Uw zoekacties: Klooster Ter Apel, 1444 - 1603

1373 Klooster Ter Apel, 1444 - 1603 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De stukken, vroeger uitgemaakt hebbende het archief van het klooster Ter Apel, zijn voor zover bewaard gebleven in deze inventaris bijeengebracht. Met het klooster Ter Apel wordt hier bedoeld, het tweede klooster daar ter plaatse, het "domus Novae Lucis" van de orde der Kruisdragers opgericht in 1464 (Zie Regestenlijst nr. 18) dat als klooster heeft opgehouden te bestaan in 1603 *  ; immers de oktober 1603 verstaan de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden, dat Johannes Emmen, "bewarder en administrator" van het gewezen convent en het armenhuis tot Apell zich, na de orde van de gereformeerde kerke in den houwelicken staet met een eerlicke vrouw persoon sal mogen begeven" enz. (Verzameling van stukken no. 50, pag. 23, Archief te Groningen.
Deze Johannes Emmen sluit in hetzelfde jaar 1603, kort te voren als prior van het klooster een contract (Zie Regestenlijst no. 281 en 282). Feitelijk zal ten jare 1594, toen de Staten Generaal zich het bestuur over Westerwolde hebben aangetrokken, al bezwaarlijk meer van een klooster sprake geweest kunnen zijn, men zal zoals ook in andere conventen de bevolking hebben laten uitsterven, maar Johannes Emmen noemt zich nog prior in 't gemelde stuk en in verband met zijn latere aanvraag om huwelijksconsent, heb ik gemeend dit stuk nog te moeten opnemen en het klooster aldus te laten voortbestaan niet tot 1594 maar tot 1603.
Wie de geschiedenis van het klooster Ter Apel wil bestuderen, zij opmerkzaam gemaakt op twee punten. Vooreerst, dat hij kennis neemt van de staatboeken, vermeld onder inv.nr. 4, in welke staatboeken tussen allerlei aantekeningen van betaling of wanbetaling door, hier en daar iets te vinden is van belang voor de kennis van 't huiselijk leven in 't klooster.
En Verder, dat in het rijksarchief te Groningen allerlei belangrijke stukken zijn te vinden, betrekking hebbende op het klooster, doch die nooit aan 't klooster hebben behoord en dus in deze inventaris niet op hun plaats zouden zijn. (Zie Feith's Register, alphabetische gedeelte, in voce Ter Apel).
De indeling van de inventaris heeft weinig toelichting nodig, hij is kort en bevat betrekkelijk weinig nummers, doordat een aantal charters op een en hetzelfde goed betrekking hebbende telkens in één nummer kon worden verenigd, terwijl bovendien de beschrijving in de inventaris kort kon zijn, omdat alle charters in originali of in afschrift (in het cartularium) in het archief aanwezig, in de regestenlijst uitvoering zijn beschreven. Men zij echter indachtig, dat vele aankomsttitels van goederen en renten tevens bepalingen bevatten betreffende de voorwaarden van opneming in het klooster, het lezen van zielmissen voor overledenen of andere tegenprestaties van het convent. In het archief van het klooster zijn zij echter bewaard als bewijsstukken voor de eigendom van goederen en renten en als zodanig zijn zij in de inventaris opgenomen. De rubriek C "Andere stukken" klinkt zonderling. Het was mij echter onmogelijk een betere term te vinden voor deze zo kwalijk bij elkaar passende nummers, een verdeling in nog meer rubireken ter wille van deze weinige stukken achtte ik ongewenst.
Zoveel mogelijk heb ik getracht bij de bewerking van deze inventaris en regestenlijst, mij te houden aan de voorschriften van de "handleiding" van de heren Mrs. Muller, Feith en Fruin. En waar ik zulks niet gedaan heb is dat zonder opzet geschied, maar tengevolge van de omstandigheid, dat het boek verscheen, toen ik ongeveer reeds gereed was met deze bewerking. Er zullen slechte eigenschappen aan mijn werk gevonden worden. Men schrijve ze op rekening van den eerstbeginner.

Groningen, juni 1898
Mr. A.S. de Blécourt
Bijgeschreven met de hand van Mr. P.G. Bos:
Zie raadsresol.
1621 maart 17. Drost Rengers de papieren van het Klooster ter Apel alhier te doen brengen, uit hoofde de treves komt te overlijden.
1626 oktober 21. De Prior te Apel gestorven zijnde, Drost gelast zig van de possessie der goederen te verzekeren, de kist van de brieven het convent toebehorende, in de secretary te brengen.
De stukken, in onderstaande inventaris beschreven als oudtijds tot het archief van het klooster behoord hebbende, zijn - afgezien van een tweetal (de reg.no. 14 sub a en 283), waarvan het onzeker is van welke archieven zij waren afgedwaald - naar de destijds bestaande combinatie Rijks- en gemeentearchief overgebracht 1e uit het archief der stad Groningen en 2e uit het, in het huisarchief Farmsum opgenomen familiearchief Fengers. De onder 1e. genoemde stukken, verre de meerderheid van het gereconstrueerde kloosterarchief vormend, zijn, nadat de stad zich in het bezit van het klooster had gesteld, als behorend tot de, door haar in 1619 verworven heerlijkheid van Westerwolde, in het stadsarchief geplaatst; de Rengersstukken zin naar alle waarschijnlijkheid door toedoen van Edzard Rengers (1578 - 1652), zie Inv. Huisarchief Farmsum blz. 14), die van 1619-1634 als eerste drost van Wedde namens de stad Groningen gefungeerd heeft, in het familie-archief terecht gekomen. De stadsstukken in de regestenlijst aangeduid met + werden bij de scheiding der fondsen van Rijks- en gemeentearchief aan het gemeentearchief, de overige, aangeduid met o, aan het rijksarchief toegewezen en alles voorshands volgens die toewijzing geplaatst. Een hereniging kan later onder ogen worden gezien.
Regestenlijst
Regest 272***** , 1588 Juni 24 (up dach Johannis Baptiste): Johannes van Emmen, prior, broeder Albertus Hesselen supprior, Bernardus Munster, procurator, Albertus Emmen, senior en gemene conventualen thoe Apell bekennen dat zij hebben verkocht aan Lauwe Gerta te Bleiham een jaarlijkse rente van veertien Embder guldens.
1373 Klooster Ter Apel, 1444 - 1603
Regestenlijst
Regest 272*****
, 1588 Juni 24 (up dach Johannis Baptiste): Johannes van Emmen, prior, broeder Albertus Hesselen supprior, Bernardus Munster, procurator, Albertus Emmen, senior en gemene conventualen thoe Apell bekennen dat zij hebben verkocht aan Lauwe Gerta te Bleiham een jaarlijkse rente van veertien Embder guldens.
Datering:
1588 Juni 24 (up dach Johannis Baptiste)
NB:
Oorspr. (gecanc.) Inv. no. 51*. Met het geschonden conventszegel.
Vermeld Feith Reg. 1588 no. 12.
In dorso een verklaring van Edsert Rengers ten Post, drost, d.d. 16 April 1610 dat Joannes Emmen administrator thor Apell deze rente heeft afgelost.
Organisatie: Groninger Archieven

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van het klooster Ter Apel
Bewerker:
A.S. de Blécourt en P.G. Bos
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
2007
Laatste uitvoer:
09-04-2021
Omvang:
0,22 m standaardarchiefberging
Archiefvormer(s):