1184 Collectie van bescheiden met betrekking tot de schrijver C. Buddingh' ( Regionaal Archief Dordrecht )
1184
Collectie van bescheiden met betrekking tot de schrijver C. Buddingh'
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 10-04-2024
354 beschreven archiefstukken
Inleiding
Biografie 3
1184 Collectie van bescheiden met betrekking tot de schrijver C. Buddingh'
Inleiding
Biografie 3
Een doorbraak was zijn optreden tijdens Poëzie in Carré (1966). Hij verwierf grote populariteit op poëzieavonden. In de daaropvolgende jaren werd hij gevraagd voor tv-programma’s als Hadimassa, Muze in spijkerbroek en Poets. In 1967 begon hij met het schrijven van wat uiteindelijk vijf delen dagboeknotities zouden worden. Ook in de poëzie bleef hij zoeken naar nieuwe vormen. In 1976 ontving hij de Jan Campertprijs voor de bundel met oden en elegieën 'Het houdt op met zachtjes regenen'. Daarna volgden meer autobiografische verzen in 'De eerste zestig' (1978), 'De tweede zestig '(1979) en 'Verzen van een Dordtse Chinees' (1980).
Buddingh’ wisselde het schrijven van poëzie af met prozawerken als 'Misbruik wordt gestraft' (1967), 'De avonturen van Bazip Zeehok' (1969) en 'Daar ga je Deibel!' (1975), toneelstukken (onder andere samen met Bert Schierbeek), een serie strips in dagbladen met tekenaar Otto Dicke, kritieken, columns, aforismen en verschillende essaybundels, waaronder 'Lexicon der Poëzie' (1968). Ook stelde hij 'De Encyclopedie van de Wereldliteratuur' (1954) en een groot aantal bloemlezingen samen. Begin jaren ’70 ontpopte hij zich als beeldend kunstenaar. Hij maakte een groot aantal kastjes en collages met surrealistische voorstellingen. Er volgden exposities in Brussels, Dordrecht, Franeker en Amsterdam.
In de laatste jaren van zijn leven stagneerde zijn literaire productie, al bleef hij experimenteren met surrealistische gedichten en miniaturen, die onder andere werden gebundeld in 'Een rookwolkje voor God' (1982). In 1983 ontving hij de Cestoda-prijs voor het moeiteloos beheersen van de Nederlandse taal in al haar genres. In zijn laatste levensjaar keerde Buddingh’ terug naar de gorgelrijmen. Hij putte er nieuwe kracht uit en schreef een, kort voor zijn overlijden gepubliceerde, bundel 'Nieuwe gorgelrijmen'. Zijn verzamelde poëzie verscheen in 'Buddingh’ gebundeld' (Amsterdam 2010).
Wim Huijser (Dordts Biografisch Woordenboek)
Buddingh’ wisselde het schrijven van poëzie af met prozawerken als 'Misbruik wordt gestraft' (1967), 'De avonturen van Bazip Zeehok' (1969) en 'Daar ga je Deibel!' (1975), toneelstukken (onder andere samen met Bert Schierbeek), een serie strips in dagbladen met tekenaar Otto Dicke, kritieken, columns, aforismen en verschillende essaybundels, waaronder 'Lexicon der Poëzie' (1968). Ook stelde hij 'De Encyclopedie van de Wereldliteratuur' (1954) en een groot aantal bloemlezingen samen. Begin jaren ’70 ontpopte hij zich als beeldend kunstenaar. Hij maakte een groot aantal kastjes en collages met surrealistische voorstellingen. Er volgden exposities in Brussels, Dordrecht, Franeker en Amsterdam.
In de laatste jaren van zijn leven stagneerde zijn literaire productie, al bleef hij experimenteren met surrealistische gedichten en miniaturen, die onder andere werden gebundeld in 'Een rookwolkje voor God' (1982). In 1983 ontving hij de Cestoda-prijs voor het moeiteloos beheersen van de Nederlandse taal in al haar genres. In zijn laatste levensjaar keerde Buddingh’ terug naar de gorgelrijmen. Hij putte er nieuwe kracht uit en schreef een, kort voor zijn overlijden gepubliceerde, bundel 'Nieuwe gorgelrijmen'. Zijn verzamelde poëzie verscheen in 'Buddingh’ gebundeld' (Amsterdam 2010).
Wim Huijser (Dordts Biografisch Woordenboek)
laatste wijziging 10-04-2024
354 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 10-04-2024
354 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1931 - 2016
Auteur:
J. Alleblas (2016 en 2024)
Omvang:
2 meter
Licentie:
Titel inventaris:
Collectie van bescheiden met betrekking tot de schrijver C. Buddingh'
Categorie:
laatste wijziging 10-04-2024
354 beschreven archiefstukken