142 Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje ( Regionaal Archief Dordrecht )
142
Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 06-02-2024
46 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 24 bestanden
Inleiding
5. Bijlage
142 Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje
Inleiding
5.
Bijlage
Een losrente is een rente, welke de verkoper van de rente periodiek moet betalen tot het tijdstip waarop de rente wordt gelost, hetgeen meestal geschiedt door terugbetaling van de oorspronkelijke koopsom. In wezen is het dus niets anders dan rente van een aflosbare obligatie. Hoe zijn losrenten ontstaan? De eerste geldmiddelen waarover de Staten de beschikking hadden, waren de toeslagen en overschotten op de beden, een aanvraag van de landsheer tot het opbrengen van een geldsom, oudtijds zoveel als belasting. De toeslagen en overschotten hadden de landsheren nodig voor het financieren van oorlogen. Later werden belastingen op het gebruik van diverse consumptiegoederen, zoals wijn, bier en turf geheven. Onder Alva werd de zogenaamde tiende penning, een belasting op het inkomen uit alle onroerende goederen, renten en koopmanswinsten ingevoerd, evenals de 40e, 100e, 500e en 1000e penning. Toch bleek dat alle hierboven vermelde belastingen niet voldoende geld opbrachten. Ten tijde van Karel V en Filips II waren grote bedragen nodig voor de oorlogvoering. Reeds toen begon men met het verkopen van losrenten ten laste van het gemene land.
Men kon de aangekochte losrenten ook weer aan derden verkopen. Maar de losrenten stonden op naam, zodat bij losrentebrieven de 40e penning kon worden geïnd door de Staten, zodra deze werden aangeboden om de naamsverandering er op aan te tekenen. Wat de terugbetaling van de renten betreft: de Staten hadden vaak onvoldoende geld in kas om de renteheffers van de losrenten uit te betalen. Dit als gevolg van de achteruitgang van de economie. Alle beschikbare gelden waren namelijk nodig voor de strijd tegen Spanje. Met name in de tweede helft van de 16e eeuw werd er in de Staten gesproken over de achterstallige renten. Herhaaldelijk richtten de renteheffers brieven tot de Staten of de Staten-Generaal, waarin op betaling werd aangedrongen. Zo ook de beheerders van de Sint-Odulphuskapel en het Burgemeesterspoortje. In 1622 en 1625 richtten zij brieven naar de Staten-Generaal, waarin zij verzochten de achterstallige renten ten laste van Staats-Brabant alsnog te verkrijgen. Men had sinds 1575 geen rente meer ontvangen.
laatste wijziging 06-02-2024
46 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 24 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 06-02-2024
46 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 24 bestanden
Kenmerken
Datering:
1536 - 1845
Auteur:
I.W. van Vliet (1982)
Omvang:
0,25 meter
Licentie:
Titel inventaris:
Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje
Categorie:
laatste wijziging 06-02-2024
46 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 24 bestanden