In 1970 *  bestond de Stuwgroep uit een bestuur dat gevormd werd door de voorzitter, penningmeester, de voorzitters van de secties en een gelijk aantal niet-leden van een sectie.
Behalve de leden van de secties werd de Stuwgroep bijgestaan door adviseurs. De voorzitter en de penningmeester waren geen sectielid. De bestuursleden werden benoemd voor drie jaar.
De secretaris maakte geen deel uit van het bestuur, maar werd benoemd door het bestuur. Dat stelde diens instructie, salaris en arbeidsvoorwaarden vast. De secretaris stelde een functiebeschrijving op ter verantwoording aan het bestuur. De secretaris was belast met het notuleren van vergaderingen en het regelen van de dagelijkse werkzaamheden * 
Tot de leden van de stichting behoorden zij die zitting hadden in het bestuur en secties. Een vacature in 'n sectie werd vervuld door het bestuur op voordracht van de sectie. Nieuwe leden werden aangezocht door het bestuur.
In de loop der jaren werd steeds duidelijker de behoefte gevoeld uit de min of meer besloten band van de bestaande organisatievorm te treden. De op gang gebrachte discussie door de werkgroep basisverbreding was erop gericht bepaalde projecten in samenwerking met vertegenwoordigers uit diverse geledingen te stimuleren en te realiseren. Op deze wijze trachtte de Stuwgroep te bereiken dat grotere delen van de samenleving bij de activiteiten in de Stedendriehoek werden betrokken.

In 1974 3) werd bij de wijziging van de Stichtingsakte het bestuur uitgebreid met een vice-voorzitter. Het aantal leden werd bepaald op tenminste zes leden. Het bestuur bestond uit te hoogste 12 personen. De leden van het bestuur en van de werkgroepen en de adviseurs vormden de stichting. Door de structuurwijziging van de stichting in 1974 kreeg het bestuur een zwaardere functie dan voorheen. Alle projectideeën die het bestuur bereikten moesten door het bestuur worden goedgekeurd voordat de projecten werden uitgevoerd.
Het bestuur vergaderde tenminste eenmaal per jaar.
Tenminste eenmaal per jaar nodigde het bestuur alle bestuursleden en alle sectieleden uit voor de algemene vergadering.
In de vergadering deed de secretaris schriftelijk verslag over het afgelopen jaar.
De penningmeester legde rekening en verantwoording af over het afgelopen jaar en diende een begroting in voor het komende jaar. In de jaarlijkse algemene vergadering werden de bestuursleden gekozen door de leden op voordracht van het bestuur.