Uw zoekacties: De Klemsche Polders

762 De Klemsche Polders ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis
762 De Klemsche Polders
Inleiding
1.
Geschiedenis
Met betrekking tot het ontstaan van de polder De Oude Klem moet gesteld worden, dat niet met zekerheid is te zeggen wanneer de eerste bedijking heeft plaatsgevonden.
Naar aanleiding van stukken welke zich bevinden in het archief van de polder Het Land van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen, zijn er gedachten dat bij de eerste bedijking van Het Land van Essche (1480 of 1485), ook het gebied van de polder De Oude Klem was betrokken.
Het gebied waaraan hierboven sprake is, is bij herhaling verdronken en wel voor de vierde keer in 1553. Of echter de gronden van de polder De Oude Klem ook ondergelopen zijn is niet te achterhalen.
In 1590 werden opnieuw bedijkingsplannen aan de orde gesteld, doch het duurde tot 1598 eer de Staten van Holland en Westfriesland aan de eigenaren van Den Lande van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen octrooi tot bedijking gaven.
In 1599 zijn de bedijkingswerken gereedgekomen en ook in dat jaar werd een overeenkomst gesloten tussen de besturen en ingelanden van de polders De Oude Klem en De Nieuwe Klem enerzijds en het bestuur van Het Land van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen anderzijds, regelend de eigendomsoverdracht van gronden, gelegen binnen de bedijking van de polder De Oude Klem en De Nieuwe Klem, alsmede de ontwatering van de polders De Oude Klem en De Nieuwe Klem via een gemeenschappelijk sluisje in de nieuwe dijk van de polder Het land van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen.
Bij overeenkomst van 10 december 1888 werd bepaald dat te beginnen met ingang van 1 mei 1889 aan de polder Het Land van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen, een bijdrage in de kosten van onderhoud van het in 1883 gestichte stoomwerktuig moet worden geleverd, in de vorm van een omslag van f 0,50 per ha.
Door deze omslagplicht waren de bestuurders van de polders De Oude Klem en De Nieuwe Klem verzekerd van het recht van ontwatering. De onderhoudsplicht van het gemeenschappelijke sluisje kwam hiermede te vervallen.
Gesteld is dat bij de eerste bedijking van de polder Het Land van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen, de gebieden van de polders De Oude en de Nieuwe klem betrokken waren; de benaming van de twee laatstgenoemde polders geeft enig tijdverschil weer. Hierover is echter niets bekend.
Belast met financiële dijkzorg binnen een aantal polders in het oosten van de Hoeksche waard werd in 1896 het waterschap voor de Kil- en Wachtdijken opgericht. De polder De Oude Klem was inliggend en derhalve omslagplichtig.
Laatstgenoemd waterschap had als taak de dijkzorg voor het oostelijk gedeelte van het eiland de Hoeksche Waard. De polder De Oude Klem heeft nimmer de zorg gehad over de zee- en rivierkerende dijken, waardoor de ingelanden altijd voor deze taak omslagplichtig waren aan een hoger waterschap.
In 1936 werd het waterschap De Oosthoeksche Dijken evenals in het noorden van de Hoeksche Waard het waterschap De Bosschendijk opgeheven.
Opgericht werd het waterschap De Hoeksche Waard, wat de taak van de beide opgeheven waterschappen overnam en het volledig dijkbeheer voor het gehele eiland behartigde.
In 1955 werd door het provinciaal bestuur van Zuid-Holland de gehele dijkzorg, als gevolg van de Deltawet, gereorganiseerd.
Opgeheven werd het waterschap De Hoeksche Waard en opgericht het waterschap De Dijkring Hoekse Waard, wat wederom de taak voor de dijkzorg toebedeeld kreeg, echter nu voor het gehele eiland de Hoeksche Waard.
Uiteraard waren de inliggende polders omslagplichtig, zo ook de polder De Oude Klem.
Per 1 januari 1971 vond op het eiland de Hoeksche Waard een wegenconcentratie plaats. Het beheer en onderhoud daarvan werd ondergebracht bij het waterschap De Dijkring Hoekse Waard. Zo bleef voor de polder alleen de taak met betrekking tot de waterbeheersing over.
Bij besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 11 oktober 1973, goedgekeurd bij K.B. van 1 maart 1974, nr. 73, vond met ingang van 1 april 1974 een algehele polderconcentratie plaats, waardoor ook de polder De Oude Klem werd opgeheven.
Het waterschap De Dijkring Hoeksche Waard werd eveneens opgeheven en het waterschap De Hoeksche Waard werd opgericht en de rechtsopvolger van de polder.
De eigendommen van de polder werden tegen taxatiewaarde overgenomen door het nieuw opgerichte waterschap, en van de opbrengsten van de eigendommen van de polder, welke niet behoorden tot de waterstaatswerken, werd aan de ingelanden van de polder omslagsgewijs uitdeling gedaan.
2. Archief van de polder
3. Geraadpleegde literatuur

Kenmerken

Datering:
1599 - 1974
Auteur:
G. Timmerman (1995)
Titel inventaris:
De Klemsche Polders