Uw zoekacties: RK Studentencontactgroep "Sanctus Thomas Morus" Eindhoven, 1957-1981

10119 RK Studentencontactgroep "Sanctus Thomas Morus" Eindhoven, 1957-1981 ( Regionaal Historisch Centrum Eindhoven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
INLEIDING
10119 RK Studentencontactgroep "Sanctus Thomas Morus" Eindhoven, 1957-1981
INLEIDING
De vereniging werd op 17 december 1957 opgericht als Rooms Katholieke Studenten Contactgroep Sanctus Morus en had als doel "haar leden op cultureel, maatschappelijk en levensbeschouwelijk gebied te vormen". Zij beschouwde als uitgangspunt voor dit laatste een visie die voortkomt uit het Rooms Katholieke geloof en trachtte deze mede te bepalen. De eerste jaren werd geprobeerd deze doelstelling waar te maken vanuit een sfeer die kenmerkend was voor de voltooide katholiek emancipatie. In deze zienswijze moest het Eindhovense Studenten Corps de algemene gezelligheidsvereniging vormen terwijl de zuilen i.e. Sanctus Thomas een supplementalre functie hadden met betrekking tot de levensbeschouwing. Voor de katholieke vereniging was bezinning in eigen kring het wezenlijke. Het belangrijkste jaarlijkse evenement was de bedevaart naar Chartres en coryfeeen van de "la nouvelle theologie" als Congar, Guardini, Chenu en Semmelroth werden druk bediscussieerd. Deze periode heeft maar kort geduurd. Met de alom optredende ontzuiling en deconfessionalisering op de achtergrond maken de diesredes reeds vanaf 1961 onophoudelijk gewag van een voortdurende onzekerheid met betrekking tot het katholieke erfgoed en worden de formulering van de doelstelling met het verstrijken van de jaren steeds vager en algemener. Tien jaar na de oprichting meldde zich nog maar een klein gedeelte van de katholieke studenten zich aan en was de studentengemeenschap aan de THE van een overzichtelijke kring van klassieke studenten uitgegroeid tot de massaliteit van cursisten die aan het traditionele verenigingsleven geen boodschap hadden. Steeds meer ging Sanctus Thomas zich richten op algemene maatschappelijke problemen terwijl de inspriatiebron als indifferent werd beschouwd. Op 21 juni 1971 werden de statuten radicaal gewijzigd en volgens artikel 2 luidde de doelstelling toen: "de kontaktgroep Thomas Morus heeft ten doel de intermenselijke kontakten zowel binnen als buiten de vereniging te bevorderen.
De vereniging beoogt te stimuleren dat haar leden - in groepsverband, dan wel individueel - zich bezinnen op de de bij hen en anderen levende maatschappelijke en levensbeschouwelijke vragen en zich vanuit een daaruit voortvloeiende stellingname te engageren. Voorts tracht de vereniging te bevorderen dat haar leden zich orienteren en ontplooien op kultureel gebied". De slang die haar eigen staart begint te verslinden en dus ook deze omzetting heeft het afklavingsproces niet kunnen stopzetten. Het aantal leden daalde in 1973 reeds tot een bedenkelijk laag niveau. Het is duidelijk dat deconfessionalisering slechts een signaal was van een algemene kultuuromslag. In de studentenwereld werden de vrijblijvendheid, de sutdiedruk, het algemeen passief consumptiepatroon, het weekend verkeer e.d. als oorzaken aangegeven waardoor het verenigingsleven zich steeds meer ging verengen tot kleinere actieve groepen. Na een statutenwijziging in 1978 om de kontaktgroep Thomas Morus ook open te stellen voor HBO-studenten werd op de levenvergadering van 6 december 1979 besloten tot opheffing nadat gebleken was dat er niet voldoende mankracht was om een bestuur te formeren. Geheel pragmatisch kwam men tot de conclusie dat de vereniging geen functie meer te vervullen had.

Het beste beeld van de vereniging verkrijgt men door de georganiseerde activiteiten. Zij hebben voor een deel een grote bekendheid genoten en het aanzien van de vereniging bepaald, waarbij gesteld kan worden dat de invloed en rijkwijdte ervan uitging boven de beperktheid van eigen kring. De activiteiten stonden bijna altijd open voor deelname van niet-leden en werden vaak openbaar aangekondigd. Activiteiten en evenementen waren o.a.:

- gespreks-, werk- en themagroepen;
- koffietafels welke bestonden uit wekelijkse lezingen tijdens de lunchtijd;
- filmavonden en lezingen;
- themaweken, waarin op verschillende manier werd geprobeerd een onderwerp te bestuderen;
- diesfeesten en vieringen rond het lustrum;
- naamdagfeesten verbonden aan de naamdag van de H. Thomas Morus;
- weekend-eten, het bereiden van verantwoorde maaltijden;
- Thomas-borrels, later (TTT) Tomas-Tref-Tijd genoemd als wekelijks borreluur;
- de verzorging van het verenigingsblad Utopia van november 1961 tot maart 1965 en van het verenigingsblad Fraze van november 1968 tot eind 1979.

Bij de opheffing van de vereniging in 1979 werd een commissie benoemd om alvorens het archief definitief af te sluiten en overzicht te verkrijgen van de aanwezige bestanddelen. Het archief bleek derhalve niet al te goed zijn bijgehouden. Deze commissie heeft naar best vermogen veel los materiaal bij elkaar gevoegd. Het resultaat was een bestandenlijst van aanwezige mappen in een vrij willekeurige volgorde en waarvan de omschrijving niet consequent en eenduidig was.

Volgens de getuigenis van deze commissie was veel materiaal van voor 1967 verloren gegaan. Verhuizigen en incidentele opruimingen waren daar debet aan. In het voorjaar van 1981 werd, om behoud in de toekomst te garanderen, het archief in bewaring gegeven bij het Gemeentearchief van Eindhoven.

Het werk van de commissie, welke dus hoofdzakelijk heeft bestaan uit sorteren, kon gebruikt worden om de stukken duidelijk te omschrijven en ze in een meer logische structuur bij elkaar te plaatsen.

De omvang van het archief bedraagt ongeveer 3 meter. Het leek zinvol om de gebundelde bijlagen van rekeningen, de afwezigheid van goedgekeurde jaarrekeningen is overigens opvallend, te doen vernietigen.

Kenmerken

Gemeente:
Eindhoven
Type archief:
Particulier