De classis, een kerkelijke vergadering, was in de late 16e en in de 17e eeuw de spil van het Nederduits Gereformeerd (later Nederlands Hervormd) kerkelijke leven.

In de Acta van Overijssel deel VI, waarin de notulen van de classis Deventer opgenomen zijn, werd vermeld dat er in de periode 1601-1620 hoog oplopende meningsverschillen ontstonden tussen Remonstranten en Contra-Remonstranten in Deventer.

Na de Synode van Dordrecht (1618-1619) leefden de Remonstranten in Deventer en omgeving in de 'Verstrooiing'.

In 1944 kwam daar een einde aan. In februari van dat jaar werd de eerste vergadering van de in Deventer wonende Remonstranten gehouden. Zij vormden vervolgens met 44 personen een Remonstrantse gemeenschap. Met ingang van 2 september 1946 werd de gemeenschap erkent als Kring en veel later-op 11 juni 1965- als Gemeente.

In de Beginselverklaring - artikel 1 van het reglement van de Remonstrantse Kring Deventer - wordt hun doelstelling omschreven (citaat); "De Broederschap der Remonstranten is een geloofsgemeenschap, die, geworteld in het Evangelie van Jezus Christus en getrouw aan haar beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid, God wil vereren en Hem dienen".

"Zijn ressort - artikel 2 van het reglement van de Remonstrantse Kring Deventer - omvat de burgerlijke gemeenten Deventer, Diepenveen, Olst, het noordelijke deel der gemeente Voorst tot en met de kom van Wilp en het noordelijk deel der gemeente Gorssel tot en met het dorp Gorssel en 't Joppe".

De Hervormde en de Lutherse gemeenten wilden voor de Remonstrantse kerkdiensten geen onderdak verlenen.
Dat lukte wel bij de Doopsgezinde gemeente. In het voorjaar van 1944 werd de eerste Remonstrantse kerkdienst in de Doopsgezinde Kerk gehouden.
Vanaf 1945 werden, aanvankelijk eenmaal in de week, kerkdiensten gehouden om 16.00 uur.
Tijdens de feestdagen op de tweede feestdag om 10.30 uur.

Mevrouw ds. A.J.de Heer-Cremer leidde deze kerkdiensten (zij bleef daar predikante tot 1 mei 1980).

De kerk werd gehuurd van de Doopsgezinde gemeente, inclusief de diensten van organist en koster.

In 1961 was er een gemeenschappelijke gemeenteavond met de Doopsgezinden. In 1964 waren dat er al drie. In 1967 was er een vergadering tussen beide kerkenraden over meerdere samenwerkingsmogelijkheden en rond 1970 begonnen beide kerkgenootschappen met gemeenschappelijke vormingsweekenden, enige gemeenschappelijke diensten en een gemeenschappelijk mededelingenblad.

Uit de jaarverslagen blijkt dat uiteindelijk vrijwel alles samen werd gedaan. Er werd zelfs gesproken van "feitelijk één gemeente".