar verhuurd te hebben aan Wessell Herteghers en Willem, echtel., 50 grazen land gelegen in de stadstafel bij de Wester hogher brugge, tegen een jaarlijkse huur van 300 Emder gulden, te betalen op Martini yn den winter, met toekenning van het recht van naarhuur.
Oorspr.; met het aanhangend stadssecreet zegel. Inv. nr. 23.
In dorso: Wessel Hargers
Regest 803 , 1555 November 24: = Regest nr. 802.
Oorspr.; het stadszegel is afgevallen. Inv. nr. 79.
In dorso: Johan Swarte als karckvoecht yn der tijdt
Regest 804 , 1556 Augustus 1 ("Gegeven in den jaer unses Heren dusent vijffhundert ses ende vijfftich den ersten dach Augusti, doe Reijnt Alberda, Albert Jarges, Uffko Uffkens ende, Hinrick Ulger borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Jelteke Remmers en Anna, echtelieden, voor hen verklaarden verhuurd te hebben voor de duur van 13 jaar - te rekenen van 1554, ’t begin van Jelteke’s pacht af - aan Johan Potter en Anna, echtelieden, 15 roeden land, gelegen “onder de krane bij de Nijebrugge” tegen een jaarlijkse huur van 2 Groninger stuivers de roede, met bepalingen omtrent de op te plaatsen opstal, en met vastselling van het recht van naarhuur.
Oorspr.; Stadszegel (Inv. nr. 277)
In dorso: Johan Potter
Regest 805 , 1557 Januari 25 ("... in den jaer unses Heren dusent vijffhundert seven ende vijfftich up dage Pauli").: Rodolphus Valcke, pastoor U.L.V. kerk ther Ae verklaart verpacht te hebben voor de duur van 25 jaren aan Berent van Ulsen en Gese, echtelieden, 33 roeden land, gelegen under die crane bij die Niebrugge" ten oosten van het Reijdtdeep tegen een jaarlijkse huur van 2 Gron. stuivers voor elke roede, te betalen op St. Peter ad Cathedram, met bepaling omtrent de op te plaatsen opstal, en vaststelling van het recht van naarhuur.
Oorspr.: met aanhangend zegel in groene was van mr. Rodolphus Valcke. Inv. nr. 277.
In dorso: van dat huijland Botryngeporte
Regest 806 , 1557 Maart 26 ("Actum op den XXVIen dach Marcii anno etc. LVII").: Stadhouder en Hoofdmannen der Stadt en Ummelanden van Gronyngen enz. oorkonden, dat mr. Johan van Swoll en mr. Peter Jorijs van Lewarden, beide uurwerkmakers, voor hen verklaarden, dat het uurwerk, dat mr. Vijt op verzoek van kerkvoogden van U.L.Vr. kerk ter Ae, hiertoe gemachtigd door Burgemeesteren en Raad der stad Groenynghen, in de toren gemaakt heeft, "klaer, ghuet [ende] oprecht meisterwarck, waell gemaket" is.
Oorspr.; papier, met opgedrukt zegel van stadhouder en Hoofdmannen, en ondertekend: door Pjeter Jorys en Johan Uerwerker. Inv. nr. 806
Regest 807 , 1557 April 1 ("Actum den eersten dach Aprilis anno etc. soeven en vijfftich").: Burgemeesteren en Raad in Groenyngen, doen uitspraak in het nader gestelde geschil tussen de juffers Blijke tho Lellens, Aleijt Valcke en haar zusters, allen kinderen van wijlen Eltet tho Lellens, eisers, en heer mr. Hinricus Wilhelmus, persona en pastoor voor de St. Meertenkerk, gedaagde, betreffende zes grazen land in de Westerhamrik, en wijzen voornamelijk op grond van enige oude “regysteren" door de persona overgelegd, en van het boek van de ”olderman van de hemryke" genoemde 6 grazen aan het personaatschap in eigendom toe.
Oorspr.; 't aanhangend stadssecreetzegel is afgevallen. Inv. nr. 537.
In dorso: Van de 6 grazen landes buten Bottringpoorte achter den Rijskamp in Lellen se landt, dat nhu verkofft is, actum Ao. 97; m.a.h.: Num 10
Regest 808 , 1557 Mei 14 ("Actum den veerthijnden dach Maij anno etc. soeven ende vijfftich").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen beslissen als “oeverste voegeden”, in de met rechte herhaalde eisen van voogden van U.L.Vr. kerk ter Ae, aan voogden van de St. Meertenkerk, om ontheven te worden van de borgtocht voor een schuld door laatstgenoemde kerk eertijds met Johan Schatter aangegaan, dat voornoemde voogden gedurende eerstvolgende 3 jaren nog de helft van de “questiose" renten zullen betalen, en daarna van de borgtocht ontheven zullen zijn.
Oorspr.: stadssecreetzegel afgevallen. Inv. nr. 266.
In dorso: de karckvoegeden van der Ae
Regest 809 , 1557 October 7 ("Gegeven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert soeven ende vijfftich den soevenden dach Octobris, doe Reijnt Alberda, Albert Jarghes, Uffko Uffkens ende Albert Coenrades borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat voogden van O.L.V. Kerk ter Ae voor hen verklaarden, met hun toestemming verkocht en overgedragen te hebben aan mr. Radinck Koeninck, pastoor van de St. Martenkerk ten behoeve van de “vicaris” eertijds door wijlen pastoor mr. Johan Vredewolt “up des hilligen Crucis altaar" gefundeerd, en thans in gebruik bij mr. Henrick Vinckert, een jaarlijkse rente van veer ende twintich Arens gulden, te beuren op “St. Lambertsdach in die Vrijmarcket" uit het aandeel van voornoemde kerk in 50 grazen land bij “Katerskruese” en voorts uit alle overige goederen van voornoemde kerk, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 532.
In dorso: die weerdighe heer mr. Radinck Koeninck pastoer etc.; m.a.h.: 6 daler rente jarlix van der kerken landen later Cruise
Regest 810 , 1557 November 14 ("Ghegeven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert soeven ende vijfftich den veertijnden dach Novembris, doe Albert Jarghes, Uffko Uffkens ende Albert Coenrades borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat voogden van U.L.Vr. kerk ter Ae voor hen verklaarden met toestemming verkocht en overgedragen te hebben aan mr. Roleff Valcke, pastoor ter Ae en collatoren tot St. Peter en Pauls vicarie en voornoemde kerk thans in bediening van heer Bartolt Keers een jaarlijkse rente van 24 Arens gulden, te beuren op St. Marten in de Winter uit 14 grazen land te Suetwolde, of alle overige goederen van genoemde kerk; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met brok van stadszegel. Inv. nr. 559.
In dorso: Mr. Roleff Valcke pastoer etc.; m.a.h.: acht Emder g. jarlix uth Dra kerck; m.a.h.: uth hoer 14 grase landes tho Suidwolde gelegen; m.a.h.: 22.
Regest 811 , 1558 Februari 3 ("Ghegeven in den jaer unses Heren duesent vijffhundert achtentvijfftich den darden dach Februarii, doe Albert Jarges, Uffke Uffkens ende Albert Coenrades borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat de voogden van Sunte Mertens kerk voor hen verklaarden met toestemming van Burgemeesteren en Raad verkocht te hebben aan Albert Symmens en Gheertruet, echtelieden, twee kamers, gelegen bij stadtmuerenstrate tussen Kranepoerte en het Rechte Jat, onder voorbehoud van een onopzegbare jaarlijkse rente van 3 rijder gulden, te beuren uit genoemde kamers en Albert en Gheertruet's overige goederen; dat genoemde voogden verklaarden voor de tijd van 80 jaar verpacht te hebben, met ingang van Pasen e.k., aan Albert en Gheertruet het erf met toebehoren, waarop de beide kamers staan, tegen een jaarlijkse huur van 1 rijder gulden met bepaling over de op dat erf te plaatsen opstal, en over het gebruik der put, en met toekenning van het recht van naar koop van de kamer.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 70.
In dorso: De voechden van Sunt Meerten, 3 stuvers
Regest 812 , 1558 April 16 ("In den iaer unses Heren dusent vijffhondert ende achte ende vijfftich den sestynden Aprilis").: Rodolphus Valcke, pastoor U.L.V. kerk ther Ae, oorkondt, dat voogden van genoemde kerk voor hem verklaarden opgenomen te hebben van Harmen Steenmesseler en Gese, echtelieden, 50 Emder gulden en dit tegen overdracht voor de duur van 3 jaren van een kamer met toebehoren aan de westzijde in Ffolkeryngestrate, met regeling der onderhoudsplichten en bepalingen omtrent opzegging en aflossing dezer lening.
Oorspr.; aanhangend zegel in groene was van Rodolphus Valcke. Inv. nr. 300
Regest 813 , 1558 Augustus 3 ("... yn den jaer unses Heren 1558 den darden Augusti").: Pastoor mr. Roleff Valcke en gezamenlijke kerkvoogden van U.L.V. kerk ther Ae verklaren met mr. Andreas, orgelmaker, een nader beschreven overeenkomst over verbetering van het orgel gesloten te hebben.
cirotheek, papier. Inv. no. 302
Regest 815 , 1558 November 9 ("Actum den IXden dach Novembris anno 1558").: Albert van Haselunne en Claas, echtelieden, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan voogden van U.L.V. kerk ter Ae een jaarlijkse rente van 25 Emder gulden, te beuren uit hun - van voogden gekochte - 16 jukken land “ynt Nijelandt tho Sijlbrugge, daer dat Schouwermaer upt Sueden (is)" en voorts uit al hun tegenwoordige en toekomende goederen; met bepalingen omtrent de inkoop dezer rente.
Concept - papier. Inv. no. 268
Regest 816 , 1559 October 3 ("Gegeven in den iaer ons Heren dusent vijfhondert negen ende vijftich den derden Octobris").: Meije Entens, hoveling te Myddelstum en Teetke Clants, echtelieden, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan mr. Hynrick Heelt, pastoor O.L.V. kerk ter Ae, en gemene priesters aldaar, een jaarlijkse rente van 24 Embder gulden en 5 Gron. stuiver, te beuren op Michaelis Archangeli uit hun 12 grazen land te Oestum, en al hun overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend zegel in groene was van Meye Entens; ondertekend door Meije en Teetke Entens. Inv. nr. 544.
In dorso: van desse opgemelde renten weren 6 Emder g. tot de Promisse ende 5½ Emder g. tot de croene renten ende 3 Emder g. tot Johan Schultinck ende Henrici Amelens ende Lamme Amelens memorien 15 St. tot Harmanni Greve Margareta uxoris 6 arnemsis ad memoriam Goswini van Dulck tres ad memoriam Meynoldi Vreese 15 st. ad memoriam Gerardi in den drystael promemorie Harmanni Husynge seniquatuor, titidem pro memoria Hebbe Husynge, quatuor ad memoriam Sickonis Hoevynghe sex ... redditibus. (de vicario?)
Regest 817 , 1559 November 3 ("Ghegeven in den jaere unses Heren duesent vijffhundert neghen ende vijfftich den darden dach Noembris, doe olde Johan Hoernken, Johan Sickinghe, Hinrick Ulger ende Johan Wijfrinck borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat vrouwe Feije Canters voor hen verklaarde geschonken en overgedragen te hebben aan voogden van Unser Liever Vrouwenkerk ter Ae, de jaarlijkse rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij 2 oorkonden d.d. 1520 April 30 (Reg. nr. 664) en 1524 October 13 (Reg. no. 699).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 265.
Regest 818 , ca. 1560. ("Gegeven in den jaere unsses Herrn d...").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat Albert Jarges voor hen verklaarde, dat de voogden van U.L.Vr. kerk ter Ae hem betaald hebben de rente van een “olden franschen schildt” holdende up ende over Gheert Arpes hues (benevens van de achterstallige renten ....).
Oorspr.: stadssecreetzegel is afgevallen. Inv. nr. 290
Regest 819 , ca. 1560: Bernardus Beyema verzoekt pastoor mr. Hendricus Helt, en andere voorstanders der kerk St. Mariae toe der A, in verband met zijn afreis naar Leeuwarden, zodra zijn zuster met haar man uit Duway aldaar zijn aangekomen, tijdig voor een plaatsvervanger aan de school te willen zorgen.
Oorspr.: papier. Inv. nr. 308
Regest 820 , 1560 Januari 18 ("Ghegeven in den jaer unses Heren dusent vijffhundert ende 't sestich den achtijnden dach Januarii").: Peter Frones en Dewer, echtel. verklaren, verkocht en overgedragen te hebben aan Harmen Barolts, en Clara echtelieden, een jaarlijkse rente, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Jurgen Jarghes voegt hieraan een verklaring toe op verzoek van verkopers dit stuk bezegeld te hebben.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1550 Januari 30 (Reg. no. 788).
Oorspr.: het zegel van J.Jarges is afgevallen. Inv. nr. 248.
Hierbij een transfix d.d. 1561 Nov. 28 (Reg. nr. 828)
Regest 821 , 1560 April 27 ("Gegeven in den iaer ons Heren dusent vijffhundert unde tsestich op Saterdage na den Sondach Quasi modo").: Peye Uffkens, weduwe van wijlen dr. Uffke Uffkens verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters der St. Marten en St. Walburgenkerk, een jaarlijkse rente van achtijn Arns. gulden, te beuren op Paesche achte dage uit haar heerd land te Elderdehusen in Bedummerkarspel en al haar overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Peter Entens broeder van Peije voornoemd voegt hieraan verklaring toe, dit stuk bezegeld te hebben.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Peter Entens. ( Inv. nr. 465).
In dorso: Num 29; m.a.h.: XVIII Arns. g. peye Uffkens ( m.a.h. VI. E.g.); met 6 Arns. Garmet Alma 10 Octob., met 6 Arns. g. Lucken Hoernken 22 Maij, met 3 Arns. g. Gysele van Lochum 25 April, met 6 st. Heyne van Lummen 29 Juni, met 24 St. Golde Yarges 5 Juni.
Regest 822 , 1560 Juni 20 ("Ghegeven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert ende tsestich den twintichsten dach Junij, doe Albert Jarges, Bartolt Coenrades, Sasscher van Heringha ende Johan Hoernken borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat voogden van St. Martenskerk voor hen verklaarden, met toestemming van Burgemeesteren en Raad, verkocht en overgedragen te hebben aan voogden U.L.V. kerk ter Ae, een jaarlijkse rente van 12 daler, te beuren op Pinxteren uit het (aandeel) land der drie kerken bij Katers Cruce, thans in gebruik bij Wessel Hartghers, en voorts uit alle andere goederen van voornoemde kerk, en dat ter afbetaling van de 200 daler, welke voogden ter Ae aan die “to Sunte Marten" geleend hadden; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; stadszegel afgevallen. Inv. nr. 266.
In dorso: de karckvogeden ter Ae.
Regest 823 , 1560 October 7 ("Gegeven in den jaer unses Heren dusent vijffhundert ende tsestich des Maendages voer Victoris wesende den soevenden dach Octobris, doe Albert Jarghes, Bartolt Coenrades, Sasscher van Heringha ende Johan Hoernken borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat Frans Metelen voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters der St. Marten en der St. Walburgenkerk, een jaarlijkse rente van zes en een half Arens gulden, te beuren op St. Victoer uit zijn huis aan de noordzijde "in Bruggestraete" en al zijn overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 449.
In dorso: de kerkheren ende gemene preesteren tho St. Marten ende St. Walburgen. m.a.h.: Memo: Albarti Jalinghe VI ½ Arens g. 28 Junij; m.a.h.: Ffrans Metelen in Bruggestrate; m.a.h.: Num 99.
Regest 824 , 1560 October 14 ("Ghegeven in den jaer unses Heren dusent vijffhondert ende tsestich den vertynden dach Octobris, doe Albert Jarghes, Bartolt Coenrades, Sasscher van Heringha ende Johan Hoernken borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat voogden van U.L.V. kerk ter Ae voor hen verklaarden met hun (B. en R.) toestemming verkocht en overgedragen te hebben aan Symen Enwes, een jaarlijkse rente van 6 Emder gulden, te beuren uit de heert land toe Oestum, en voorts uit alle goederen van de kerk; met bepaling omtrent wederinkoop en opzegge dezer rente.
Oorspr.; stadszegel is afgevallen. Inv. nr. 298
Regest 825 , 1561 April 30 ("Gegeven in den jaer unses Heren dusent vijffhundert een ende tsestich den lesten Aprilis").: Johan van Ewesum, ritter, juncker te Middelstum, Doernewert en Engeweer, verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan mr. Hynrick Helt, pastoor O.L.Vr. kerk ther Ae, en gemene priesters aldaar een jaarlijkse rente van 19 Emder gulden min 4 Gron. stuivers te beuren achte dagen vóór Meijdach uit zijn ongeveer 90 grazen grote heerd land in ’t karspel van Doernewert "in den Oert" geheten, en voorts uit al zijn overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; ondertekend Johan van Ewszum, zegel van Johan van Ewsum is afgevallen. Inv. no. 542.
In dorso: ad vicariam sancte Anne 14 Arn.; pro manualista Tyasse Sybolsma 5 Emder; ad mem: Christiani Dukers 3 Arn et 2½ st. 26 April; ad mem. Gerardi Leonis 5½ Arn. g; 2 Augusti; ad mem. Henrici Zellynck 9½ Arn.; 5 September ad m. Hermanni Doevinck 2 Arn. 20 Januari; ad mem. dom.i Peter Deghens ... Arn. 12 Februaris
Regest 826 , 1561 September 16 ("Ghegheven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert een ende tsestich den sestijnden dach septembris").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat voogden van U.L.Vr. kerk ter Ae voor hen verklaarden verpacht te hebben voor de tijd van 6 jaar met ingang van Ludgeri 1562 aan Tyasse Halsumma en Abele echtelieden 48 jukken land te Cloesterbueren, tegen een jaarlijkse huur van 48 daler, te beuren op St. Johannes toe Midsommer en op Martini in de winter, telkens voor de helft, terwijl de jaarlijkse rente van 5 Emder gulden ten behoeve van de kinderen van wijlen Gae.... Galsumma en de aflossing dezer schuld, steeds ter hunnen laste zal blijven; met bepaling omtrent de onderverhuur van het land.
Oorspr.; Stadssecreetzegel is afgevallen. Inv. no. 274.
In dorso: de voechden van unser lever Vrouwenkerk ter Ae
Regest 827 , 1561 November 1. ("Actum Groningen anno 1561 den ersten dach des mans Novembris").: Lue Jacobs en Grete, echtelieden, verklaren schuldig te zijn aan voogden O.L.Vr. kerk ter Ae een som van 170 Emder gulden, te betalen op Allerheiligen 1562 uit al zijn goederen.
Oorspr.; papier. Ondertekend Lue Jacops en zijn merk. Inv. nr. 285.
In dorso: Luw (?) Jacopss.
Regest 828 , 1561 November 28 ("Ghegeven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert een ende tsestich den acht ende twintichsten dach Novembris").: Har(men Ba)rels en Clara, echtelieden, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan voogden van U.L.V. kerk ter Ae, de jaarlijkse rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Evert Ulger voegt hieraan toe, op verzoek van verkopers deze verklaring bezegeld te hebben.
Transfix bij 2 oorkonden d.d. 1550 Januari 30 (Reg. no. 788), 1560 Januari 18 (Reg. no. 820).
Oorspr.; met aanhangend zegel in groene was van Everdt Ulger. Inv. nr. 248
Regest 829 , 1562 April 23 ("Int jaer unses Heren dusent vijffhundert twe ende sestich up dach Georgii Martiris".): Johan van Ewesum, ridder, heer te Ewesum, verklaart, verkocht en overgedragen te hebben aan mr. Hinrick Helt, pastoor, en aan gemene priesters U.L.Vr. kerk ter Ae, een jaarlijkse rente van 6 "bescheijden enkell golden overlandsche Rijnsche gulden Koerforster munten" te beuren op 23 April uit zijn erf te Middelstum en al zijn overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; ondertekend Johan van Ewesum; zegel is afgevallen. Inv. nr. 543.
In dorso: vyer Emder gulden, de Rose etc. X ½ Ar. tot her Enthen memorie ende noch de restant tottet
Regest 830 , 1562 April 28 ("In den jaer Unses Heren dusent vijffhundert twe ende tsestich den achtendetwintichsten dach Aprilis, doe Johan Sickinghe, Gheert Hoernken, Albert Rolteman ende Johan Thedema borgermestere weren unser stad").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen geven een "transumpt ofte vidimus" van een oorkonde d.d. 1453 Februari 21 (Reg. nr. 147).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 1.
In dorso: de voechden van Sunte Walburg; m.a.h.: over het huis ant Vismarckt
Regest 831 , 1562 Augustus 11 ("In den iaer ons Heren dusent vijffhundert twe unde tsestich up dach Tiburtii Martiris").: Popko Uffkens, zoon van wijlen Eweke Uffkens verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan heer mr. Radinck Koninck, pastoor der St. Marten en St. Walburgenkerk, ten behoeve van het manuael, door Roleff Korenpoertinge gesticht, en door wijlen heer Johan Hardenbarch gesupple-eerd, thans in bediening van heer Johan van Borck, een jaarlijkse rente van tien Arns gulden, min één stuiver, te beuren op Tiburtii uit zijn heerd land te Eelwert bij den Dam, en al zijn overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente. Peter Entens voegt hieraan een verklaring toe, op verzoek van Popko dit stuk verzegeld te hebben.
Oorspr., met aanhangend zegel van Peter Entens (Inv. nr. 536).
In dorso: Num. 1; m.a.h.: 9 Arens gl. ende 9 Groninger stuver jarlijcke rente, uth Popco Ufkens heert landes tho Eelwert bij den Dam.
Regest 832 , 1563 Februari 21 ("Gegeven in den iaer ons Heren dusent vijffhondert dre unde tsestich up avende Petri ad Cathedram angaende").: Mr. Lubbert Koninck, doctor en vicarius der St. Martenkerk verklaart met toestemming van heer mr. Willem Huberti baccalaurius, persona personatus en pastoor der St. Maartenskerk, verpacht te hebben voor de duur van 12 jaar, aan Luytke Alinge en Ffenne, echtelieden, een stuk tuinland, groot 98 roeden en gelegen buiten de Oesterpoerte ten Z. van de stadsgracht, tegen een jaarlijkse huur van twee Groninger stuivers voor elke roede, te betalen op St. Peter ad Cathedram, met bepalingen omtrent de op te plaatsen opstal.
Oorspr.: met aanhangend zegel van Willem, persona, in groene was. Inv. nr. 495.
In dorso: Huirserter van thuinlant buiten Osterpoort groet 98 roeden gelt nu net (?) langer - 35 -.
Regest 833 , 1563 April 27 ("In den jaer unses Heren dusent vijffhundert dre ende tzestich den soven ende twintichsten dach Aprilis").: Juffer Hille Coners, abdis, en juffer Geerthien ten Holte, priores, senioren, gemene jufferen en conventualen van het Convent te Essen, verklaren, dat Geerdt Dmepsche en de overige Voogden van Sunte Walburge kerk afgelost hebben een rente van 4½ gouden Overlantse Rijnse gulden, zijnde de helft van de jaarlijkse rente, te beuren uit landen en goederen, gelegen te Garreweer in het kerspel Tyamsweer.
Oorspr.; met aanhangend zegel van het convent te Essen in groene was. Inv. nr. 26.
In dorso: Qwitantie van aefgeloste rente holdende over dat lant tho Garreweher
Regest 834 , 1563 October 1 ("Ghegheven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert dre ende tzestich den eersten dach Octobris").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat de drie timmervoogden der kerken van Sunte Marten, Sunte Walburge en Unser Liever Vrouwen ter Ae voor hen verklaarden verhuurd te hebben voor de tijd van 6 jaar, met ingang van Martini in de winter, aan Vrerick van Esens en Aleijt, echtelieden, en Lambert van Sitteren en Anna, echtel., 50 grazen land, gelegen in de Stadstafel bij de Westerhoger Brugghe, tegen een jaarlijkse huur van 318 Emder gulden, te betalen op Martini in de Winter.
Oorspr.; met insnede voor de zegelstaart. Inv. nr. 24.
In dorso: Dee timmervoechden der dre karcken, 3 stuvers.
Regest 835 , 1564 Maart 28 ("Ghegheven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert veer ende tzestich den achtendetwintichsten dach Marty doe Sassche van Heringha, Joachim Ubbena, Derck Schaffer ende Reijnt Alberda borghermeistere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat Harmen Clandt, Eylcko Coenrades en Hidde, echtelieden, en juffer Bawe Clants voor hen verklaarden, met toestemming van Burgemeesteren en Raad toegewezen te hebben aan mr. Hinrick Helt, de pastoor, de priester, en de voogden van U.L.Vr. kerk ter Ae, 4 nader aangeduide grazen land "in den Groten Hoen buten der Aepoerte", welke landen tot nog toe onverscheiden in hun land waren gelegen, en wel in dier voege, dat voogden en priesters elk 2 grazen zullen hebben; met bepalingen omtrent het gebruik en het onderhoud van de naburige dijk.
Oorspr.; stadszegel is afgevallen. Inv. no. 171.
In dorso: de karckvogeden ther Ae.; m.a.h.: 3 st.; m.a.h.: No 3.; m.a.h.: sprekende van 4 koweijde bij Mepschen hoff de HoenePenne
Regest 836 , 1564 Augustus 25 ("In den iaer ons Heren dusent vijffhundert ende veer ende tzestich des dages nae Bartolomei apostoli").
: Eijse Sigers en Grete, echtelieden, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters der St. Merten en St. Walburgenkerk een jaarlijkse rente van vier en een half Emder gulden en één stuiver, te beuren “op avonde Bartolomei apostoli” uit hun heerd land "toe Zaeckzum up den hollen" en al hun overige goederen, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Hilbrant Gruies, de oom van Eijse en Grete, voegt hieraan de verklaring toe, dit stuk op verzoek van zijn "zwager en nichte" bezegeld te hebben.
Oorspr.; met aanhangend zegel en contrazegel van Hilbrant Gruies, en handtekeningen van Eyse Sighers en Grete Syghers. Inv. nr. 468.
In dorso: magister Albertus Ymelens cum suis 31 Augusti; m.a.h.: Eyso Zygers to Saexum IIII½ emder gl - 1 stuver; m.a.h.: 4½ emder g. 1 st., Barthol. (m.a.h.); m.a.h.: M 12 & M 1; m.a.h.: op ... Saaxum
Regest 837 , 1564 Augustus 26 ("Ghegheven in den jaer unses Heren dusent vijffhundert vier unde tzestich up den XXVIsten dach Augusti").
: Ballo Froma, hoveling te Wyrdum oorkondt, dat Katrina, gewezen dienstmaagd van wijlen Heer Jacob Kuipers voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Garmet Jarges, de jaarlijkse rente waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1554 Maart 16 (Reg. nr. 799) waaraan mede transfix was een oorkonde d.d. 1590 Febr. 22 (Reg. nr. 890).
Oorspr. met handtekening van Ballo Froma en diens aanhangend zegel in groene was. Inv. no. 116
Regest 838 , 1564 October 24 ("In den jaer ons Heren do men screff dusent vijffhundert veer unde sestijch, up Dingesdach na Elven dusent mageden").: Sijwerdt Bolte en Bijwe echtel. verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en priesters de gremio der St. Maarten en St. Walburge, een jaarlijkse rente van neghen Eemder gulden, te beuren op Elvendusent mageden uit hun heerd land te Eppinghehuisen; met bepalingen omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Sijwardt Bolte, handtekeningen van Sijwert Bolte en Bijwe Boltec. Inv. no. 490.
In dorso: Sijwerdt Bolte 9 emder gl.; m.a.h.: 6 emder gulden pro memo: magistri Wilhelmi Frederici 3 Augusti 3 Emdensis vide 7 Marty; m.a.h.: Num 3; m.a.h.: XI m mageden.; m.a.h.: M 8 x 1 m mageden; m.a.h.: Knoll; m.a.h.: 9 emder gl. Eppinghusen.
Regest 839 , 1565 - 1578: Stadhouder en hoofdmannen gelasten ... hun achterstal aan ... te voldoen, onder aanwijzing der gelegenheid hiertegen in beklag te komen, en met verzoek de bode de brief weder mee te geven.
A: afgegeven 1565 Mrt 5 op Wibbe Gaelkens te Kloosterburen (huur); Willem Ysebrants te Houw (landhuur); Bartolomeus Hekma (?) te Vierhuizen (landhuur) ten behoeve van Claes Helt.
1566 Apr 30 op Ghese Ottens in den Damme; ten behoeve van voogden der Akerk.
1571 Mei 6 op Ghese Ottens in den Damme; ten behoeve van Claes Helt.
1572 Mei 10 op Ghese Ottens in den Damme; (rente) ten behoeve van Claes Helt.
1576 Jun 17 op Ghese Ottens in den Damme; ten behoeve van A-kerk voogden. C: afgegeven 1568 Sep 3 op Wibbe Gaelkens te Kloosterburen; Cornelius Gerrijts te Warfummerbueren (landhuur); Doeke Clant te Warfhuisen (rente) ten behoeve van A-kerkvoogden.
1568 Okt 24 op Doeke Clandt te Warfhusen (rente) ten behoeve A-kerkvoogden;
1568 Jan 17 op Ffrans Clandt te Lettelbert (rente) ten behoeve van A-kerkvoogden;
1568 Okt 30 aan Frans Klandt te Lettelbert (rente) ten behoeve van A-kerkvoogden; aan Meijer van Poppe Clasensheert op ’t Westersant (rente) A-kerkvoogden.; aan Jurgien (?) Fockens bij de Nijebrugge (landhuur) A-kerkvoogden.
D: 1571 Nov 24 aan Claes van Bourmannia (rente) ten behoeve van Claes Helt.
E. 1575 October 29 aan Peter Douma; aan Rempt Ipens op ’t Westersant, ten behoeve van A-kerkvoogden.
F.
(1578) Mei 13 aan Wibbe Gaelkens in Kloosterburen (3 landhuren) ten behoeve van Claes Helt.
1578 Januari 21 aan Garbrant tho Weerdsuma te Oostum of andere meijer van ’t kerkelant aldaar ten behoeve van Albert Predinius.
Oorspr.; papier, met opgedrukt zegel van Stadhouder en Hoofdmannen.
Inv. nr. 282.
In dorso: geadresseerde: Akerkvoogden Claes Helt.
Regest 840 , 1565 Maart 17 ("Anno Domini vijfftijnhondert ende vijff unde sestich up dage van Sant Gertruijden").: Albert Hornekens en Alijt, echtel. verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters der St. Merten en St. Wolburgen kerk een jaarlijkse rente van zeven Emder gulden te beuren op St. Geertruijden dach uit de heerd land te Germerwolde, en voorts uit al hun overige goederen, met bepalingen omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Albert Hornekens in groene was, ondertekend door Albert Hornekens en Alijt Conders. Inv. nr. 466.
In dorso: Albert Hoerenkens 7 emder X st.; m.a.h.: met 6 arens gl. M. Berent (t)ovart 3 Julij met 18 st. m. Johan Tymmerman: ultima Julii met 8 st. Johan Marissinck 28 junii met 3 arens g. unde 4 st. Ellekin Helprikx 13 Decembris mester Geert Ranenborch 5 Arn g. heer Johan van Borcks vicarie 4 Arns. g. vide 9 Moi
Regest 841 , 1565 Mei 1 ("Gegeven in den jaere unses Heren dusent viffhundert viff ende tzestich up daghe Philippi et Jacobi").: Doctor Johannes Eltz, persona der personaatschap, pastoor der St. Martini en Walburgiskerk verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan gemene priesters de gremio der beide kerken een jaarlijkse rente van vijf Embder gulden, te beuren uit "unser huess und vicarie" door wijlen Wigboldt Lewe gefundeerd, welk huis gelegen is "an die noerder sijdt van het kerckhoff, daer S. Walburgis huess upt oesten ende die roester upt westen naest angeswettet liggen", met bepalingen omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.: met aanhangend zegel van J. Eltz in rode was. Inv. nr. 487.
In dorso: memorien: meerten Hoep, Hille sijn huijsfrowe met 3 Arens g. heer Warner Backer met 2 Arens g. 26 September, 12 Juli, Hinrick Ridder solvest. veerde 16 Decembris 2½ Arens Roleff Fuker, Hille zijn huijsfrow mit 2½ Arens g. 7 Septem. Johan Hiddinck, Ghese sijn huijsfrow met 3 Arens g. 14 Augustus Grete Knottens, Hebbele oer suster den 15 Octobris met 2½.
Regest 842 , 1565 September 6 ("Actum Groenyngen den VIden dach Septembris anno 1565").: Voogden O.L.Vr. kerk ter A(e) machtigen Berneer Horijnga voor hen met rechten op te treden inzake de 5 honderd land te Garsshuijsen, in gebruik bij de smid aldaar en gekocht door Lambert Starkenborch.
Oorspr.: papier ondertekend: Bartolth Roberts, Bartolt Sissinck, Popke Mettelen, Roleff Janssen. Inv. nr. 176
Regest 843 , 1565 September 28 ("In den jaer unses Heren dusent vijffhundert ende tzestych up Sunte Michaelis avent etc."): Henricus Helt pastoor U.L.Vr. kerk ter Ae verklaart verpacht te hebben voor de duur van 30 jaren, aan Joseph Claesen en Anna echtelieden 35 roeden land, gelegen "under de krane bij de Nijebrugge" ten oosten van het Reijtdiep tegen een jaarlijkse huur van 2 Groninger stuivers voor elke roede, te beuren op St. Michaelis uit genoemd land en alle overige goederen, van Josef en Anna, met bepaling omtrent op te plaatsen opstal en vaststelling van ’t recht van naarhuur.
Oorspr.; zegel van Henricus Helt afgevallen Inv. nr. 277
Regest 844 , 1565 September 29 ("Datum int iaer ons Heren dusent vijfhondert ende vijfensestich up dach Michaelis archangeli").: Henricus Helt, pastoor U.L.Vr. kerk ter Ae oorkondt, dat Wylm Egbers voor hen verklaarde verpacht te hebben voor de duur van 50 jaren, met ingang van St. Peter in de vasten, aan Ffricke Rytsens en Anne echtelieden, 52½ roeden van het land buiten de Kranepoort, dat hij van heer Ffrederick ten Hoevel, vicarius en manualist in voorn. kerk onder toestemming van de pastoor en senioren der kerk eveneens voor 50 jaar gepacht heeft, tegen een jaarlijkse huur van 2 stuivers voor elke roede, te beuren op Nativitates Marie en St. Peter in de vasten telkens voor de helft uit het voornoemde land of al Fricke’s overige goederen; met bepalingen omtrent onderhoud van een weg, een vrije overweg, en de op te plaatsen opstal, en met vaststelling van het recht van naarhuur, als voorn. Willem zijn pacht hernieuwt.
Oorspr.: met aanhangend zegel in groene was van Henricus Helt. Inv. nr. 277.
In dorso: Ffricke
Regest 845 , 1565 November 20 ("Actum op den twintichsten dach Novembris anno etc. LXV").: De secretaris Everardus van Embden verklaart dat door de Heren (Hoofdmannen?) “gekundt” is, dat heer Peter ten Walle vicarius in U.L.V. kerk ter Ae zal mogen verhuren de 9 jukken vicarieland, waarvan een oorkonde d.d. 1516 Vrijdages voor St. Lucasdag melding maakt.
Oorspr.: papier, ondertekend: Everardus van Embden secretarius. Inv. nr. 283
Regest 846 , 1566 Februari 21 ("... uns Heren dusent vijffhundert ses ende tsestych up avende Petri ad Cathedram").: (Henricus) Helt, pastoor U.L.Vr. kerk ter Ae verklaart verpacht te hebben voor de duur van 60 jaar, met ingang van St. Peter aan Everhartd Dmepsche 50 roeden land "under de Krane, bij (der Nijebr)ugge buten Botteringepoerte" gelegen, tegen een jaarlijkse huur van 2 Gron. stuiver voor elke roede, te beuren op St. Peter ad Cathedram, met bepaling omtrent op te plaatsen opstal, en vaststelling van het recht van naarhuur.
Oorspr.: zegel van Henricus Helt afgevallen, en handtekening van (Hen)ricus Helt. Inv. no. 277
Regest 847 , 1566 Juni 6 ("Ghegheven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert sess ende tzestich den sesten dach Junij doe olde Johan Wijfrinck, Albert Rolteman, Johan Thedema ende Harmen Clandt borghermeistere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat de voogden van Sunte Walburgekerk ter ene, en vrouw Ike Entens ter andere zijde voor hen verklaarden, de eerste met toestemming van Burgemeesteren en Raad, een scheiding te zijn aangegaan betreffende de 14 grazen land, gelegen te Garreweer onder de klokslag van Tyamsweer, tot nu toe gezamenlijk door hen bezeten, in voege dat genoemde voogden de noordelijke en vrouw Ike de zuidelijke helft daarvan in eigendom zal krijgen; met bepaling over het gemeenschappelijk gebruik van een weg.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 10.
In dorso: de voechden van Sunte Walburge; m.a.h.: tot Garreweer; m.a.h.: Een afscheidinge van 14 grasen landes die pro dato unverscheiden gelegen hebbe
Regest 848 , 1566 Augustus 14 ("Gegeven in den jare unses Heren duisent vijffhundert ende ses ende sestich op avende Assumptionis Marie etc.").: Lutgaerdt Groethuis, ministerse, Anna Huisinge, procuraterse, Geese Koepslagerse, Lutgaerdt van Dulck senioren en alle conventualen van het vrouw Sijuwen convent op ’t Minrebroderkerkhoff verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters van de St. Marten en Walburgenkerk een jaarlijkse rente van zes Emder gulden, te beuren op avendt Assumptionis Marie virginis uit hun huis met toebehoren op "Minrebroderkerckhoff" "in ’t osten an unse capell" en alle overige goederen van het convent, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.: met aanhangend zegel van het convent in groene was, met handtekeningen van L. Groethues, Gese Koepslagers, L. van Dulck, Anna Husinghe. Inv. nr. 454.
In dorso: Num. 6; m.a.h.: XVIII Arens g. uuth vrou Syuwen Convent op den Minnenbroederkerckhof. Hinrick Ru(relt?) 14 Sep. met 7 Arens mr. Thomas de Maecke 25 Maij, 2 Arns. g. 11½ St. g. Allaert Koninck 22 Feb - 3 Arens g. Claes van Ballen 13 Julij 2 Arens g. mr. Allaerdt Wijdenbrugghe 9 Aprilis 3 Arens g. min een oert Jacob Lubberts 23 Aprilis 1 Arens g. m.a.h.: 18 Ar. g. ex convente in cuncterio minorum
Regest 849 , 1567 Maart 8 ("Gegeven ynt jaer uns Heren dusent vijffhundert unnde sevenn unnd sestich, sabbate ante Dominicam Letare").: Doctor Joannes Eelts, persona personatus, pastoor van de St. Marten en St. Walburgenkerk verklaart, (mede) namens kerkheren en gemene priesters verhuurd te hebben voor de duur van 20 jaren met ingang van Pasen 1569 aan Henrick Schoeninck en Amele echtel. 2 kamers achter St. Martensschole tegen een jaarlijkse huur van 9 Emder gulden, met de bepaling dat bij overlijden van beide huurders voor het einde dezer termijn ook aan de priesters zullen terugkomen, en naderre bepalingen omtrent het onderhoud van en eventuele verbouwingen aan deze kamers.
Oorspr.: met brokstukken van het zegel van dr. J. Eelts in rode was. Inv. nr. 494.
In dorso: achter de schoele; m.a.h.: 2 kamers achter St. Marten (karcke).
Regest 850 , 1567 Maart 8: Mr. Radigrius Koninck, pastoor van de St. Marten en St. Walburgen kerk verklaart (mede) namens kerkheren en gemene priesters verhuurd te hebben voor de duur van 20 jaren met ingang van Pasen 1569 aan Henrick Schoeninck en Amele echtel. 2 kamers achter St. Martensschole tegen een jaarlijkse huur van 9 Emder gulden, met de bepaling dat bij overlijden van beide huurders voor het einde dezer termijn ook aan de priesters zullen terugkomen, en naderre bepalingen omtrent het onderhoud van en eventuele verbouwingen aan deze kamers.
Oorspr.; met aanhangend zegel en contrazegel in groene was van Mr. Radigrius Koninck. Inv. nr. 494.
In dorso: N 11; m.a.h.: 2 kameren achter (St. Martini ?)
Regest 851 , 1567 Maart 9 ("In den jare ons Heren dusent vijfhonder ende soeven ende sestych den negensten Martij").: Gheert Entens en Cornelijs echtelieden verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan heer mr. Radinck Koninck, pastoor van de St. Meerten en St. Walburgenkerk ten behoeve van de vicarie des hilligen Crucis altaer, eertijds door mr. Johan Vredewolt gefundeerd en thans in bediening bij mr. Hindrick Vinckert een jaarlijkse rente van 7 Arens gulden en twee stuivers, te beuren op de 9de Martij uit hun kamer aan de noordzijde der Krumme Jat en alle overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend zegel van G. Entens, en handteekeningen van G. Entens en Cornellijs Helts. Inv. nr. 530.
In dorso: Num 1. ; m.a.h.: 7 Arens gl. 2 Gron. st. jarlix, worden nu van Hindrick Ky(s)temaker int Krumme Jat bet(alt)
Regest 852 , 1567 April 29 ("Ghegheven in den jaere onses Heren dusent vijfhondert soven ende tzestich den vijfende twintichsten dach Junij").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat Berent Harmens en Ewsse echtelieden voor hen verklaarden, met toestemming van Burgemeesteren en Raad, wijl zelf “nu ter tijt siner goeder onmachtigh”, verkocht en overgedragen te hebben aan de gebroeders Everdt en Hinrick Asschendorp de jaarlijkse rente waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1555 Mei 6 (Reg. nr. 800).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 297
Regest 853 , 1567 Juni 25 ("Ghegheven in den jaere onses Heren dusent vijfhondert soven ende tzeestich den vijfende twintichsten dach Junij").: Dr. Georgius van Westendorp verklaart dat Burgemeesteren en Raad van Groeninghen en de voogden van Sunte Meertenskerk hem toegestaan hebben een plaats voor een wenteltrap op de Zuidoosthoek van zijn huis op de Ludzenplaetze; onder voorbehoud van alle rechten, die aan genoemde voogden bij een oorkonde d.d. 1511 Augustus 22 ( vgl no. 611), met betrekking tot het gehele huis toegekend zijn, en van het recht van genoemde voogden op een uitgang of achterdeur.
Oorspr.: met handtekening van Georgien van Westendorp en een insnede voor de zegelstaart. Inv. no. 54
Regest 854 , 1567 December 9. ("in den iaer ons Heren dusent vijfhondert ende soeven ende sestich den achtende Decembris").: Ludolphus Vreese, presb. Traj. dioc. publicus sacris ap et imp. auct. notarius jur. instrumenteert dat heer Frerijck ten Hoevell pastoor en zijn kerkvoogden voor hem en getuigen heer Ludowicus Gratema op navolgende voorwaarden tot een voerstander ende Rectoer Onser L.Vr. school ter Ae gekozen hebben: heer Ludowicus zal verplicht zijn de Katholieke religie trouw te zijn en te bevorderen, enige nader beschreven kerkdiensten nakomen en bij te wonen, de jeugd te vermaenen ... toe koere gaen, want pryncipael de schoele om het koer gefundeert ... is, vervolgens de Griekse en Latijnse auteurs te onderhouden, en ten slotte opdrachten van de pastoors to St. Meerten en van de Raad, namens de koning rector van St. Meerten op te volgen; hiertegen over zal hij van de pastoor en kerkvoogden jaarlijks 100 Emder gulden ontvangen, jaarlijks in twee termijnen te voldoen, onder de verplichting hiervan zijn ondermeesters elk 20 Emder gulden uit te keren en verder het schoolgeld te beuren "doer de ganse schoele half ende half nae older usantien beholtlijck den rectoer altoes sijn egen locaelen, het schoelgelt heel Vrij myt sijn toebehoer als keersen ende ander accidentalia na older usantien" terwijl hem ten slotte de leiding der school en opzicht over zijn ondermeesters verzekerd wordt.
De notaris voegt hieraan een verklaring toe dit instrument, voorzien van zijn naam en teken (van zijn naam is niets te ontdekken), op verzoek gegeven te hebben.
Testes sunt... Johannes de Thedema, consul unacum ipsius famulo.
Oorspr.: papier, cirotheek met handtekening van Ludowicus Gratema. Inv. no. 307
Regest 855 , 1569 April 3 ("Ghegheven in den jaere unses Heeren dusent vijffhundert negen ende tzestich den darden dach Aprilis doe Albert Rolteman, Joachim Ubbena, Derck Schaffer ende Johan Clant borghermeistere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad, taelmans, gezworene meente en bouwmeesters der gilden in Groeningen verklaren met toestemming van de Koning, wegens drukkende nood, verkocht en overgedragen te hebben aan de voogden van Sunte Walburge kerk een jaarlijkse rente van 24 Arens gulden, te beuren uit alle stadsgoederen en inkomsten, met bepaling omtrent wederinkoop en opzegging dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 12.
In dorso: De voechden tho Sunte Walburge, 4 stuvers m.a.h.: Van rente over dese staedt van 24 Arens gulden. Op de zegelstaart: 23
Regest 855* , 1569 April 22 ("Ghegheven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert neghen ende tzestich den twee ende twintichsten dach Aprilis doe Albert Roltheman, Joachim Ubbena, Derck Schaffer ende Johan Clant borghermeistere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat Johan Willems en Grete, echtelieden, voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan Grete Egginge, een jaarlijkse rente van 9 Emder gulden, te beuren op Santgangen en Pasen telkens voor de helft, uit hun huis aan de Noordzijde van Poelstrate, en al hun overige goederen, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.: met stadszegel. Inv. no. 94.
In dorso: Grete Egginghe (doorgeschrapt). m.a.h.: desse breff is bij testament den Kerckke van Sanctte Mertten gegeven 8 novembrijs 1591. (doorgeschrapt)
Regest 857 , 1570 Januari 25 ("Ghegheven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert ende tzoeventich den vijff ende twintichsten dach Januarij").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat de drie timmervoogden der drie kerken van Sunte Marten, Sunte Walburge en Unser lever Vrouwen ter Ae voor hen verklaarden verhuurd te hebben voor de tijd van 6 jaar aan Wigbolt Frericks 50 grazen land, gelegen in de Stadstafel bij de Wester hoger Brugge, tegen een jaarlijkse huur van 250 Emder gulden en voor elke kerk een ton Hamburger bier of de waarde daarvan in geld, te beuren op Martini in den winther.
Oorspr.; perkament met aanhangend stadssecreet in groene was. Inv. nr. 24.
In dorso: Wigbolt Frericks
Regest 858 , 1570 September 23 ("Ynden yaer ons Heren dusent vijffhundert ende tsoeventych Saterdages voer Michaelis archangeli als den dre ende twyntychsten Septembris").: Ffredericus then Hoevel pastoor U.L.Vr.kerk ther Ae oorkondt dat voogden van de kerk voor hem verklaarden een overeenkomst gesloten te hebben met Hele, weduwe van Lubbert Arens, met betrekking tot een kamer aan de westzijde van Ffolkeringe strate, door voogden eertijds 50 Emder gulden van Hermen Steenmesseler en Gele, echtel. ontvangen, in voege, dat Hele voorn. kamer zal blijven gebruiken, op de voorwaarden in getransfigeerde brief vermeld. (Deze principaal ontbreekt).
Oorspr.; met inkerving voor zegelstaart. Inv. nr. 223
Regest 859 , 1571 Februari 15 ("Actum den vifteijnden der monait Februarii anno tsoventich eine ...").: De voogden van de parochiekerk ter Ae en mr. Johan Havekesbeken, steinmesseler, komen overeen, dat mr. Johan de kerk zal witten en renoveren, t.w. het gewelf, de muren, de “calummen”, en dit alles “sunder eniger scandalizatie der picturen offte immaculatien der altaren der dessgeliken in planetic offte andersdeels der structuir” in de oorspronkelijke kleur zal herstellen, het groen van de zijmuren zal verwijderen, en deze opnieuw “bestriken”, bij al hetwelk hij de Kerkgereedschappen gebruiken mag, maar voor ’t overige voor het hulpmateriaal te zorgen heeft, een en ander voor de som van 100 daler, in twee nader aangeduide termijnen te betalen, en de toezegging ener begraafplaats in de genoemde kerk, terwijl de berekening van de mindering hierop, indien mr. Johan en enig opzicht in gebreke blijft, nader volgt.
"Geaccordeert ... in den werdighen heren pastoershuise ter Ae, in presentia unde twischensprekinghe des hoichwerdighen heren Johan Knijff, eerste bisschop te Groningen unde des erwerdighen heren Frederico van Hovell, pastoer ter Ae als getuigen unde makelars".
Cirotheek, papier Inv. no. 303
Regest 860 , 1571 Juni 23 ("Ghegeven in den jaer ons Heren duijsent vijffhondert unde een und tsoeventich up avende Johannis Baptiste in de sommer").: Dutmarus Rengers, abt, heer Joannes Sutoris, prior, heer Cornelius Guilhelmi senior en conventualen van het convent van Rottum, verklaren, met toestemming van heer Johan Knijff, bisschop te Groninghen en Johan d'Mepsche luytenant van Groninghen en de Ommelanden van Groninghen, verkocht en overgedragen te hebben aan pastoors en gemene priesters der Sancte Martini en Sanctae Walburgiskerken een jaarlijkse rente van zes enckede Emder gulden, te beuren op St. Joannesavent tho Midsommer uit hun heerd land van 125 grazen onder de klokslag van Eelswerdt en voorts uit alle overige goederen van het convent; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met gebroken zegel in groene was van ’t convent, en ondertekeningen van J. Knijff en Johan de Mepsche. Inv. nr. 464.
In dorso: Rottum
Regest 861 , 1572 Februari 14 ("Ghegeven yn den jaer onses Heren duijsent vijffhondert twe ent tsoeventich den 14 Februarii").: Joanes Knijff, bisschop, Radignus Conynck, domdeken en heren van het domkapittel in Groningen verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan kerkheren en gemene priesters der St. Marten en St. Walburghe kerk een jaarlijkse rente van negen Arens gulden, te beuren op S. Valentijn uit hun heerd land van ongeveer 120 grazen onder de klokslag van Garmerwolde, en voorts uit al hun goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met zegel van het domkapittel in rode was. Inv. nr. 467.
In dorso: uth Wittewerumer landt thoe Garmerwolde. m.a.h.: Wittewierumer lant to Garmerwolde. 9 Ar.g. up Valentini; m.a.h.: Verrut; m.a.h.: Memorien D. Harmannius Nicolai met 3 Ar. g. 22 Augusti Roleff Kater, Areke, Elleken, ende Blijke Caters, Reijner Onnema 3 Ar. g. 5 Aprilis, Eyso Mensema, self vierde met 3 Ar. g. 22 Decembris Capittel van Groningen
Regest 862 , 1572 October 16: Heer Joannes Knijff, bisschop, Johan de Mepsche, ridder, en raad van de Koning, en luitenant der stad en Omlanden, oorkonden, dat heer Andreas Arnoldi a Walwijck, proost te Cusemer met hun toestemming overdraegt aan heer Ffrederick ten Hoevel, pastoor, en aan gemene priesters "de de weke verwaeren" van O.L.V. kerk ther Ae een jaarlijkse rente van 6 daler en 2½ Gron. stuiver, te beuren op Michaelis uit 13½ grazen land te Oxwert onder de klokkenslag van Northoren, en voorts uit alle overige goederen van het convent; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangende zegels van ... en ... resp. in rode en groene was, terwijl het derde zegel afgevallen is; ondertekening van Andreas Arnoldi, Sicke Benens (priores) Aechte Heerders (suppriores). Inv. no. 545.
In dorso: Cusemer van (6) Embder g. 2½ stuever
Regest 863 , 1573 Februari 24 ("Ghegeven int yaer ons Heren duijsent vijffhondert dre unde tsoeventich up dage S. Mathiae apostoli").: Wolter Schatter verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan de pastoors en priesters de gremio der St. Meerten en de St. Walburgkerk een jaarlijkse rente van zes daler en zes Groninger stuver, welke wijlen heer Gherloff Bolte - in leven vicarius en kappelaan van genoemde kerken voor zijn memorie aan voornoemde pastoors en priesters gelegateerd heeft, en voorts een jaarlijkse rente van vijff Arens gulden, door wijlen mr. Hermen Hardenbrinck aan dezelfde gelegateerd, te beuren op St. Mathias apostel uit zijn huis en hofstede met toebehoren aan de Westzijde van het Brede marcket en al zijn overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Wolter Schatter in groene was. Inv. nr. 480.
In dorso: W. Schatter; m.a.h.: Num 3; m.a.h.: Dri priesteren te St. Meerten. Erb. Wolter Schatter zes daler unde ses Gron. St. Hyrvan wort begaen salige h. Gherloff Bolte met 7 emd. g. ende ses st. 21 januari Truyen ten Holte met een Emder g. 21 Maij noch vijff Arens gulden de welke de vicarius S. Barbare uutdelet 28 Aprilis als M. Harmen Hardenbrinck yaertijt is
Regest 864 , 1573 Juli 1 ("Ghegeven int jaer unss Heren duijsent vijffhondert dre unde tsoeventich up Visitationis Marien avent").: De jufferen Lutgaert Groethuyss, ministerse, Anna Husinghe procuraterse en de senioren jufferen van het Vrouwe Syuwenconvent verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters de gremio der St. Meerten en St. Walburghen kerk een jaarlijkse rente van twaalf Arens gulden, te beuren op Visitationis Marien avent uit haar huis op Minnen broeder kerckhoff, ten O. van haar Kapel, en voorts uit alle overige goederen van het convent, met bepalingen omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend gebroken zegel van ’t convent in groene was. Inv. nr. 484.
In dorso: Num. 6; m.a.h.: 4 emder gl op Broerkerckhoff
Regest 865 , 1573 September 11 ("Ghegheven in den jaere unses Heren dusent vijffhondert dre endtsoventich den elften dach Septembris, doe Albert Rolteman, Joachim Ubbena, Derck Schaffer ende Johan Clandt borgermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Harmen Hoendricks en Elteke echtel. voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters van St. Martens en St. Walburgenkerk een jaarlijkse rente van 9 Emder gulden, te beuren op St. Joannis tho Midtsommer en op Midwinter telkens voor de helft uit hun halve huis aan de Westzijde in de Oesterstraete en al hun overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 457.
In dorso: de gemene preesters tho sunt Marten ende St. Walburg; m.a.h.: Harmen Hoenderix in Oesterstrate ertijdes Frerick Konincks IX emder gulden; m.a.h.: Oosterstrate; m.a.h.: Nu Jan van Diest alse egener dess onderpandes a(d) 1601
Regest 866 , 1573 September 21 ("indt den jaere ons Heeren dusent vijffhondert unde drie und tsoeventich op dage matthei apostoli").: Doctor Joannes Eelts, Mr. Radingius Coninck, pastoors der St. Meerten en St. Walburgenkerk verklaren met senioren en vicarissen dier beide kerken verpacht te hebben voor de duur van veertig jaren, met ingang van Ludgeeri 1574, aan dr. Franciscus Mucerus, rector der St. Maartenschool, en Elligen, echtelieden, een stuk tuinland buiten de Ebbingeppoort, ten Zuiden van de Middelstege, ten W. van de buirmande, ten N. van “derselvige preesterenhoff met het sommerhuis”, tegen een jaarlijkse huur van negen Arens gulden, verschenen op St. Matthei, op welk land zij reeds van Burgemeesteren en Raad, met toestemming van voormelde pastoors enz. drie kameren en een schuur gekocht hebben; met verschillende bepalingen omtrent de opstal.
Oorspr.; met de aanhangende zegels in rode was van J. Ellts en mr. R. Koeninck. Inv. nr. 492
Regest 867 , 1574 Maart 28 ("Ghegeven in den jaere ons Heeren dusent vijffhondert tsoventich veere op dage Dominica Judica in die Vasten").: Duijert Alberda en Theijts, zijn huisvrouw, verklaren dat zij hebben verkocht en overgedragen aan pastoors en gemene priesters of vicarissen "toe sanct Martini ende Sanct Walburgis kerken in Groenningen" 13 enkele daalders en een Groninger stuiver jaarlijkse en erfelijke rente, te beuren uit hun heerd land onder de klokslag van Spijck gelegen, Heemsterheerd genaamd, groot ongeveer 130 grazen, bij hen zelve in gebruik en al hun overige goederen, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met de handtekening en het aanhangend zegel met contrazegel (geschonden) van Duert Albarda, in groene was. Inv. no ...
In dorso: N. III; m.a.h.: Duijrt Alberda dertijn daelers 1 St. Gron. Memorien.; vide 11 Julij et 6 Octobris adhuc vide 10 Julij 6 Arnemenses. vide 29 Junij 3½ Arnemenses. 27 Augusti 3 1/2 Arnemensis. 24 Julij 3 Arnemensis. 23 Julij 8 Arnemensis. 28 September 6 Arnemensis. 1 Novemb. 36 St. 21 Aprilis 6 Arnemensis. Ad huc pro custode Cathedralis ecclesiae Groningensis 25 St. quod pulsat companam meridiano tempore.; m.a.h.: Num. 3, ma.h.: No 195
Regest 868 , 1576 April 23 ("Datum Suedtbroke op den Maendach in den Pasen in anno 76").: Johan ten Hovell verzoekt zijn broeder diens knecht aan Egbartus Upkema te zwenden om hem te vragen, of hij de akten tussen Popko Harmens en hem, Joh. ten Hovell, “ghevisenteert” heeft, en zo ja, of hij deze door wilde zenden, zo nee, of hij ze wilde “visenteeren”’ opdat zij de anderen ook gegeven kunnen worden, en zijn zaak daarin geen vertraging ondervindt.
Oorspr.; papier, ondertekend Johan ten Hovell (inv. 555).
In dorso: (bij wijze van adres), An mijnen lijeven broder Heer frederick ten Hovell, pastoer toe der Ae. f (?) ’t h.g.
Regest 869 , 1576 April 30 ("Datum int jaer onss Heren duisent vijffhondert ses ende tsoeventich up avonde Philippi end Jacobi apostolorum").: Arnoldus Kenninck, abt ther Munthe en administrator in Aduwerth, Allardus Munther, prior, Bernardus Wijnsum supprior, Joannes Gerardi junge kelder, en senioren en conventualen tho Aduwerth, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan pastoors en gemene priesters der St.Merthen en St. Walburgeskerk, een jaarlijkse rente van veertien Emder gulden, te beuren op "avende Philippi end Jacobi apostolorum" uit hun heerd land groot 100 grazen en gelegen onder de klokslag van Werum, en voorts uit alle overige goederen van het convent; met bepalingen omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend conventszegel in groene was. Inv. nr. 469.
In dorso: 14 Emder Aedwert; m.a.h.: 14 Emd. gl. jarlix uth het convent van Adewert, het underpand is to Wierum; m.a.h.: Memorien: M. Jacob Spijck X Ar.g. vir Julii M. Evert Jarges 6 Ar. g. 17 Junij. M. Harmen Helt 8 Ar. 4 st. 26 Septembris Alijt ter Brugge 6 St. 1 April Johan van Swolle 3 ar. 14 januarii Alffardi Bran... 8 Ar.g. 11 Novembris.
Memorie van de rinsche gulden afgelosset met Ramaker huijs vide et ... 13 juli Wilte Arens (?); m.a.h.: XII Emder gulden van Wolter Huinghe noch IIII Arens gulden myn III placken van Ramakers huijs. gelosset was man een rins gulden ende dede tho vor 24 st. ...
Noch de calende van desse XIIII (Arens) gulden 11 Arens gulden unde 11 placken
Regest 870 , 1577 April 27 ("Ghegheven den 27 Aprilis anno XVC soeven und tsoeventich").: Burgemeesteren en Raad van Groeningen oorkonden, dat hun mede-raadslid Evert Sijmens en het gewezen raadslid Egbertus Upkena, beide voogden van Sunte Meertenskerk, opgedragen hebben in nabuurland of enige stad van Brabant, Holl. enz. een of twee bekwame klokkengieters op te sporen en met dezen, uit naam van Burgemeesteren en Raad en de voogden voornoemd, een overeenkomst te sluiten, en verzoeken elk hun afgevaardigden bij de volvoering van hun opdracht behulpzaam te zijn.
Oorspr.; met opgedrukt stadssignet onder papieren ruit. Inv. nr. 90
Regest 870* , 1577 Mei 9 ("Den 9en May 1577"): Everht Sijmons en Eckbertus Ubkena, kerkvoogden der Sunte Mertenkerk in Groeninghen en gecommitteerden der stad, sluiten een overeenkomst met mr. Adriaen Staillart, klokkengieter te Mechelen, over het gieten van een klok.
Oorspr. op papier. Inv. nr. 90
Regest 871 , 1577 Juli 27 ("Anno duusent vijfhondert seeven ende tseeventich op den 27 dach Julij").: Fredericus ten Hovell, pastoor O.L.Vr. kerk ter Ae en vicarius der St. Anne prebende in St. Annengasthuis verklaart verhuurd te hebben aan Hilbrant Drewes en Marche, echtel. voor een duur van 6 jaar 6½ honderd land, met het heem, waarop zijn huis staat, kooltuin, enz., alles gelegen te Westeremden en tot dusver bij hun in gebruik geweest, tegen een jaarlijkse huur van 18 Emder gulden, en 3 hoenders, te betalen op St. Joannes tho Mitsommer en St. Joannes Midwinter, onder voorwaarde dat Hilbrandt en zijn huisgezin trouw blijven aan de Katholieke Godsdienst, en enige nader genoemde kerkplichten nakomen; met bepaling omtrent het betalen van dijkplichten en schattingen, het overdragen van de huur op anderen.
Oorspr.; papier, met opgedrukt signet en ondertekening van Fredericus ten Hovel. Inv. nr. 561
Regest 872 , 1581 April 17: leeg?
Regest 873 , 1578 Mei 9 ("Wagenborch anno 1578 den 9 Mai jiv iv. denstwillig Engelbertus Lingius, pastor in Waer").: Engelbertus Lingius, pastoor in Waer, schrijft heer Fredericus thom Hovel, pastoor tho der Dra over de gezondheid van diens broeder, en verzoekt o.a. nog enige appels te zenden, welke de patiënt alleen nog begeerde.
Oorspr.; papier; met spoor van opgedrukt zegel in groene was. Inv. nr. 556.
In dorso: (bij wijze van adres) dem werdigen andachtigenn unde wolgelerte Heren Frederico thon Hovel, pastoer in Groningen tho de Drä mijnen ghunstigen ... unde frondt tho handen f.g.
Verder: ju broder begert dat gi em eijn weijnich yn dat krucken van ju krutetick senden wolde
Regest 874 , 1578 Mei 31 ("Ghegeven in den jaere unses Heeren duesent vijffhundert acht ende tsoeventich, den een ende dartichsten dach Maij, doe Johan Thedema, Derck Scaffer, Reint Alberda ende Johan Wijfringk borghermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat voogden van St. Antoniusgasthuis voor hen verklaarden, met toestemming van Burgemeesteren en Raad, verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en priesters "de gremio" van de St. Meerten en St. Walburgen kerk een jaarlijkse rente van negen Emder gulden, te beuren “up Meije” uit de heerd land, "in den Andel", de halve heerd land “in Hogerkerk Kruijsemahuijs” genoemd, en de tuinlanden buiten de Oesterpoorte en de Heerpoorte, en voorts uit alle overige goederen en ’t gasthuis; met last hieruit enige nader aangeduide jaarlijkse uitkeringen te doen aan ’t convent der Franciscanen en priesters ther Aekerk, een en ander volgens beschikkingen van wijlen Habbe Bruningha, met bepalingen omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.: met stadszegel. Inv. nr. 486.
In dorso: die kerckheeren ende preesteren van Sunte Meerten ende sunte Walburgen kercken; m.a.h.: Num. 8; m.a.h.: Antoni gasthuis; m.a.h.: Memorien Algardis Bruningha (toegevoegd: m.a.h.: et uxor 12 Maij g. - end - g.); m.a.h.: hyrvan boeren de mineros 3 emd. g. ende 3 st. ende de heren van de Ae - 7 - Arens g. jaerlijcks; m.a.h.: 4 st
Regest 875 , 1578 Juni 5 ("Raptem ex Ens insula prope Campos 5e Junij anno 78. Totus tuus omni momento mr. Joannes Anstelrod pastor indignus ibidem").: Mr. Joannes Amstelrod van het eiland Ens nabij Campen schrijft zijn vriend mr. Fredericus zich te verheugen dat deze van een kapellaan naar zijn wens voorzien is, en vraagt met betrekking tot een vacerend ambt in St. Walburgis kerk waarheen mr. Fredericus hen, naar hij uit vertrouwelijke bron vernomen heeft, wilde bevorderen door middel van de bode inlichtingen te geven betreffende verplichtingen en voordelen aan het ambt verbonden, voor hij zelf een zo lange reis onderneemt.
Oorspr.; papier . Inv. no. 557.
In dorso: ( bij wijze van adres): Probitate pii putate beate. Domini magistris Frederico etc... pastori vigilantissimo in sacra aede ter A. apud Groeninganos amico meo plurimum Colendo et in Domino venerando tho Groeninghen f.g.
Regest 876 , 1578 December 16 ("Ghegeven in den jaer unses Heeren duesent vijffhundert acht ende tsoeventich, den sestijnden dach Decembris, doe Johan Thedema, Derck Scaffer, Reijnt Alberda ende Johan Wijfeing borghermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Harmen Ottens en Catrijne echtelieden voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters van de St. Meerten en de St. Walburghen kerk een jaarlijkse rente van twaalf Arens gulden, te beuren op St. Vijt en St. Lucien, telkens voor de helft, uit hun huis en hofstede met toebehoren aan de zuidzijde “in Poellstraete” en voorts uit al hun overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 461.
In dorso: 12 Arens gulden (jarlix m.a.h.:); m.a.h.: hyrvan wort beghaen Berent Rutinge mit 12 Arens g. van 30 stuver; m.a.h.: den (...) ende gemene preesteren tho St. Meerten en St. Wolburgenkerk; m.a.h.: Nu Ao 1600 Hannesien Druevens in Poolstrate als eegener des underpandes.; m.a.h.: 12 Arens gulden an de Suijdersijt bi Claes Gerrits
Regest 877 , 1579 Februari 24 ("Ghegeven in den yaer onses Heeren dusent vijffhundert negen ende tsoeventich, op dage S. Mathie Apostoli").: Wolter Schatter verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en priesters "de gremio" van de St. Meerten en St. Walburgenkerk een jaarlijkse rente van zes daler, te beuren op St. Mathias apostel uit zijn huis en hofstede met toebehoren, aan de Westzijde van "’t Brede market", en al zijn overige goederen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Wolter Schatter in groene was. Inv. no. 481.
In dorso: Wolter Schatter 8 emder gulden, m.a.h.: M 1; m.a.h.: 8 emder g. Hyrvan wort beghaen h. Harmen Schyrenbeke met 6 ar. g. den 21 Mart; noch h. Jacob Over de strate mit 9 Arn. g. 17 Martii Johan Scatter mit 5 St. 15 Juli. heer Ffrerick Currens met 5 st. 13 Aug. Harmen Brant mit 5 Ar. min 1 st. 29 Sept. Luijen Cnotte met 1½ Ar. 20 Oct. Johan van Deest 1½ Ar. 1 Nov
Regest 878 , 1579 April 6 ("Ghegheven in den jaere unses Heeren dusent vijffhundert neghen ende tzoventich, den sesten dach Aprilis, doe Albert Rolteman, Johan Wijfringh, Everdt Ulgher ende Willem Ubbena borghermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat heer Frederick then Hoevell, pastoor van Onser L. Vrouwenkerk ther Ae en zijn seniore heer Johan van Collum, heer Luijthien Vrese en heer Gheerdt van Boecholt vicarius, die gebruik hebbende van het door mr. Gheerdt van Pruessen aan de kerk geschonken manuael, voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan Christoffer Jurgens en Jannetien echtelieden een huis en hof aan de Westzijde van Schoelholm gelegen tot bovengenoemd manuaal behorend, met de bepaling dat koper 550 Arens gulden van de koopsom mogen laten staan tegen een jaarlijkse rente van 11 Emder gulden, te beuren door voornoemde vicarius op Pasen en Michaelis uit het voornoemd huis en alle overige goederen van Christoffer en Jannetien, en nadere bepaling omtrent afkoop dezer rente bij kleine termijnen.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 553.
In dorso: Heer Gheert vann Boecholt vicarius ter Ae 4 St., m.a.h.: Christoffer Jurgens elff Emder gulden in papen ...
Regest 879 , ca. 1580: Pastoor ... verklaart op verzoek van de weduwe Stine Peter bij wijlen Paulus Brul, op zijn sterfbed liggende, gekomen te zijn, en op Paulus verzoek dezen, als een pastor der parochie, met Katherina Loefferinck, met wie hij sinds enige jaren getrouwd was, zonder echter de kerkelijke verplichtingen te zijn nagekomen, en bij wie hij enige kinderen gewonnen had, waarvan Harman en Elsgen nog in leven waren in verum et legitimum matrimonium “copulijrt” [te hebben] terwijl ook de verdere nader omschreven verplichte handelingen na kerkrecht uitgevoerd zijn.
Concept? papier. Inv. nr. 341
Regest 880 , 1852 Januari 15 ("Ghegeven in den jaere unses Heeren dusent vijffhundert twie ende tachtentich, den vijfftijnden dach Januarij, doe Johan Thedema, Joachim Ubbena, Derck Robartz. ende Wolter Schatter borghermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen, en taalmans, Swoorne meente en bouwmeesteren van de gilden verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan priesters "de gremio" der St. Meerten kerk een jaarlijkse rente van drie Emder gulden, te beuren telkens op de 14e Mei uit “der stadtsbehuijsinghe op de zuid oosthoek van Lutkebroerstraete” en voorts uit alle overige stadsgoederen, met last hieruit de memorie van mr. Radingius Koeningk, in leven pastoor der St. Maarten en St. Walburgkerk te houden, wiens erfgenamen aan de stad ook hun toekomend “najaar” geschonken hadden, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 419.
In dorso: de gemeene priesteren van Sunte Meerten de gremio; m.a.h.: Nr. M.; m.a.h.: Lutkebroerstraet
Regest 881 , 1583 Maart 23 ("Ghegheven in den jaer onses Heren dusent vijffhondert dre ende tachtentich des Saterdaeges voer Palm").: Volperdus Nicolai, pater, zuster Anna Roeleffs, materse, zuster Anna Gheertz. procuratersche, met de “senioerschen” en gemene conventualen van het convent de Geestelicke Magheden in Groeningen verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan de procuratoren van Onser lever Vrouwen ter Noot altaar in Sunte Mertenskerk een jaarlijkse rente van 14 Emder gulden, te beuren op Midtvasten uit een heerd lands, “Eijlerderheerd” genaamd, gelegen te Loppersum, uit 44 grazen land, gelegen in de stads Westerhamrik en uit alle overige conventsgoederen, met bepaling omtrent wederinkoop en opzegge dezer rente en dat zij Burgemeesteren en Raad van Groeningen verzocht hebben dit stuk met hem te bezegelen, aan welk verzoek Burgemeesteren en Raad verklaren gevolg gegeven te hebben.
Oorspr.; met handtekeningen van de voornoemde pater, materse en procuraterse, met aanhangende zegels van de stad Groningen en ’t convent der geestelijke Magheden in groene was. Inv. no. 117.
In dorso: De Procuratoirs unser lever Vrouwen ter Noot altaer in Sunte Meertens kercke; m.a.h.: Geestlicke Mageden 14 Emder gulden Midtvasten; m.a.h.: een aantekening (ongedateerd) over executoriale verkoop van een huis in de Bottegestrate. Verder 2 aantekeningen waarbij wordt verklaard, dat de in dezen brief genoemde rente (7%) bij Prov. Res. d.d. 1641 Juni 10 geconverteerd in een rente van 5%, en bij Prov. Res. d.d. 1660 Juli 16 in een rente van 4%.
Regest 882 , 1584 Juli 6 ("Gegeven tho Groningen den sesten Julij stijlo correcto anno XVC vier ende tachtentich").: Henricus Lontzen, abt, Kathrijne Pelgrims, priores, Hadewich Onnens suppriores, Henrick Rolle senioerse en gemene conventualen van het convent Selwert, verklaren, verkocht en overgedragen te hebben aan doctor Johan Eelte en heer Jasper Voss, de pastoors, en aan de gemene priesters “de gremio” der St. Meertens en St. Walburgenkerk een jaarlijkse rente van tiendehalf Emder gulden te beuren uit de moestuin buiten de Botteringepoerte enz. en alle overige goederen van het convent, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend conventszegel met contrazegel in groene was. Inv. nr. 474.
In dorso: V. Selwert memorien h. Albert Zekelhoren 21 Sept. 6 Ar.; Roelef Huijnge etc. 9 December 9 Ar.; Roelef Horenkens 23 Aug. 5 Ar.; Hindrick de Make etc. 7 Sept. 3 Ar., Elleken Horenkens 4 Mar. VI Ar. Verder een aant. van Keiser’s hand
Regest 883 , 1584 September 26 ("Ghegheven in den jaere unses Heren dusent vijff hundert veer ende tachtentich den sess ende twintichsten dach Septembris, doe Albert Rolteman, Joachim Ubbena, Johan van Ballen ende Egbertus Upkena borgermeestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat Hinrick Hinricks en Galeke echtelieden voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan gemene priesters der St. Martenskerk een jaarlijkse rente van drie daler en dertien Gron. stuivers, te beuren up Michaelis uit hun huis “in Oosterstraete” en al hun overige goederen, met bepaling omtrent wederinkoop en opzegging dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 455.
In dorso: de gemene priesteren van Sunte Marten; m.a.h.: Gheert van Burenshuijs in oesterstrate 13 Arens g. 3 st.; m.a.h.: Oosterstrate 3 dalers 13; m.a.h.: M.7; m.a.h.: Lenert Cloot in Oosterstrate; m.a.h.: Oosterstrate (m.a.h.; Nu Ao 1600 is Lenert Cloot de egener des underpandes); m.a.h.: Num. 10
Regest 884 , 1585 Februari 27.: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat heer Henricus Lontzen, abt en prelaat te Selwert, heer Jasper Vos, pastoor to Sunte Meerten, Johan Tedema, hun medeburgemeester Johan van Deest, raadsheer en Stadsrentmeester en Popco Everardi, Cor. Mats. secretarius, als executeurs testamentair van heer Johan Huberts, in leven priester van de St. Meertenskerk voor hen verklaarden tot een ewich testament en de memorie verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters der St. Meerten en St. Wolburgekerk een jaarlijkse rente van drie Emder gulden, te beuren uit Johans huis met toebehoren, aan de zuidzijde “in Bruggestraete”, en voorts uit al zijn overige goederen, gelijk wijlen heer Johan Huberts dat beschikt had; met last enige nader genoemde personen (o.a. hierbij genoemd mr. Willem Huberts den persona) en pastoor der voornoemde kerken te “begaan”.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 367.
In dorso: de kerckheren ende gemene preesteren tho Sunte Meerten ende St. Walburge; ma.h.: 3 Emder gulden iaerlijx. m.a.h.: Num. 89
Regest 885 , 1586 Februari 2: Fredericus ten Hoevel, pastoor van O.L.V. kerk ter Ae oorkondt dat Hannetghen Roeleffs voor hen verklaarde na de dood van haar en haar man Loeck Allershoff (met andere hand met verwijsteken toegevoegd) te schenken aan Grete en Aleydt, kinderen van een overleden zuster van haar vorige man Johan Roeleffs, het deze indertijd aangeerfd hooi - en roggeland “uppen Ham" gelegen, met bepaling dat Roeloff en Albert, de broeders van bovengenoemde Griete en Alijdt mede deel aan deze landen zullen hebben, als zij hun zusters ten opzichte van hun ouders goed broederscheiding willen doen.
Oorspr.; papier. Inv. nr. 558.
Regest 886 , 1586 September 25: Loeck Allershoff en Hannigen, echtel. verklaren, elk ten behoeve van de langstlevende “testamentlikerwijse” nader aangeduide beschikkingen getroffen te hebben, welke verklaring heer Frederick ten Hoevel, pastoor O.L. Vrouwenkerk ter Ae bezegeld heeft.
Oorspr.: Inv. nr. 559
Regest 887 , 1586 September 25.: Als regest no 886.
Oorspr.; Inv. no. 560
Regest 888 , 1588 Juni 15 ("Gegheven in den yaere onses Heren dusent vijfhundert acht ende tachtentich op S. Vijtsdach").: Bernardus Haselunnensis, prior, Gerardus Stuve, senior, en Johannes Groningensis, alle conventualen van het convent te Scharmer verklaren uit “grote hoochdringende nottsaken halve” met toestemming van de luitenant en Hoeftmannen verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters de gremio der St. Meerten en St. Walburgenkerk een jaarlijkse rente van een en twintig Emder gulden te beuren op St. Vijt uit de heerd land “Osingweer” geheten, te Loppersum, en alle overige goederen van het convent, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met aanhangend conventszegel in groene was en ondertekend door Bernardus Haselunnensis, Gerardus Stuve, en Johannes Groningensis. Inv. nr. 491.
In dorso: Scharmer; m.a.h.: No. 1. Het convent van Scharmer betaalt uit haer heert tom Loppersum Oosingeweert genaemt 21 Embder gulden, m.a.h.: 21 emder g. St. Viti; m.a.h.: Loppersum Osingewer; m.a.h.: Schermer Verrut (?).
Regest 889 , 1588 October 30 ("Gegeven in den jaere unses Heeren dusent vijffhundert acht ende tachtentich altera Simonis et Jude apostolarum, doe Albert Rolteman, Joachim Ubbena, ritter, Johan van Ballen ende Egbertus Upkena borgermeesteren weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat Luithien Sellbach en Grete echtel. voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters “de gremio” to Sunte Meerten een jaarlijkse rente van negendehalf Emder gulden en achtehalf Gron. stuivers, te beuren op St. Symon ende Judendag uit hun huis met kelder, kameren en toebehoren aan de Oostzijde in de Ebbingestraet “ten z. van de Jacopijne straet" en voorts met al hun overige goederen, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 477.
In dorso: de kercheren van Sunte Marten de gremio; m.a.h.: X St.; m.a.h.: M. 8 Luitien Joch ...; m.a.h.: Num ... 4 (verder aant. van latere tijd o.a. d.d. 1628)
Regest 890 , 1590 Februari 22 ("Gedaen in den jaere unses Heeren dusent vijffhondertt tnegentich den twe entwintichsten dach des Maents Februarij").: Jemme Jarghes oorkondt, dat Aleidt ten Holte, weduwe van Gharmt Jarghes voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan de “administrasche” van Unser Lieve Frouwen ter Noeth kapel in Sunt Martenskerk, de jaarlijkse rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij 2 oorkonden, d.d. 1554 Maart 16 (Reg. nr. 799) waaraan mede transfix was een oorkonde d.d. 1564 Aug. 26 (Reg. nr. 837).
Oorspr.; met handtekening van Jemme Jarghes en diens aanhangend zegel met contrazegel in groene was. Inv. no. 116.
Regest 891 , 1590 December 11 ("Gegeven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert ende tnegentich den elfften dach Decembris, doe Johan Thedema, Johan Wifringk, Evert Ulger ende Wolter Schatter borgermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat Marithien Menoltz voor hen verklaarde in ruil verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren, aan heer Caerel de Boezeler, en aan de gemene priesteren “de gremio” van de St. Martenskerk een jaarlijkse rente van vierentwintig Gron. stuivers, te beuren in twee halfjaarlijkse termijnen uit haar huis aan de Oostzijde van “Vockeringe straete en dat tegen een overdracht van een gelijke jaarlijkse rente, welke de priesters uit haar huis in “Botteringstrate” trokken.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 479.
In dorso: die priesteren tho St. Meerten; m.a.k.: Marissinge huus op de oostsijdt in Vollceringestraete; m.a.h.: XII St(uver)
Regest 892 , 1592 Januari 23 ("Gegeven in den jaere uns Heren dusent vijffhundert twe ende tnegentich den dre entwintichsten dach Januarij doe Johan Wifringk, Evert Ulger, Egbertus Upkena ende Frederick Meijsteen borgermesteren weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Catarina Everts, weduwe van Thomas Everts, voor hen verklaarde te schenken aan de kerk van Sunte Martene de som van 200 daalders, na haar dood te beuren van het bedrag van 216 daalders, haar volgens een schuldbekentenis d.d. 1582 Mei 1 verschuldigd door Berent ten Barge, en uit al haar overige goederen.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 49.
In dorso: Catrina zalige Thomas Everts, weduwe ten huse des Erentfesten Redmat Koeninck
Regest 893 , 1592. Maart 12 ("Gegeven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert twe ende tnegentich, den twalfften dach Martij, doe Joachim Ubbena, ritter, Johan van Ballen, Egbertus Upkena ende Fredericj Moijsteen borgermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Hayo Stapeert, en Swane echtel. voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan kerkheren en priesters van de St. Meerten en St. Walburgenkerk een jaarlijkse rente van zeven Emder gulden en elf Gron. stuivers te beuren op S. Meerten in de winter uit hun huis en hofstede met toebehoren aan de westzijde “in de Heerstraete” en voorts uit al hun overige goederen, met last hiervan 5 Emder gulden min 4 stuiver jaarlijks aan het “gremium” en 2½ Emder gulden aan de St. Barbaren vicarius in voornoemde kerk, thans in gebruik bij Boio Boionii uit te keren; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met brokstuk van stadszegel. Inv. no. 453.
In dorso: den priesteren van St. Meerten XII st. m.a.h.: Num 4.; m.a.h.: Haije Stapeert. Hyr van boert de vicarii S. Barbara 11½ emder gld.
Regest 894 , 1592 Mei 13 ("Gegeven in den iaere unses Heren dusent vijffhundert twe ende tnegentich den dartijnden dach Maij doe Joachim Ubbena, ritter, Johan van Ballen, Egbertus Upkena ende Frederick Moijsteen borgermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat de voogden der kerken Onser lieve Vrouwe ter Ae, Sunte Meerten en Sunte Walburgh voor hen verklaarden met toestemming van Burgemeesteren en Raad door middel van loting een scheiding getroffen te hebben betreffende hun “mande lande ende osseweijden", gelegen bij Noorder Hogerbrugge bij Caters Cruitze in de stadshamrik invoege dat aan O.L.Vr. ter Ae toegewezen zijn 21 7/8 grazen land en 14 roeden, waaronder de “Poortvenne” aan St. Meerten 20 grazen, waaronder de “Kleine Ticheldobben” en aan St. Walburgh 19 ½ grazen + 29 roeden, waaronder de “Groote Ticheldobben” en de “Ovenvenne” met verplichting tot aanleg van een afscheidingswater, het onderhoud van “de pompe" bij St. Woltfridusweg, door welke genoemde landen in het Botterdiep afwateren.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 61.
In dorso: Scheijdde breff der osse weijden; m.a.h.: den Erbaren kerckvogede van Sunte Meerten; m.a.h.: XXI stuvers (doorgeschrapt) XXII stuvers.
Regest 895 , 1592 Mei 13 ("Gegeven in den iaere unses Heren dusent vijffhundert twe ende tnegentich den dartijnden dach Maij doe Joachim Ubbena, ritter, Johan van Ballen, Egbertus Upkena ende Frederick Moijsteen borgermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat de voogden der kerken Onser lieve Vrouwe ter Ae, Sunte Meerten en Sunte Walburgh voor hen verklaarden met toestemming van Burgemeesteren en Raad door middel van loting een scheiding getroffen te hebben betreffende hun “mande lande ende osseweijden", gelegen bij Noorder Hogerbrugge bij Caters Cruitze in de stadshamrik invoege dat aan O.L.Vr. ter Ae toegewezen zijn 21 7/8 grazen land en 14 roeden, waaronder de “Poortvenne” aan St. Meerten 20 grazen, waaronder de “Kleine Ticheldobben” en aan St. Walburgh 19 ½ grazen + 29 roeden, waaronder de “Groote Ticheldobben” en de “Ovenvenne” met verplichting tot aanleg van een afscheidingswater, het onderhoud van “de pompe" bij St. Woltfridusweg, door welke genoemde landen in het Botterdiep afwateren.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 8.
In dorso: de erbaren kerckvogeden van Sunte Walburgh; m.a.h.: XII stuvers V (teken) ; m.a.h.: Ein sceidesbreef ahngend deser stadt dre kercken; m.a.h.: van ‘t landt bij Noorder hogerbrugge
Regest 896 , 1592 Mei 13 ("Gegeven in den iaere unses Heren dusent vijffhundert twe ende tnegentich den dartijnden dach Maij doe Joachim Ubbena, ritter, Johan van Ballen, Egbertus Upkena ende Frederick Moijsteen borgermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeningen oorkonden, dat de voogden der kerken Onser lieve Vrouwe ter Ae, Sunte Meerten en Sunte Walburgh voor hen verklaarden met toestemming van Burgemeesteren en Raad door middel van loting een scheiding getroffen te hebben betreffende hun “mande lande ende osseweijden", gelegen bij Noorder Hogerbrugge bij Caters Cruitze in de stadshamrik invoege dat aan O.L.Vr. ter Ae toegewezen zijn 21 7/8 grazen land en 14 roeden, waaronder de “Poortvenne” aan St. Meerten 20 grazen, waaronder de “Kleine Ticheldobben” en aan St. Walburgh 19 ½ grazen + 29 roeden, waaronder de “Groote Ticheldobben” en de “Ovenvenne” met verplichting tot aanleg van een afscheidingswater, het onderhoud van “de pompe" bij St. Woltfridusweg, door welke genoemde landen in het Botterdiep afwateren.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 236.
In dorso: de erb. kerckvogeden van Unser L. Vrouwe kercke ter Ae; m.a.h.: XII St.; m.a.h.: No 15.; m.a.h.: Scheidebrieff van die landen bij Caterscruitz
Regest 897 , 1593 Januari 20 ("In den jaere ons Heeren duesent vijffhondert drie ende tnegentich up avende Agnetis Virginis, wesende den twintichsten dach januarii"). : Henricus then Hoevell, pastoor van U.L.Vr. kerk ter Ae oorkondt, dat Sijmon Janssen en Griete, echtel. voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan Johan Geerdts en Willem, echtelieden, een graf, gelegen in ter Aekerk “mydden in die Suijderganck recht teghen dije choer doere over myt een kleijn blauwsteetijen", alwaar salighe Anne Helperichs en die die kercke ter Ae groeven “ter swette ligghen".
Oorspr.; met aanhangend zegel in groene was en handtekening van Henricus then Hoevell. Inv. nr. 340.
Hierbij een transfix d.d. 1593 Januari 25 (Reg. 898).
In dorso: ’t graf van H. van Goor
Regest 898 , 1593. Januari 25 ("Bynnen Groninghen yn anno duesent vijffhondert drie en tnegentich den vijffentwintigsten dach Januarii").: Henricus then Hoevell, pastoor van U.L.Vr. kerk ter Ae, oorkondt, dat Johan Geerdts en Willem, echtelieden, voor hem verklaarden, verkocht en overgedragen te hebben aan Harman van Goer en Luijtien, echtelieden, het graf in de A-kerk, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oork. d.d. 1593 Januari 20 (Reg. 897).
Oorspr.; met brok van zegel van Henricus then Hoevell, en handtekening van H. ten Hoevell. Inv. nr. 340
Regest 899 , 1594 Mei 12 ("Aldus verclaert den XX Maij anno XVc veer ende tnegentich").: (Burgemeesteren en Raad) uitspraak doende in het geschil tussen kerkvoogden ther Ae en Egbert Gerrijdts betreffende een jaarlijkse rente uit het huis van wijlen Berendt Luetkiens, waarvan voornoemde Egbert de helft bij “der keerszen uuthganck“, zonder dat de voornoemde rente hierbij aangetekend was, gekocht had, welke rente daarop reeds ten laste van de onverkochte helft van het huis, toegewezen is, waartegen vervolgens de voogden van de kinderen van wijlen Berendt opgekomen zijn, bepalen opnieuw, dat de genoemde rente op dit deel van het huis zal blijven rusten “voerbeholden den voorstanderen wegen der kinder voergeroert, hoer regress ende weder ansprake ( den halven daler rente belangende) up ende tegens de jongste crediteuren, de hoere betalinge van de halven vercoften huese, geboert ende ontfangen hebben.”
Oorspr.; papier, met opgedrukt stadssignet. Inv. nr. 262.
In dorso: v-scr. Erb. Rades kennyng dath Egberth Gerrits jarlijcks uth sijn behuessynge moet betaelen 1 daller (?) rente.; m.a.h.: de radtsher Barold.
laatste wijziging 21-01-2022
1.477 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 72 bestanden

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Groningse parochiekerken voor de reductie
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
1913
Laatste uitvoer:
20-01-2022
Omvang:
5,6 m standaardarchiefberging
Licentie:
CC0 1.0 Public Domain Dedication
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Groningen, OLV-parochie (Akerk), voor 1595
 
Archiefvormer Groningen, Sint-Maartensparochie (Martinikerk, St. Walburgkerk), voor 1595
laatste wijziging 21-01-2022
1.477 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 72 bestanden