Alhoewel in de stukken niet wordt gerept over de aanleiding van de oprichting van deze vereniging, lijkt het dreigende gevaar van oorlog daar een belangrijke reden voor te zijn geweest.

Het eerste bestuur werd gevormd door de heren van Grol, voorzitter, van Lonkhuijzen vice- voorzitter, Rijnfrank, penningmeester, Voges en mw. Posthumes als secretaresse. In de eerste vergadering werd ook al direct het voorlopige reglement vastgesteld. Hierin wordt ook de doelstelling verwoord.

De vereniging stelt zich als doel om de kennis te verspreiden alsmede de voorbereiding en uitvoering van maatregelen, tegen aanvallen uit de lucht. Dit door het wekken van belangstelling voor het onderwerp en propageren en steunen van zelfbescherming door studiegroepen en oefenen.

Naast het bestuur waren diverse commissies aan het werk zoals een schuilkeldercommissie, propagandacommissie en de gasmaskercommissie voor het aanmeten van deze gasmaskers

De werkzaamheden van de vereniging bestond voornamelijk uit voorlichting en het geven van cursussen, maar ook werden via instanties zandzakken, gasmaskers en verduisteringslampen verkocht. De gemeente werd opgedeeld in 4 wijken en alle wijken weer in blokken en straten.

Dit werd in 1941 nog fijnmaziger gemaakt en werd een gezien als een soort burenhulp bij branden e.d. Voor de blokken waren verbandmiddelen en blusmiddelen beschikbaar.

Het ledental begon met 39 en was eind 1941 tot 335 gestegen. Toch was er in Harderwijk weinig animo om de organisatie echt uit te bouwen toe de oorlog uitbrak. In Harderwijk waren geen bommen gevallen en men verwachtte ze ook niet meer. Deze en andere moeilijkheden zorgde ervoor dat in het voorjaar de vereniging ophield te bestaan. Na de oorlog werd de vereniging in 1948 geliquideerd.

Van het archief is eigenlijk maar een rest bewaard gebleven. Van de commissies zijn geen notulen en de correspondentie bestaat uit een enkel briefje. Gelukkig dat wel twee notulenboeken zijn overgeleverd en hieruit toch een stukje voorbereiding kunnen lezen op de oorlog.