648 Gemeente Hardinxveld, 1283 - 1956 ( Regionaal Archief Dordrecht )
648
Gemeente Hardinxveld, 1283 - 1956
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 09-02-2024
3.085 beschreven archiefstukken
36 gedigitaliseerd
totaal 4.146 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 09-02-2024
3.085 beschreven archiefstukken
36 gedigitaliseerd
totaal 4.146 bestanden
Inventaris
1. Archief van het dorp Hardinxveld voor 1814
1 Portefeuille bevattende kopien van privilegiën, handvesten en andere oude stukken, Octrooien, Reglementen, Commissien i
648 Gemeente Hardinxveld, 1283 - 1956
Inventaris
1. Archief van het dorp Hardinxveld voor 1814
1
Portefeuille bevattende kopien van privilegiën, handvesten en andere oude stukken, Octrooien, Reglementen, Commissien
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 06-10-2016
1 gedigitaliseerd
totaal 21 bestanden
1283 donderdag in mei, 2 mei
Graaf Floris de Ve erkent dat heer Willem van Brederode zijn recht bewezen heeft op de navolgende heerlijkheden in Zuid Holland. Het hooge gerecht van Papendrecht, van Matena, van Werveleampe, van Cortegrave, van Goudriaan, van Slingeland, van Poedersijnsambacht, van Nye-Hardinxveld, van Oude Hardinxvelt tusschen Schaluynresloote en de halve lange slote, en den halven damme die in die Giessen leijdt, welke heerlijkheden hij voortaan ten rechten leen zal houden, 1399 2 augustus.
Hertog Aelbrecht, graaf van Holland, geeft om menigen trouwen dienst, die heer van Brederode hem gedaan heeft en nog doen zal, aan zijne onderzaten, die in Hardinxveld wonen tolvrij te varen in al zijne landen.
Nog copie van een vidimus van dezen brief gegeven door deken en kapittel van St Marie en St Vincentiuskerk te Gorinchem van 22 april 1406.
Graaf Floris de Ve erkent dat heer Willem van Brederode zijn recht bewezen heeft op de navolgende heerlijkheden in Zuid Holland. Het hooge gerecht van Papendrecht, van Matena, van Werveleampe, van Cortegrave, van Goudriaan, van Slingeland, van Poedersijnsambacht, van Nye-Hardinxveld, van Oude Hardinxvelt tusschen Schaluynresloote en de halve lange slote, en den halven damme die in die Giessen leijdt, welke heerlijkheden hij voortaan ten rechten leen zal houden, 1399 2 augustus.
Hertog Aelbrecht, graaf van Holland, geeft om menigen trouwen dienst, die heer van Brederode hem gedaan heeft en nog doen zal, aan zijne onderzaten, die in Hardinxveld wonen tolvrij te varen in al zijne landen.
Nog copie van een vidimus van dezen brief gegeven door deken en kapittel van St Marie en St Vincentiuskerk te Gorinchem van 22 april 1406.
1400 2 juni.
Johanna, hertoginne van Luxemburg, van Lotharingen, van Braband etc, geeft om goede gunste, die zij heer Jan van Brederode toedraagt, dat zijne luiden en onderzaten, wonende in zijn ambacht van Hardinxveld, tolvrij zullen varen door hare landen van Braband.
Johanna, hertoginne van Luxemburg, van Lotharingen, van Braband etc, geeft om goede gunste, die zij heer Jan van Brederode toedraagt, dat zijne luiden en onderzaten, wonende in zijn ambacht van Hardinxveld, tolvrij zullen varen door hare landen van Braband.
1464 26 december.
Karel, hertog van Bourgondie, grave van Charlois, van Holland etc, bevestigt op bede van zijne onderzaten van zijnen dorpe van Hardinxveld bij Gorinchem, die hem onlangs voor hunnen rechten heer ontvangen hebben, en om zekere somme van penningen, die zij hem tegenwoordiglijk gegeven hebben, die privilegiën, die zij hier te voren van de heeren van Hardinxveld verkregen hebben, en vergunt hen dat-noch die van Gorinchem, noch anderen van zijne steden in Holland, op hen zetten noch schatten zullen eenige somme van penningen, zonder hen daarop te voren te roepen en te hooren.
Karel, hertog van Bourgondie, grave van Charlois, van Holland etc, bevestigt op bede van zijne onderzaten van zijnen dorpe van Hardinxveld bij Gorinchem, die hem onlangs voor hunnen rechten heer ontvangen hebben, en om zekere somme van penningen, die zij hem tegenwoordiglijk gegeven hebben, die privilegiën, die zij hier te voren van de heeren van Hardinxveld verkregen hebben, en vergunt hen dat-noch die van Gorinchem, noch anderen van zijne steden in Holland, op hen zetten noch schatten zullen eenige somme van penningen, zonder hen daarop te voren te roepen en te hooren.
1575 12 augustus.
Bevestiging door Keizer Karel de Ve van den voorgemelden brief van 26 december 1464, die daarin is geïnsereerd.
Nog een vidimus van dit privilegie van Burgemeesteren en Schepenen van Gorinchem van 21 october 1532.
Bevestiging door Keizer Karel de Ve van den voorgemelden brief van 26 december 1464, die daarin is geïnsereerd.
Nog een vidimus van dit privilegie van Burgemeesteren en Schepenen van Gorinchem van 21 october 1532.
1332 Donderdag voor St Lourensdag (12 augustus).
Hendrik van Brederode geeft de gemeene buren van Nieuw Hardinxveld zekere rechten omtrent het heffen van boeten en den nakoop.
Hendrik van Brederode geeft de gemeene buren van Nieuw Hardinxveld zekere rechten omtrent het heffen van boeten en den nakoop.
1412 Vrouwendag Purificatio (2 februari).
Aerdt van Gent, heer van Giessenburg en van Hardinxveld, geeft aan zijne goede luiden van Hardinxveld, om goede dienst en vriendschap, die zij hem gedaan hebben en nog doen zullen, verbetering van hunne rechten en handvesten.
Aerdt van Gent, heer van Giessenburg en van Hardinxveld, geeft aan zijne goede luiden van Hardinxveld, om goede dienst en vriendschap, die zij hem gedaan hebben en nog doen zullen, verbetering van hunne rechten en handvesten.
1413 Sint Pieter ad vincula (1 augustus).
Aerdt van Gent, heer van Giessenburg, verbetert de handvesten van die van Hardinxvelt, in zulke punten als hierna geschreven staan.
Aerdt van Gent, heer van Giessenburg, verbetert de handvesten van die van Hardinxvelt, in zulke punten als hierna geschreven staan.
1413 Sint Pieter ad vincula (1 augustus).
Aert van Gent, heer van Giessenburg geeft een gelijken brief, uit goede gunste en vriendschap, die hij heeft voor zijne goede luiden van den Polre.
Aert van Gent, heer van Giessenburg geeft een gelijken brief, uit goede gunste en vriendschap, die hij heeft voor zijne goede luiden van den Polre.
1417 Sint Geertruidendag (17 maart).
Aert van Gent, heer van Giessenburg, geeft zijne gemeene buren in den Polre, tusschen der Zijdwinde en de Giessendamme, binnen den kerspel Van Hardinxvelt, dat zij vrij zullen wezen van alle smalle tienden uitgenomen als iemand van buiten den ambachte eenige schapen weidde.
Aert van Gent, heer van Giessenburg, geeft zijne gemeene buren in den Polre, tusschen der Zijdwinde en de Giessendamme, binnen den kerspel Van Hardinxvelt, dat zij vrij zullen wezen van alle smalle tienden uitgenomen als iemand van buiten den ambachte eenige schapen weidde.
1382 Vrijdag na Sint Geertruid (21 maart).
Otto heer van Arkel en Reijnolt heer van Brederode en van Kemp, verklaren dat zij alzulken geschil, als zij onderling gehad hebben, vergelijkt en vereffent hebben, zooals in den brief beschreven staat.
Otto heer van Arkel en Reijnolt heer van Brederode en van Kemp, verklaren dat zij alzulken geschil, als zij onderling gehad hebben, vergelijkt en vereffent hebben, zooals in den brief beschreven staat.
1544 27 augustus.
Verclaring van Jan Claeszoon van Rummerswaal en Mr. Martijn van Os, Gerritsz, schepenen van Gorinchem, dat er eertijds binnen Gorinchem kwestie is geweest tusschen de accijnsmeesters van den overslag van het bier ter eenre en die van Hardinxvelt ter andere zijde, beroerende van tgeen de accijnsmeesters van de inwoners van Hardinxveld eischende waren, en dat toen bij gerechte en wethouders van Gorinchem was verklaard, dat zij hen ongemolesteerd zouden laten.
Verclaring van Jan Claeszoon van Rummerswaal en Mr. Martijn van Os, Gerritsz, schepenen van Gorinchem, dat er eertijds binnen Gorinchem kwestie is geweest tusschen de accijnsmeesters van den overslag van het bier ter eenre en die van Hardinxvelt ter andere zijde, beroerende van tgeen de accijnsmeesters van de inwoners van Hardinxveld eischende waren, en dat toen bij gerechte en wethouders van Gorinchem was verklaard, dat zij hen ongemolesteerd zouden laten.
1544 27 augustus.
Verklaring van dezelfden, dat voor hen verschenen waren verschillende getuigen, welke hadden verklaard "noch nooit gezien of gehoord te hebben, dat die van Hardinxveld bedwongen zijn geweest hunne wit-visch en aal te Gorinchem ter markt te brengen, en wanneer zij dit deden, dit geschiedde omdat zij begeerden die aldaar afgeslagen te hebben, op verzoek van de visschers en niet omdat zij bedwongen waren". 1548 4 october.
Dictum van den Secreten raad des Keizers, inzake de procureur generaal des Keizers, eischer, contra denheer en Schepenen van Hardinxveld, omtrent het recht van ancragie en tol.
Verklaring van dezelfden, dat voor hen verschenen waren verschillende getuigen, welke hadden verklaard "noch nooit gezien of gehoord te hebben, dat die van Hardinxveld bedwongen zijn geweest hunne wit-visch en aal te Gorinchem ter markt te brengen, en wanneer zij dit deden, dit geschiedde omdat zij begeerden die aldaar afgeslagen te hebben, op verzoek van de visschers en niet omdat zij bedwongen waren". 1548 4 october.
Dictum van den Secreten raad des Keizers, inzake de procureur generaal des Keizers, eischer, contra denheer en Schepenen van Hardinxveld, omtrent het recht van ancragie en tol.
1588 12 februari.
Robbert, grave van Leicester, gouverneur en kapitein generaal der Verenigde Nederlanden, ontvangen hebbende de ootmoedige supplicatie van Steven van Rossum, die van zijne ouders geërfd had zekere tiend, wegende een deel van de gerechte helft van den geheelen tiend op Hardinxveld, gelegen in den Bovenpolder opt vooreinde van Schaluynresloot af tot Billerstege toe, waarvan de andere helft compreheert den heere van Hardinxveld, dat voornoemde van Rossum in den Jare 1578 zijne heerlijkheid van Poederoijen moetende verkoopen, oock verkocht heeft aan Otto van Appeltern de bovengemelde tiend, niet wetende dezelve tiend een recht of quaat leen te wezen, selve gedaan had zonder behoorlijk octrooi van stadhouder en leenmannen van Holland. Dat Otto van Appeltern overleden zijnde, als zijn leenvolger had nagelaten Hendrik van Appeltern, die deze tiend verkocht had aan Franco van Tuijl, welke verkoop door leenmannen onwettig was verklaard, vergunt dat alsnoch behoorlijk octrooi zal kunnen worden verzocht om deze tiend aan Franco van Tuijll te mogen opdragen.
Robbert, grave van Leicester, gouverneur en kapitein generaal der Verenigde Nederlanden, ontvangen hebbende de ootmoedige supplicatie van Steven van Rossum, die van zijne ouders geërfd had zekere tiend, wegende een deel van de gerechte helft van den geheelen tiend op Hardinxveld, gelegen in den Bovenpolder opt vooreinde van Schaluynresloot af tot Billerstege toe, waarvan de andere helft compreheert den heere van Hardinxveld, dat voornoemde van Rossum in den Jare 1578 zijne heerlijkheid van Poederoijen moetende verkoopen, oock verkocht heeft aan Otto van Appeltern de bovengemelde tiend, niet wetende dezelve tiend een recht of quaat leen te wezen, selve gedaan had zonder behoorlijk octrooi van stadhouder en leenmannen van Holland. Dat Otto van Appeltern overleden zijnde, als zijn leenvolger had nagelaten Hendrik van Appeltern, die deze tiend verkocht had aan Franco van Tuijl, welke verkoop door leenmannen onwettig was verklaard, vergunt dat alsnoch behoorlijk octrooi zal kunnen worden verzocht om deze tiend aan Franco van Tuijll te mogen opdragen.
1597 15 maart.
Placaat van de Ridderschap, edelen en steden van Holland tot conservatie van de kleine visch en visscherij op de rivier de Merwede.
Octrooij en van de Staten van Holland en Westfriciland.
Placaat van de Ridderschap, edelen en steden van Holland tot conservatie van de kleine visch en visscherij op de rivier de Merwede.
Octrooij en van de Staten van Holland en Westfriciland.
1713 3 november.
Voor dijkgraaf en hooge dijkheemraden van den Alblasserwaard, mitsgaders schouten en gerechten van de daarin gelegene dorpen, in aanmerking dat door de inundatie van den waard van 19 maart 1709, en den langen tijd dat dezelve waard had verdronken gelegen, waardoor de landen zeer waren bedorven en de ingezetenen verarmd, waarbij het octrooi van remissie van de ordinaire verponding nog voor vier jaren 1714-1717 wordt verlengd.
Voor dijkgraaf en hooge dijkheemraden van den Alblasserwaard, mitsgaders schouten en gerechten van de daarin gelegene dorpen, in aanmerking dat door de inundatie van den waard van 19 maart 1709, en den langen tijd dat dezelve waard had verdronken gelegen, waardoor de landen zeer waren bedorven en de ingezetenen verarmd, waarbij het octrooi van remissie van de ordinaire verponding nog voor vier jaren 1714-1717 wordt verlengd.
1728 26 augustus.
Voor dezelfden neffens de verdere ongelukkige ingelanden en ingezetenen van denzelven waard, welke hadden te kennen gegeven, dat sedert den inbraak van 1709 hunne landen van slechte waardij waren en zij later bezocht waren geweest met sterfte onder de beesten, dat de landen in cas van verkoop, sommige onverkoopbaar waren en andere slechts 50 gld. de morgen konden opbrengen, dat zij op den 2Oen januari 1726 met nieuwen watervloed waren bezocht, en bovendien groote stukken dijks onder Ameide en Hardinxveld moesten worden vernieuwd, waarbij hen wordt vergunt vrijdom van ordinaire voor zes en van extraordinaire verponding voor vier jaren, alsmede van den impost van hoorngeld, bezaaide landen, koehouders zout- en oorgeld voor de paarden, mitsgaders van grove waren voor vier jaren.
Voor dezelfden neffens de verdere ongelukkige ingelanden en ingezetenen van denzelven waard, welke hadden te kennen gegeven, dat sedert den inbraak van 1709 hunne landen van slechte waardij waren en zij later bezocht waren geweest met sterfte onder de beesten, dat de landen in cas van verkoop, sommige onverkoopbaar waren en andere slechts 50 gld. de morgen konden opbrengen, dat zij op den 2Oen januari 1726 met nieuwen watervloed waren bezocht, en bovendien groote stukken dijks onder Ameide en Hardinxveld moesten worden vernieuwd, waarbij hen wordt vergunt vrijdom van ordinaire voor zes en van extraordinaire verponding voor vier jaren, alsmede van den impost van hoorngeld, bezaaide landen, koehouders zout- en oorgeld voor de paarden, mitsgaders van grove waren voor vier jaren.
1741 1 juli.
Voor schout en heemraden van den banne van Gorkum en den lande van Arkel en Schouten en Schepenen van Schelluinen, Hoornaar en Meerkerksbroek en Blommendaal, Noordeloos, Ameide en Tienhoven, Hardinxveld, Ammersgraveland, Gelkenes en Ottoland, Peursum, Neder-Slingeland, Giessen-Nieuwkerk, Oud en Nieuw Goudriaan, Giessen-Bovenkerk allen dorpen gelegen in den Overwaard, waarbij hen wegens het stellen van voormolens op den Overwaard wordt vergund remissie van ordinaris verponding van tienden, huizen landen en visscherijen voor zes jaren 1738-1743.
Voor schout en heemraden van den banne van Gorkum en den lande van Arkel en Schouten en Schepenen van Schelluinen, Hoornaar en Meerkerksbroek en Blommendaal, Noordeloos, Ameide en Tienhoven, Hardinxveld, Ammersgraveland, Gelkenes en Ottoland, Peursum, Neder-Slingeland, Giessen-Nieuwkerk, Oud en Nieuw Goudriaan, Giessen-Bovenkerk allen dorpen gelegen in den Overwaard, waarbij hen wegens het stellen van voormolens op den Overwaard wordt vergund remissie van ordinaris verponding van tienden, huizen landen en visscherijen voor zes jaren 1738-1743.
1742 7 juli.
Voor Dijkgraaf en hoogheemraden van den Alblas-serwaard, mitsgaders schouten en gerechten van de dorpen in denzelven waard gelegen, waarbij hen, wegens de schade eener zeer droevige inundatie in den jare 1741, wordt verleend vrijdom van den l00en en 200en penning van de kapitalen in ieders bestelling tot herstelling van de rampen te negoeieeren voor den tijd van vijf jaren, en nog remissie van ordinaris verponding van landen en boomgaarden voor zoover den Overwaard aangaat voor de buitendorpen, zijnde Hardinxveld, Ammers-Graveland, Ameide en Tienhoven voor vier jaren, ingaande 1744, en van de extraordinaire verponding over de jaren 1741 en 1742.
Voor Dijkgraaf en hoogheemraden van den Alblas-serwaard, mitsgaders schouten en gerechten van de dorpen in denzelven waard gelegen, waarbij hen, wegens de schade eener zeer droevige inundatie in den jare 1741, wordt verleend vrijdom van den l00en en 200en penning van de kapitalen in ieders bestelling tot herstelling van de rampen te negoeieeren voor den tijd van vijf jaren, en nog remissie van ordinaris verponding van landen en boomgaarden voor zoover den Overwaard aangaat voor de buitendorpen, zijnde Hardinxveld, Ammers-Graveland, Ameide en Tienhoven voor vier jaren, ingaande 1744, en van de extraordinaire verponding over de jaren 1741 en 1742.
1746 6 januari.
Voor dezelfden, bij wijze van continuatie van het octrooi van 1741 van de l00en en 200e penningen over te negoeieeren kapitalen voor 10 jaren, van de ordinaire verponding van landen en boomgaarden voor vier jaren, voor zooveel Hardinxveld aangaat ingaande met den jare 1749 en van de extra ordinaire verponding over 1745 en 1746.
Voor dezelfden, bij wijze van continuatie van het octrooi van 1741 van de l00en en 200e penningen over te negoeieeren kapitalen voor 10 jaren, van de ordinaire verponding van landen en boomgaarden voor vier jaren, voor zooveel Hardinxveld aangaat ingaande met den jare 1749 en van de extra ordinaire verponding over 1745 en 1746.
1752 25 augustus.
Voor schouten en gerechten van alle dorpen gelegen in den Alblasserwaard, waarbij wordt gearresteerd een reglement op het doen der executien in de respective dorpen van den Alblasserwaard, ter invordering der achterstallige verpondingen, dijken waterrechten, binnenlandsche omslagen en gene-ralijk alle gemeene dorpslasten, zoo reëel als personeel.
Voor schouten en gerechten van alle dorpen gelegen in den Alblasserwaard, waarbij wordt gearresteerd een reglement op het doen der executien in de respective dorpen van den Alblasserwaard, ter invordering der achterstallige verpondingen, dijken waterrechten, binnenlandsche omslagen en gene-ralijk alle gemeene dorpslasten, zoo reëel als personeel.
1766 18 september.
Voor Erfwatergraaf en waterheemraden van den Overwaard, waarbij tot het verbeteren van den lagen en vergrooten van den hoogen boezem van voornoemden waard, wordt verleend remissie van ordinaire verponding voor de respective dorpen over de jaren 1766 en 1767, bedragende voor Hardinxveld wegens
heerlijke goederen fl. 147-8-6
landen fl. 1069-10-6
huizen fl. 296-0-9
Totaal: fl. 1513-0-9
Voor Erfwatergraaf en waterheemraden van den Overwaard, waarbij tot het verbeteren van den lagen en vergrooten van den hoogen boezem van voornoemden waard, wordt verleend remissie van ordinaire verponding voor de respective dorpen over de jaren 1766 en 1767, bedragende voor Hardinxveld wegens
heerlijke goederen fl. 147-8-6
landen fl. 1069-10-6
huizen fl. 296-0-9
Totaal: fl. 1513-0-9
1771 17 october.
Voor dijkgraaf en hoogdijkheemraden van den Alblasserwaard, mitsgaders, schouten en gerechten van de dorpen in dien waard gelegen, waarbij hen ten einde de Dief- en Zouwendijken in behoorlijken staat te brengen wordt verleend vrijdom van 100e en 200e penningen wegens te negoeieeren kapitalen van 1772-1777 en tevens remissie van den geheelen aanslag in de ordinaire verponding over de districten en dorpen over dezelfde jaren.
Reglement geformeerd bij de Gecommitteerden bij besluiten van het Departementaal Bestuur van Holland van 16 september en 5 october 1802 aangesteld tot het ontwerpen van een reglementop den voet en inrichting van het Gemeentebestuur van Hardinxveld 4 december 1802.
Jacob Dekker, Dirk Gelderblom, Klaas Langeveld, Cornelis Wisboom, Kors Backer.-orig.
Toezending van kopie aan het Departementaal Bestuur van Holland 17 december 1802, en bij appointement gesteld in handen van de commissie voor het werk der Gemeentebesturen 21 december.
Voor dijkgraaf en hoogdijkheemraden van den Alblasserwaard, mitsgaders, schouten en gerechten van de dorpen in dien waard gelegen, waarbij hen ten einde de Dief- en Zouwendijken in behoorlijken staat te brengen wordt verleend vrijdom van 100e en 200e penningen wegens te negoeieeren kapitalen van 1772-1777 en tevens remissie van den geheelen aanslag in de ordinaire verponding over de districten en dorpen over dezelfde jaren.
Reglement geformeerd bij de Gecommitteerden bij besluiten van het Departementaal Bestuur van Holland van 16 september en 5 october 1802 aangesteld tot het ontwerpen van een reglementop den voet en inrichting van het Gemeentebestuur van Hardinxveld 4 december 1802.
Jacob Dekker, Dirk Gelderblom, Klaas Langeveld, Cornelis Wisboom, Kors Backer.-orig.
Toezending van kopie aan het Departementaal Bestuur van Holland 17 december 1802, en bij appointement gesteld in handen van de commissie voor het werk der Gemeentebesturen 21 december.
Reglement voor het Gemeentebestuur van Hardinxveld, gearresteerd door het Departementaal Bestuur van Holland bij besluit van 31 mei 1805.
Als voren gedrukt.
Als voren gedrukt.
Resolutie van genoemd bestuur van 31 maart 1805, waarbij tot leden van het Gemeentebestuur worden aangesteld-Boven Hardinxveld. Adriaan Koelewijn, Hendrik Kampsteeg, Hendrik Wisboom, Rijk de Jong. Beneden Hardinxveld. Gerrit Bakker, Leendert Wisboom en Jan Blokland.
Reglement voor de Civiele Rechtbank van Hardinxveld, vastgesteld bij besluit van het Departementaal Bestuur van Holland van 28 november 1805.
10 december 1627-Pompejus de Roovere, continueert de pacht van het Schoutambt van Hardinxveld door Hendrik van Olmen voor drie jaren ingaande 1 mei e.k. en daarenboven te gebruiken het erf naast de woning daar hij in woont voor 54 £. 10 december 1627-Commissie als zoodanig.
27 juni 1648. Contract waarop Pieter de Roovere, heer van Hardinxveld, mits het overlijden van Hendrik van Olmen, in zijn leven schout en secretaris van Hardinxveld en waterheemraad van den Overwaard, dezelfde officier heeft geconfereerd op Hendrik Pieterz. Backer.-Orig.
24 october 1684-Pompejus de Roovere verpacht het Schout- en Secretaris ambt aan Pieter Backer, mits het overlijden van Hendrik Pieterse Backer. 10 december 1684-Commissie als zoodanig. 20 november 1691-Het schout en secretaris ambt geconfereerd op Adriaan Backer, mits het overlijden van Pieter Backer zijn broeder, op eene recognitie van 58 gld 's jaars.
29 juni 1726-Commissie van Diederik van Leijden, heer van Hardinxveld voor Leendert van Tetterode mits het overlijden van Hendrik Bakker. Gelijke commissie als secretaris.
1 januari 1765-Commissie van Adriaan Pompejus van Leijden voor dezelfden als secretaris.
24 september 1766.-Commissie van Adriaan Pompejus van Leijden voor Leendert Verhoeff, als schout en secretaris.
20 juni 1633. Commissie als bode voor Jacob Willemszoon Nachtegaal.
26 september 1766-Commissie als bode voor Hendrik Doellaert en eene acte van recognitie van dezelfden datum groot fl. 18.-
2 februari 1762.-Aanstelling van Pleuntje Willemsdr. Baardman als turftmeter.
19 september 1763-als voren voor Hendrik Doelaert met acte van beëdiging.
laatste wijziging 09-02-2024
3.085 beschreven archiefstukken
36 gedigitaliseerd
totaal 4.146 bestanden
Kenmerken
Datering:
1283 - 1980
Auteur:
G.J. Bink (1998)
Omvang:
74 m'
Licentie:
Titel inventaris:
Gemeente Hardinxveld, 1283 - 1956
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 09-02-2024
3.085 beschreven archiefstukken
36 gedigitaliseerd
totaal 4.146 bestanden