Het gebied der stad Elburg heeft oudtijds tot het ambt Doornspijk behoord, en is, waarschijnlijk in de eerste helft der 13de eeuw - de oudste stadrechtbrief is verloren gegaan, waardoor de juiste datum niet bekend is - daaruit gelicht, om verder een zelfstandig bestaan te voeren *  . Het komt als stad reeds voor in 1312, toen haar de stedelijke rechten ontnomen en opnieuw verleend werden *  .

Men vond te Elburg oudtijds 12 schepenen. In de 18de eeuw bestond de stadsregering gewoonlijk uit 8 schepenen en raden, onder wie 2 burgemeesters. Aan het hoofd van de schepenbank stond de richter, later scholtis genoemd. Evenals in andere steden heeft de magistraat deze ambtenaar van zijn plaats weten te verdringen. Omstreeks 1570 was zijn taak alleen nog van rechterlijke aard, d.w.z. hij was in criminele zaken belast met het vooronderzoek. Het vonnis werd door de magistraat uitgesproken en geëxecuteerd. *  .

De rechtsbronnen zijn uitgegeven door Mr. P.A.N.S. van Meurs in zijn:
Geschiedenis en rechtsontwikkeling van Elburg.
1955.