Uw zoekacties: Collectie van bescheiden met betrekking tot de toonkunstenaar D. Hol

1206 Collectie van bescheiden met betrekking tot de toonkunstenaar D. Hol ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis van de collectie
2. Gehanteerde ordeningsprincipes
3. Levensbeschrijving Dirk Hol
1206 Collectie van bescheiden met betrekking tot de toonkunstenaar D. Hol
Inleiding
3.
Levensbeschrijving Dirk Hol
Datering:
1907-1994
Dirk Hol is op 2 november 1907 als zoon van Hermannus Hol en Maria Geertruida Penners geboren in de Tweede Reedwarsstraat te Dordrecht. Zijn vader was tuinman in dienst van de gemeente Dordrecht (zie: GAD 256, Burgerlijke stand van de Gemeente Dordrecht akte 1139 d.d. 2 november 1907.) Na in Dordrecht een technische opleiding te hebben genoten, kwam hij in dienst van Openbare Werken van als constructeur/tekenaar bij de gemeente Dordrecht. In de vrije tijd gedurende de eerste jaren van zijn werkzame leven behaalde hij diverse diploma’s op het gebied van de bouwkunde en architectuur. In september 1938 trad hij in dienst bij de Bouw- en Woningdienst van de gemeente Dordrecht. Daarnaast is hij als docent verbonden geweest aan de Gemeentelijke School voor Nijverheidsonderwijs in Dordrecht, afdeling Uitgebreid Technisch Onderwijs (zie: nummer 264 van deze inventaris.) In 1946 promoveerde hij tot technisch opzichter bij de dienst Gemeentewerken die uiteindelijk Stadsontwikkeling zou gaan heten. Hij begon zich steeds meer op het terrein van de stadsarchitectuur bewegen en in 1955 werd hij officieel tot stadsarchitect benoemd. Dit ambt vervulde hij tot aan zijn pensionering in november 1972.

Als stadsarchitect heeft Dirk Hol zowel kleine als grote projecten onder handen gehad. Van kleine bruggetjes in het Merwesteinpark tot nieuwbouwprojecten in de sociale woningbouw en gemeentelijke kantoorgebouwen. Een van de eerste grote projecten waarbij hij betrokken was in zijn functie als stadsarchitect was de herinrichting van het Merwesteinpark te Dordrecht. Het Merwesteinpark had in de tweede wereldoorlog sterk te lijden gehad onder het bombardement en de bunkerbouw van de Duitsers aldaar.
Eén van de hoogtepunten in zijn carrière als stadsarchitect was het ontwerp van het stadskantoor aan de Spuiboulevard dat in 1969 in gebruik werd genomen. Het gemeentebestuur was hem hiervoor zo erkentelijk dat zij hem en zijn vrouw een studiereis voor onbepaalde tijd aanboden naar welke plek op aarde hij maar wilde. Zodoende reisde hij in juni 1969 naar Brazilië om inspiratie op te doen en kennis te maken met de daar wonende architect Oscar Niemeyer, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij het ontwerpen van de hoofdstad van het land, Brasilia. Omdat de reis voor zijn vrouw te zwaar was, kreeg zij een reis naar Noorwegen aangeboden.(zie: GAD 569, collectie van kranten: ‘Merwesteyn’, donderdag 4 december 1969, p.1.)

Overige beeldbepalende gebouwen in Dordrecht die Dirk Hol ontwierp, waren de burgemeesterswoning aan de Singel, de pedagogische academie aan de aan de Hugo van Gijn weg, en de woningen en winkels aan het Admiraalsplein.

Naast zijn carrière als architect is Dirk Hol vanaf zijn vroege jeugd geïnteresseerd geweest in muziek. Als kind kreeg hij na lang aandringen bij zijn ouders een oude viool. Toen hij 11 was, werd hij lid van het Dordtse tamboerkorps Jubal waar hij de piccolo bespeelde. Hij was 13 jaar oud toen hij zich als klarinettist aansloot bij het orkest van de Christelijke Jonge Mannen Vereniging (CJMV). Tien jaar later werd hij dirigent van dat orkest. Dat bleef hij 25 jaar lang. Gedurende die periode componeerde hij diverse gelegenheidsstukken. Hierbij zette hij niet alleen zijn talent als componist en musicus in, maar ook gebruikte hij de kennis en vaardigheid die hij had als architect. Voor deze vaak groots opgezette manifestaties waarbij kosten nog moeiten werden gespaard, componeerde hij de muziek en ontwierp hij de decors.
Zo ontwierp hij het decor en componeerde/arrangeerde hij de muziek voor het 100 jarig bestaan van de vereniging in 1952 en het 90 jarig bestaan van de afdeling Dordrecht, in hetzelfde jaar. Het bestuur van het CJMV moet veel vertrouwen in hem hebben gehad aangezien hij de bondsdagen die eerder in 1949 plaatsvonden door zijn compositorische en architectonische talenten tot een memorabel evenement had gemaakt. (zie: nummers 112 t/m 118 en 121 t/m 123 van deze inventaris.)

Hoewel Dirk Hol zowel klarinet als piccolo speelde, ontwikkelde hij zich vooral als violist. Vanaf zijn 15e levensjaar volgde hij vioollessen aan het Haags conservatorium. Direct na de Tweede Wereldoorlog behaalde Hol een diploma MO-viool. Hij groeide vanaf dat moment uit tot een bovengemiddeld violist. (zie: GAD 489 inv.nr 25482, Overlijdenskaart en korte levensbeschrijving van Dirk Hol.) Zijn kwaliteiten als componist ontwikkelde hij geheel op eigen krachten.

Vanaf zijn 13e levensjaar heeft Hol muziek gecomponeerd. Zijn eerste werkjes werden door tamboerkorps Jubal gespeeld en werden door andere harmonieorkesten in den lande overgenomen in het repertoire. Toen het instrumentarium van de korpsen in de loop van de jaren echter veranderde, waren de stukken niet meer bruikbaar. Hij had een voorliefde in de klassieke muziek. Zijn composities zijn dan ook gestoeld in de westerse klassieke traditie. Hij had bovendien een voorliefde voor strijkinstrumenten en houtblaasinstrumenten. Behalve in zijn orkestrale werken heeft hij – voor zover bekend – slechts één stuk geschreven waarin een koperblaasinstrument de boventoon voert. Het is een stuk voor trompetsolo en kamerorkest die is opgenomen onder inventarisnummer 8 in deze inventaris.
De Tweede Wereldoorlog is ook aan Dirk Hol en zijn gezin niet ongemerkt voorbij gegaan. In 1943 was hij in krijgsgevangenschap in kamp Mühlberg in Duitsland. Ondanks zijn gevangenschap heeft hij daar in ieder geval één concertavond mogen organiseren ter gelegenheid van het kerstfeest 1944 dat plaatsvond in het kamptheater. Van dit concert getuigt de brief van zijn kampgenoot en medemusicus Sieniwski Stanislaw die erbij aanwezig is geweest. In deze brief spreekt Stanislaw zij grote waardeling uit voor de muzikale verrichtingen van Dirk Hol. (zie: nummer 265 van deze inventaris.)

Zijn muzikale bloeiperiode vond na de Tweede Wereldoorlog plaats. Vanaf de jaren 1946 tot aan zijn dood in 1994 zien we een bijna onuitputtelijke stroom aan composities ontstaan. Als componist genoot hij binnen het muziek vakcircuit nationale bekendheid. Buitenlandse faam heeft hij echter nooit gehad. Wel werd één van zijn stukken ooit uitgevoerd voor een Zweeds televisieprogramma in de jaren ’70 van de twintigste eeuw.(zie: GAD 569, collectie van kranten: ‘De Dordtenaar’, zaterdag 2 december 1972, p 3.)

Dirk Hol was gedurende zijn leven dirigent van diverse orkesten en koren. Zo was hij onder andere 35 jaar dirigent van het hervormd kerkkoor van Dubbeldam, het Eben Haezerszangkoor, van het koor Sonorita en dameskoor Melodia. Ook was hij was oprichter van het Dordrechts Kamerorkest. Hij richtte dit begeleidingsorkest op in de jaren ‘70 van de 20e eeuw. Dit orkest is tot op heden een begrip in het Dordtse klassieke muziekcircuit.

Als solist en begeleider speelde hij in het Dordts Kamerorkest, in Ars Antiqua et Nova, een ensemble van strijkers te Dordrecht dat in 1967 voor het eerst optrad. Daarnaast trad hij regelmatig als violist op bij de de Dordtse Orchestvereniging en was hij actief betrokken bij het Toonkunstkoor te Dordrecht. Als violist speelde hij ook regelmatig in het Rotterdams kamerorkest 'Continuo’.
Dirk Hol was een zeer religieus georiënteerd mens. Hij heeft gedurende zijn muziekcarrière naast de wereldlijke werken veel psalmen en gezangen bewerkt. Zelf heeft hij veel waarde gehecht aan psalm 22 die hij in 1944 bewerkte voor koor en orkest gedurende zijn krijgsgevangenschap.

Andere opvallende werken in zijn oeuvre zijn:

Canzone voor kamerorkest (z.j.) inv.nr. 4
Concert voor trompet en kamerorkest (1971) inv.nr. 8
Divertimento voor fluit (1972) inv.nr. 9
Morceau pour gitare et cello. (1972) inv.nr. 35
Het Hobo concert (1948) inv.nr. 53 t/m 57
Grote kerksuite werd ondermeer vertolkt door Marco Bakker. (1978) inv.nr. 69 t/m 72
Ballade van Sint Sura voor koor sopraan en orkest (1983) inv.nr. 81

Na een rijk en zeer werkzaam leven overleed Dirk Hol op 30 augustus 1994 op 86 jarige leeftijd in zijn geboorteplaats Dordrecht. Hij werd begraven op de Algemene begraafplaats ‘Essenhof’ aan de Nassauweg te Dordrecht. (zie: GAD 489 inv.nr 25482, Overlijdenskaart en korte levensbeschrijving van Dirk Hol.)

Kenmerken

Datering:
1920 - 2009
Auteur:
R. Lassche (2014)
Titel inventaris:
Collectie van bescheiden met betrekking tot de toonkunstenaar D. Hol