Het archief is in 1978 door de Gemeentemusea overgedragen. De beide delen en de losse stukken vermelden niet expliciet dat deze stukken de manufacturenhandel van J.P. Goldenberg en Co. betreffen. Wel staat telkens bovenaan de bladzijde de plaats Iserlohn aangegeven. Onderzoek naar de herkomst heeft het volgende geleerd. In het Journaal (inv. nr. 3; p. 214) wordt aan het eind van 1794 de winst verdeeld tussen de dan drie deelnemende compagnons waaronder J.P. Goldenberg. Het aantal compagnons wisselde, echter wordt door het gehele register de naam van J.P. Goldenberg gevonden. Het vermoeden dat het de firma J.P. Goldenberg en Co. betreft, kon met behulp van de registers van verleende patenten worden bevestigd. J.P. Goldenberg uit "IJserloo" verkreeg op 7 maart 1806 patent als koopman in manufacturen en linnen " langs de huisen uitventende " (ID 0692; inv. nr. 84, blz. 270 en 271).
Een jaar later, op 1 maart 1807, werd aan J.P. Fuhrman patent gegeven, handelende in manufacturen en " cramerijen " voor de firma J.P. Goldenberg en Co. (ID 0692; inv. nr. 87, blz. 78 en 79). Blijkens het Journaal (inv. nr. 3; p. 213) was deze in dienst van Goldenberg. Johan Peter Goldenberg vestigde zich mettertijd in Deventer. Hij overleed hier op 21 november 1823. Zijn vrouw, Christina Catharina Carolina Führmann, woonde in 1829 in bij Antoni Verweij, een vroegere klant (Volkstellingsregister 1829, dl. 10, blz. 44 en 45). Rekening-courant en Journaal vermelden nauwgezet alle klanten en markten in o.a. Duitsland, Zwitserland en Nederland en het tijdstip waarop deze zijn bezocht. Gegevens over de verhandelde producten worden sporadisch gevonden.