Uw zoekacties: Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen

955 Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding, 1492 - 1976
1.1. Geschiedenis
1.2. Het archief
1.3. Nadere archiefzorg
955 Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen
1. Inleiding, 1492 - 1976
1.3.
Nadere archiefzorg
Eerst in 1609 wordt de zaak weer aangeroerd en vindt men in het resolutieboek de vraag gesteld of het niet wenselijk zou zijn een gemenelandskist te laten maken. De ambachtsheren oordelen het inderdaad wenselijk en de kist wordt aangeschaft.16) Voor verschillende particuliere ingeërfden is dat geen aanleiding de stukken die zij thuis hebben, daarin te deponeren. In 1614 worden de heren d’Assigny en Van Cromstrijen gecommitteerd “tot lichtinge van alle charters, papieren, reeckeningen ende documenten, onder eenige particuliere ingelanden berustende, om deselve met recht daertoe te mogen contringeren ende deselve onder inventaris in de kiste te leveren”.
Vlug waren zij hiermee niet klaar. Het volgend jaar werd hen gelast met het recouvreren voort te gaan, en meteen van de belangrijke uitgiften en andere stukken authentieke kopieën te maken, indien zij op de originele stukken niet de hand konden leggen, Eveneens werd toen overwogen een tweede kist te laten maken, teneinde daarin dubbele exemplaren van de kaarten en originele stukken te deponeren en deze in Den Haag te bewaren. Aan dit plan is geen uitvoering gegeven. Besloten werd met het maken van een nieuwe kist te wachten om te zien, welke stukken er nog voor de dag zouden komen. Voorlopig bleef het daarbij. In 1618 werd nog wel door de heer Van Cromstrijen en Bochoven aan de ambachtsheren gevraagd: “wat ordre henlieden belieft gestelt nopende tbewaren van de gemeen charters, stukken ende caerten”, maar dit punt werd ter behandeling uitgesteld “tot naerder bijeencompste” (inv.nr.318).
Dat is dan eerst na acht jaren gebeurd in 1626. Toen werden vier heren gecommitteerd om de stukken, charters en papieren, die bij de hand waren en verder te voorschijn zouden komen, te consigneren onder inventaris in de gemeenlandskist, die men besloten had te laten maken om daarin binnen Den Haag de stukken te bewaren. Twee jaar later was nog niets gebeurd. De nieuwe kist moest nog gemaakt worden. In 1629 was Mr. Philips van Cromstrijen wel verzocht om zo spoedig mogelijk twee registers te laten maken van de voornaamste archiefstukken, maar ook hiervan kwam niets terecht. In 1630 werd naar aanleiding van het rapport van de gedeputeerden tot het inventariseren van de stukken besloten: ”Sij alsnog volbracht de voorgaande resolutie”. Toen in 1633 werd gevraagd wat inzake de inventarisatie was gedaan, werd besloten dat dit “met den eersten” diende te geschieden. In 1634 werd dat “metten eersten” nogmaals herhaald. In 1635 is opnieuw besloten een korte inventaris te doen maken en daarin de nodige stukken te doen registreren. Maar ook hiervan kwam weer niets en in 1638 werd het besluit vernieuwd met de toevoeging dat ook de papieren, die onder de heren de Geyn en Cromstrijen berustten, tegelijkertijd zouden worden geïnventariseerd!
De heren Mr. Anthony Willemszn. En Van der Hooch werden hiermede belast en moesten zorgen vóór St. Jacob klaar te zijn. De laatste twee besluiten bleken weer dode letters te zijn.
1.4. De affaire van mr. Philips van Cromstrijen
1.5. Nieuwe inventarisatie
Inleiding, 1976 - 2006
2.1. Ontstaan en geschiedenis
2.2. Periode 1976-1987
2.3. Periode 1988-2005

Kenmerken

Datering:
1492 - 2012
Auteur:
G. Timmerman (2010) en T.J. de Bruijn (2022)
Omvang:
75,5 meter
Titel inventaris:
Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen