Uw zoekacties: Vrijmetselaarsloge 'De Hoek' te Binnenmaas

1329 Vrijmetselaarsloge 'De Hoek' te Binnenmaas ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
Korte achtergrondschets van de vrijmetselarij

De vrijmetselarij is geen godsdienst, geen ideologie, geen levensbeschouwing, en zeker geen sekte. Ze bestaat wereldwijd uit democratische verenigingen (loges) waarvan de leden (broeders) streven naar verdieping van inzicht. De vrijmetselarij onderscheidt zich daarin van andere verbanden op dat gebied door haar bijzondere methode van werken. Zij is een inwijdingsgenootschap dat gebruik maakt van symbolen en rituelen die de levensloop van de mens uitbeelden en leiden tot zelfontplooiing, broederschap en daardoor een betere samenleving. In de loges wordt gewerkt in een stelsel van drie graden: leerling, gezel en meester.

Met behulp van vrijmetselaren uit Engeland en Frankrijk werd in 1734 in Den Haag de eerste Nederlandse vrijmetselaarsloge opgericht.
Op 5 oktober 1992 werd de Loge De Hoek (hierna Loge te noemen) opgericht. Deze Loge was een vereniging van leden van de zogenaamde Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden (hierna Orde te noemen). Op grond van een haar door de Orde verleende constitutiebrief, gedateerd 20 juni 1992, functioneerde de Loge als een zelfstandige loge. Haar zetel was gevestigd in Binnenmaas (Hoeksche Waard).

De Loge stelde zich ten doel de regelmatige beoefening van de vrijmetselarij met inachtneming van de regels en gebruiken, zoals omschreven in de statuten van de Orde. De installatie van de Loge vond op 7 november 1992 plaats door de Grootmeester van de Orde, in het gebouw van de moederloge La Flamboyante te Dordrecht.
De naam De Hoek voor de Loge is gebaseerd op een vrijmetselaarssociëteit die in 1874 door drie leden van de Dordtse Loge La Flamboyante was opgericht. Het bouwen van de Barendrechtse brug was de oorzaak dat deze sociëteit geen doorgang heeft gevonden, zodat deze niet is uitgegroeid tot een loge.

Alleen mannelijke personen die tot lid van de Orde waren toegelaten, konden lid van de Loge worden. De meestervergadering van de Loge besliste vervolgens over de aanneming van kandidaat-leden van de Loge. De statuten van de Loge boden de mogelijkheid dat een lid van een andere onder de Orde ressorterende Loge werd toegelaten als buitengewoon lid van de Loge. Datzelfde gold voor een lid van een door de Orde erkende buitenlandse Grootmacht. Een buitengewoon lid had binnen de Loge geen stemrecht en was niet bevoegd tot het vervullen van bestuursfuncties binnen de Loge.
De interne organisatie van de Loge zag er als volgt uit:

De algemene vergadering van de Loge.
Deze werd zo dikwijls gehouden als het bestuur of de voorzittend-meester dit noodzakelijk achtte, doch tenminste in het voor- en najaar. Welke agendapunten tenminste aan de orde kwamen, was in de statuten vastgelegd.

Het bestuur van de Loge.
Dit bestond uit de voorzitter (voorzittend-meester); twee opzieners; de redenaar; de secretaris en de penningmeester (thesaurier). De bestuursleden werden telkens voor twee jaar gekozen door de algemene vergadering uit die leden van de Loge die de graad meester-vrijmetselaar bezaten. Het bestuur was belast met het besturen van de Loge; de regeling van zijn bestuurswerkzaamheden stond in het huishoudelijk reglement van de Loge.

De meestervergadering. Deze bestond uit die leden van de Loge die de meestergraad binnen de vrijmetselarij hadden verworven.

Commissies. Zo nodig werden commissies met een speciale, ondersteunende taak ingesteld.
De Loge beschikte over een zogenaamd Liefdefonds dat tot doel had in nood verkerende broeders en hun weduwen te ondersteunen in gevallen waarin geen beroep kon worden gedaan op andere (maçonnieke) fondsen. Dit fonds dat gevoed werd uit giften, legaten en bijdragen uit de zogenaamde bedelnap werd beheerd door de thesaurier.

De Loge heeft vanaf de oprichting successievelijk de volgende onderkomens gebruikt: een lokaal in het clubhuis van de Stichting Scouting Oud-Beijerland, ruimte in hotel Het Wapen van Nieuw-Beijerland, ruimte in het hervormde ontmoetingscentrum te Maasdam (gemeente Binnenmaas) en ruimten van de Stichting Singel 341 te Dordrecht.

In 2007 werd Loge De Hoek opgeheven vanwege het teruglopende ledenaantal. De leden lieten zich vervolgens overschrijven naar de andere loges in de regio.

Kenmerken

Datering:
(1987) 1992 - 2007
Auteur:
T.J. de Bruijn (2019)
Omvang:
0,5 meter
Titel inventaris:
Vrijmetselaarsloge 'De Hoek' te Binnenmaas