In 1989 verkreeg het gemeentearchief de bescheiden en paperassen van de Stichting Joods Monument. De stukken bleken van beperkte omvang te zijn en vrijwel ongeordend. Reeds eerder waren stukken betreffende het Joods Monument ontvangen van S. Broekema (archiefnr. 412). Deze stukken (inv.nrs. 18-21) bleken echter een documentair karakter te dragen en zijn daarom samengevoegd met de stukken van het stichtingsbestuur. Na ordening kon een serie van notulen en van ingekomen en verzonden stukken worden onderscheiden (inv.nrs. 1 en 2). De andere stukken hadden betrekking op afzonderlijke onderwerpen of behoorden tot de verzamelde documentatie (krantenknipsels en foto's: inv.nrs. 18-22). De stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen konden onderverdeeld worden in stukken betreffende de eigen organisatie (inv.nrs. 3-11) en in stukken betreffende de werkuitvoering (inv.nrs. 12-17). Onder de eerstgenoemde categorie stukken vallen vooral de vele bescheiden op, die betrekking hebben op de financiële aangelegenheden en die veeleer de indruk van improvisatie dan van daadwerkelijk beheer oproepen. De stukken betreffende de werkuitvoering ofwel de totstandkoming van het monument hebben betrekking op de verschillende fasen in de werkzaamheden, vanaf de opdrachtverlening aan Waskowsky in 1969 tot en met de onthulling in 1977.