In gedeelten is in de jaren 1981, 1982 en 1985 het archief van de 'BV Herenkledingfabriek voorheen Gebroeders Levie' overgebracht naar het gemeentearchief.De sterke centrale leiding die uitging van een directie, die gedomineerd werd door leden van de fam.Levie-in wier handen ook de uiteindelijke bestuursmacht over de vennootschap lag-heeft naar alle waarschijnlijkheid de vorming van zelfstandige afdelingen bij voorbaat geblokkeerd.Een ordening naar organisatie bleek derhalve uitgesloten.De dagelijkse 'bevelsstructuur' binnen de vennootschap berustte vermoedelijk op traditioneel gezag en autoriteit, helderheid en duidelijke uitgangspunten.Deze wijze van leiding geven heeft meermalen tot gevolg, dat de sporen ervan-de vastlegging van besluiten en opdrachten in paperassen of documenten-uiterst gering zijn.Competenties hoeven niet afgebakend te worden en de totstandkoming van besluiten hoeft niet uitgelegd en helemaal niet in discussie gebracht te worden.Daadkracht en inzet kenmerken het bedrijf.

Pas vanaf 1964 worden er enige aantekeningen gemaakt en bewaard van directiebesluiten.Ook de naoorlogse notulen van vergaderingen van aandeelhouders zijn beperkt in aantal, omvang en inhoud, terwijl de eveneens centraal afgehandelde en bewaarde correspondentie-per jaar alfabetisch gerangschikt op naam van de correspondent-aanvangt in 1960 en wel omvangrijk is, maar beslist weinig bedrijfsgeheimen aan de oppervlakte laat komen.Pas wanneer het overlijden van Alexander Levie en de gevorderde leeftijd van zijn broer Theo zorg om de continuïteit van het bedrijf veroorzaken, komt de bestuurlijke organisatie ter discussie en worden er geschriften nagelaten.De Stichting Levie-Poppers-Fonds, waarvan de drie bestuursleden zowel bestuurlijke invloed als adviserende taken uitoefenen, doet haar intrede, evenals het Administratiekantoor voor Aandelen.Ook de nieuwe wijzigingen van de bestuurlijke organisatie in 1972 (Santega NV) en in 1979 (Beheersmaatschappij Santega BV) vertalen zich in stukken.

Bij de bedrijfsvoering treden een aantal functies in de overgeleverde stukken erg duidelijk naar voren: verkoop, inkoop, financiële administratie en (in iets mindere mate personeelsbeheer.Wanneer het bedrijf in de jaren zeventig moet inkrimpen volgen uit deze omstandigheid zowel stukken, die vooral de productiebeperking aangeven en daarom onder vennootschapszaken zijn geplaatst, alsook stukken die vermindering van het personeelsbestand behelzen en daarom onder personeelsaangelegenheden zijn geordend en tenslotte stukken die de teleurstellende verkopen en de afzetcrisis uitdrukken en bijgevolg onder verkoop en transport zijn geplaatst.Voor de teloorgang van de vennootschap moet men dus de paragrafen 2.1.3, 2.3.8 en 2.6 raadplegen; consequentie van de ordening naar onderwerpen, zo men wil, functies van het bedrijf.

In overleg met J.H.ten Thije zijn-behoudens zijn uitdrukkelijke toestemming-de stukken van de rubrieken:
- 1.(stukken van algemene aard)
- 2.1.2.2.(stukken betreffende de bestuursmacht)
- 2.1.3.(stukken betreffende expansie en inkrimping) en
- alle stukken van na 1965 van 2.4.(stukken betreffende financiële aangelegenheden)
tot 1995 van openbaarheid uitgesloten.

Voor de stukken van 2.3.(stukken betreffende personeelsaangelegenheden) geldt deze beperking tot 2030.

In het algemeen kan gezegd worden dat het confectiebedrijf, dat een gedegen financiële administratie kende, stukken en bescheiden ordelijk heeft bewaard en in redelijke staat heeft overgeleverd.

De eerste ordening en voorlopige beschrijving van de stukken is nagenoeg geheel verricht door M.M.Timmerman, terwijl P.H.J.Woltjer de latere aanwinsten heeft geïnventariseerd en de definitieve ordening van het geheel heeft afgerond.Van de 60 meter aan losse papieren en delen is na selectieruim 20 meter opgenomen in de definitieve inventaris van dit bedrijfsarchief.