Uw zoekacties: Waterschap 'De Dijkring Hoeksche Waard'

757 Waterschap 'De Dijkring Hoeksche Waard' ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Kil- en Wachtdijken en later de Oosthoeksche Dijken
757 Waterschap 'De Dijkring Hoeksche Waard'
Inleiding
1.
Kil- en Wachtdijken en later de Oosthoeksche Dijken
Bestaande situaties zijn aan wijzigingen onderhevig, zeker wanneer de omstandigheden daartoe leiden, of sterker, wanneer de omstandigheden is vereisen. Zo ook, waren de omstandigheden aanleiding tot oprichting van het waterschap voor de Kil- en Wachtdijken, en later het waterschap de Oosthoeksche dijken.
In de nacht van 20 op 21 december 1894 ontstond, tengevolge van een stormvloed, een grote doorbraak in de dijk van de Kilpolder, welke polder eigendom was van de heer Volker.
Deze doorbraak vond plaats ten noorden van de buurtschap "de Wacht" onder de gemeente 's-Gravendeel, en werd gevolgd door nog een doorbraak van de achtergelegen dijk van de Strijensche Polder op 25 januari 1895. Deze doorbraak veroorzaakte dat de gehele buurtschap "Schenkeldijk", benevens alle boerderijen in de Strijensche Polder door overstroming werden getroffen.
Het water kwam zelfs tot de "Kaai" in Strijen. Door het onmiddellijke treffen van noodvoorzieningen kon worden voorkomen dat de polder het Oudeland van Strijen, evenals andere belendende gebieden onder liepen. Nog ernstiger werd de situatie toen de ebdeuren van de schutsluis van Strijensas het begaven waardoor het gebied getroffen werd door getijdestromingen.
Dat er verder geen ongelukken gebeurden, was te danken aan het feit dat het water gedurende de strenge winterperiode onder de 2m + N.A.P. bleef.
Op 29 januari 1895 werd door de besturen van de direct en indirect bij de inundatie betrokken polders een spoedeisende vergadering gehouden. Men kwam tijdens deze bijeenkomst alras overeen dat er meteen iets moest gebeuren.
Onder voorbehoud van goedkeuring van de stemgerechtigde ingelanden werd besloten dat de doorbraak van de dijk van de Kilpolder, door de eigenaar ten spoedigste gedicht en in orde gebracht zou worden. De kosten zullen hectaresgewijs worden verrekend door de polders die deel uit maken van de uitwatering door Strijensas, alsmede door de polders Mookhoek en Trekdam, de Kilpolder en Nieuw-Beversoord.
Men had een dermate haast met de werkzaamheden dat vooraf van de heer Volker, als eigenaar van de Kilpolder, geen begroting werd verlangd. Hij zou de werken op zijn kosten doen uitvoeren en achteraf deze in rekening brengen.
In de ingelandenvergadering van 5 april 1895 werd door een voorlopig ingestelde commissie een ontwerp-voorstel ter behandeling ingebracht, regelende het verbeteren, nieuw aanleggen en onderhouden van de Wacht- en Kildijken, de Trekdamsedijk en de Strijenschedijk. De Strijensche Polder had te zorgen voor het verhelpen van hun eigen doorbraak.
Eerdergenoemde overeenkomst was in feite het begin van een concentratie van dijkbeheer in het oostelijk gedeelte van de Hoeksche Waard. Hierna werd voorlopig het waterschap gereglementeerd en in 1898 werd het waterschap de Oosthoeksche dijken opgericht.
Voor dat dit echter zover was, waren de verschillende dijkswerken tot een goed einde gebracht. In 1895 tijdens de augustus-vergadering van de stemgerechtigde ingelanden, werd mededeling gedaan dat aan de dijkswerken fl. 134.000,-- is besteed. Voor het dichten van de dijk van de Kilpolder fl. 40.000,-- en fl. 94.000,-- aan het doen van verschillende verbeterings- en onderhoudswerken.
Hoewel bovengenoemde bedragen, zeker voor die tijd, zeer hoog zijn te noemen, temeer dat deze gelden opgebracht dienden te worden door de eigenaren van in totaal 5597 ha grond, vermelden artikelen uit die tijd dat ondanks de bemoeienissen, de toestand van de dijken "allerbedroevenst" was.
Gesproken werd van een staalkaart van de meest onmogelijke toestanden. Niet dat deze toestand verweten moet worden aan de besturen van de betrokken polders, doch aan de financiële draagkracht van diegenen die de kosten moesten opbrengen en de hoogte van de kosten als zodanig.
Na oprichting van het waterschap voor de Kil- en Wachtdijken, en later de Oosthoeksche dijken ontstond een breder draagvlak. Dit draagvlak werd in 1918 nog groter door het toetreden van de polders de Oost- en West Zomerlanden en Oud-Heinenoord.
Het heeft niet direct zin om een opsomming te geven van de werken die gedurende het bestaan van het waterschap hebben plaatsgevonden. Daartoe raadplege men de inventaris, doch gedurende de periode 1898-1935 werd voor fl. 788.000,-- uitgegeven aan het instandhouden en verbeteren van de waterkeringen.
2. De Bosschendijk
3. Waterschap De Hoeksche Waard resp. De Dijkring Hoekse Waard

Kenmerken

Datering:
1895 - 1974
Auteur:
G. Timmerman (2001)
Titel inventaris:
Waterschap 'De Dijkring Hoeksche Waard'