Uw zoekacties: Jordenshofje

0914 Jordenshofje ( Collectie Overijssel locatie Deventer )

beacon
 
 
Inleiding
N.B. Zie ook:
Advocaten- en notariskantoor Jordens (ID 885)
Familie Jordens (ID 1099)
1. Inleiding op de verzamelinventaris Archieven Jordens (Deventer, 1977)
2. De familie Jordens
3. Het Notariskantoor van D.J.R. Jordens en G.E. Jordens
4. Het Jordenshofje
Hiervoor is verhaald hoe de stichting van Ewolt Keyser uit het begin van de 16de eeuw spoedig na 1600 beheerd werd door leden van de familie Jordens, zoveel mogelijk uit iedere tak van de familie één. Deze beheerscontinuiteit is tot op de dag van heden gebleven, al wonen de provisoren, zoals de bestuurders genoemd worden, niet meer in Deventer.
Het hofje bevond zich vanaf de stichting tot in het midden van de 19de eeuw op een binnenterrein achter de Lange Bisschopsstraat met de ingang aan de Pontsteeg. De provisoren hebben in 1856 een nieuw binnenterrein aangekocht tussen de Grote en de Kleine Overstraat met een woonhuis aan laatstgenoemde straat. In 1857 werden hier nieuwe huisjes in gebruik genomen, die in 1929/30 geheel verbouwd zijn. De oude benaming van het hofje "de Keysersplaats" is sinds het midden van de 19de eeuw definitief vervangen door die van "het Jordenshofje".
Het doel van deze liefdadige instelling was steeds het verschaffen van bewoning en zonodig verdere ondersteuning aan oudere onbemiddelde vrouwen ten getale van vier of vijf. Aan een ongedateerde ordonnantie van omstreeks 1635 kunnen de volgende bepalingen ontleend worden. *  .
Eerst de verplichtingen aan de bewoonsters. Bij de intrede moesten ze in het bezit zijn van een bescheiden som geld en waren ze verplicht om aan ieder der aanwezige bewoonsters zes stuivers uit te reiken en hen te trakteren op brandewijn. De bewoning van de huisjes was om niet, maar de bewoonsters moesten elkaar bijstaan in het bijzonder in geval van ziekte. Alleen wanneer de verpleging te zwaar werd, overwogen de provisoren naar bevind van zaken bijstand te verlenen. Na het overlijden van de bewoonsters vervielen hun boedeltjes aan de instelling.
Het bestuur stelde hiertegenover zijn verplichtingen, die onder meer bestonden uit het op gezette tijden beschikbaar stellen van bier, turf en boter en het uitreiken van geld te weten zes stuivers met Kerstmis en negen stuivers met Pasen, waarvan drie bestemd voor het kopen van eieren. Al deze bepalingen werden de bewoonsters voorgelezen, zoals blijkt uit de notitie op de achterzijde van dit reglement: " Dijt is de ordonantij van ons vronden plaes de men de luden voorlest als zij op de armenplaes irst commen, gesgreften doerg mij - John Jordens". Het realiseren van de doelstelling van de stichting is niet altijd gemakkelijk geweest. De vaste inkomsten waren bescheiden en in feite ontoereikend voor het goed onderhouden van de woningen en het uitvoeren van de verplichtingen van het reglement. De wisselvallige inkomsten konden bestaan uit de opbrengst van de boedeltjes of het bijspringen middels een schenking door een provisor. Zo werd de vernieuwing der woninkjes in 1644 mogelijk gemaakt door een relatief hoge opbrengst van een nalatenschap van één der bewoonsters. In 1680 verviel er een huis in de stad tengevolge van een gerechtelijke openbare verkoop aan het bestuur van het hofje.
Dit bezit moest in 1793 weer verkocht worden uit gebrek aan middelen. Omstreeks 1800 bedroegen de inkomsten nog geen honderd gulden per jaar; de helft van dit bedrag werd ontvangen als rente uit obligaties ten laste van overheidslichamen. De tiërcering van de rente in de Franse tijd was derhalve een zware slag voor de instelling. Noodgedwongen moesten de provisoren overgaan tot verhuur van de huisjes. Een zeer efficient beheer na 1813 bracht herstel. In dit kader paste ook overplaatsing van het hofje naar de Kleine Overstraat en de beëindiging van het verhuren der huisjes. Sindsdien is door de veranderde maatschappelijke omstandigheden het belang van de instelling hoe langer hoe meer komen te liggen op het verstrekken van de vrije bewoning.
5. Verantwoording van de inventarisatie

Kenmerken

Datering:
1477-1978
Omvang:
0,5 m
Voorwaarden voor raadpleging:
Stukken jonger dan 60 jaar zijn beperkt openbaar.
Voorwaarden voor reproductie:
De voorwaarden voor reproductie bij Collectie Overijssel locatie Deventer zijn van toepassing.
Opmerkingen:
H.J. Jordens was beheerder van het hofje
Zie ook: ID 0885, ID 1099
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
NL-DvCO, Collectie Overijssel locatie Deventer, ID 0914, Jordenshofje, inv.nr. …
VERKORT:
NL-DvCO, ID 0914, inv.nr. ….