Uw zoekacties: Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgem...

142 Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis
2. Het archief
3. Noten
4. Literatuurlijst
5. Bijlage
142 Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje
Inleiding
5.
Bijlage
Een losrente is een rente, welke de verkoper van de rente periodiek moet betalen tot het tijdstip waarop de rente wordt gelost, hetgeen meestal geschiedt door terugbetaling van de oorspronkelijke koopsom. In wezen is het dus niets anders dan rente van een aflosbare obligatie. Hoe zijn losrenten ontstaan? De eerste geldmiddelen waarover de Staten de beschikking hadden, waren de toeslagen en overschotten op de beden, een aanvraag van de landsheer tot het opbrengen van een geldsom, oudtijds zoveel als belasting. De toeslagen en overschotten hadden de landsheren nodig voor het financieren van oorlogen. Later werden belastingen op het gebruik van diverse consumptiegoederen, zoals wijn, bier en turf geheven. Onder Alva werd de zogenaamde tiende penning, een belasting op het inkomen uit alle onroerende goederen, renten en koopmanswinsten ingevoerd, evenals de 40e, 100e, 500e en 1000e penning. Toch bleek dat alle hierboven vermelde belastingen niet voldoende geld opbrachten. Ten tijde van Karel V en Filips II waren grote bedragen nodig voor de oorlogvoering. Reeds toen begon men met het verkopen van losrenten ten laste van het gemene land.
Men kon de aangekochte losrenten ook weer aan derden verkopen. Maar de losrenten stonden op naam, zodat bij losrentebrieven de 40e penning kon worden geïnd door de Staten, zodra deze werden aangeboden om de naamsverandering er op aan te tekenen. Wat de terugbetaling van de renten betreft: de Staten hadden vaak onvoldoende geld in kas om de renteheffers van de losrenten uit te betalen. Dit als gevolg van de achteruitgang van de economie. Alle beschikbare gelden waren namelijk nodig voor de strijd tegen Spanje. Met name in de tweede helft van de 16e eeuw werd er in de Staten gesproken over de achterstallige renten. Herhaaldelijk richtten de renteheffers brieven tot de Staten of de Staten-Generaal, waarin op betaling werd aangedrongen. Zo ook de beheerders van de Sint-Odulphuskapel en het Burgemeesterspoortje. In 1622 en 1625 richtten zij brieven naar de Staten-Generaal, waarin zij verzochten de achterstallige renten ten laste van Staats-Brabant alsnog te verkrijgen. Men had sinds 1575 geen rente meer ontvangen.

Kenmerken

Datering:
1536 - 1845
Auteur:
I.W. van Vliet (1982)
Omvang:
0,25 meter
Titel inventaris:
Beheerders van de Sint-Odulphuskapel, alsmede van het Burgemeesterspoortje