De Algemene Nederlandse Timmerliedenbond werd in 1892 tijdens de kerstdagen door 13 bestaande timmerliedenbonden, waaronder die van Deventer opgericht. De Timmerliedenbond "Door vereniging Verbetering" te Deventer was als afdeling aangesloten bij de algemene bond.
De algemene bond bepaalde als voorwaarden voor het bestaan van een afdeling dat er niet meer dan één afdeling per gemeente mocht zijn en dat de afdeling minimaal zes levens moest tellen.
De algemene bond stelde voor alle afdelingen geldende regels op
Plaatselijk reglementen behoefden zijn goedkeuring.
De afdelingen waren verplicht in overleg en in samenwerking met het bondsbestuur de doelstellingen van de timmerliedenbond uit te voeren "om langs wettelijke weg en door alle gepaste, haar ten dienste staande middelen de maatschappelijke en zedelijke toestand van de timmerman en andere houtbewerkers in 't algemeen en die ter stede in 't bijzonder te verbeteren en tevens elkander zoveel mogelijk behulpzaam te zijn in 't verkrijgen van werk".
In 1920 werd de Centrale bond van Bouwvakarbeiders, in 1918 opgericht door opperlieden, metselaars en steenhouwers op eigen verzoek opgenomen in de algemene Nederlandse Timmerliedenbond (4).
Dit leidde tot naamsverandering van de laatste in de "Algemene Nederlandse Bouwarbeidersbond" (5). Na de toelating in 1952 van administratief en toezichthoudend personeel werkzaam in het bouwbedrijf tot deze bond heette de aldus uitgebreide bond de Algemene Nederlandse Bouwbedrijfsbond.
In 1965 en 1971 kwam het opnieuw tot naamsverandering als gevolg van toelating in 1965 van alle lieden, die werkzaam waren in de bouwnijverheid en in 1971 ook van die in aanverwante bedrijven.
Eerst werd de Algemene Bond voor de Bouwnijverheid en in 1971 de Algemene Nederlandse Bond voor de Bouw- en Houtnijverheid, ook wel kortweg aangeduid
als Bouwbond N.V.V..

In 1976 besloten N.V.V. en N.K.V. (Nederlands Katholiek Vakverbond (5,6) een federatie van beide vakbonden te bewerkstelligen.
Na veel strubbelingen werd deze in 1982 een feit. Het gevolg was dat ook federaties plaats vonden op lokaal niveau tussen de verschillende neutrale en katholieke vakbonden. De naam van de Bouwbond N.V.V veranderde in 1982 in de Bouw- en Houtbond F.N.V (Federatie Nederlandse Vakbeweging).
Vóór 1981 was het o.m. in Deventer al tot een overkoepelend bestuur van de afdelingen gekomen. In Deventer bestond dit uit 10 leden:
7 bestuursleden van de afdeling Deventer van de Bouwbond N.V.V en 3 bestuursleden van de afdeling Deventer van de Katholieke Bond Bouw en Hout. Dit overkoepelende bestuur functioneerde totdat in 1981 de federatie N.V.V. en N.K.V. werd gerealiseerd (4). De beide afdelingsbesturen gingen toen op in één bestuur van de afdeling Deventer van de Bouwbond F.N.V.